
 
        
         
		zijn  de  fraaie,  groenachtig  glinsterende  en  vaak  een  yoet  lnng  
 wordende  barbeel  ikan  tambra  (Barbus  tambra),  en  de  ook  bij  
 ons  algemeen  bekende  ikan mas  of goudviseh  (Carassius  auratus),  
 welke  laatste,  uit  China  afkomstig,  op  Java  een  tweede  vader-  
 land  gevonden  beeft.  De  genoemde  yisschen  zijn  echter  niet  de  
 -eenige  in  zoet  water  leyende  soorten  die  in  vijvers  gezet  worden. 
   De  heer  Holle  heeft  in  zijne  „Handleiding  yoor  de  teelt  
 yan  zoetwater-visch“,  in  bet  Ind.  Tijdschrift  yoor  Nijverheid  en  
 Landbouw,  niet  minder  dan 29  daaryoor  gescbikte  soorten opge-  
 somd  en  beschreven.  Onder  die  allen  wordt  de  eerste  plaats  in-  
 genomen  door  den  goerami,  dien  wij  later  onder  de  labyrinthi-  
 formen  zullen  leeren  kennen. 
 De  silurieden,  die  tot  de  geducktste  roofyisschen  behooren,  
 hebben  iets  terugstootends  in  hunne  vormen,  en  kunnen door de  
 geweerhaakte  doornen  der  eerste  rüg-  en  der  borstvinnen  pijn-  
 ljjke  wonden  te  weeg  brengen.  Yanbier  dat  sommige  volken  bun  
 vleesch,  scboon  te  onrecht,  yoor  vergiftig  bouden;  bijzonder  
 smakelijk  is  bet  echter  zekfer  niet.  Doch  de  inlanders  en  Chi-  
 neezen  op  Java  laten  zieh  bierdoor  niet  terughouden  om  van  de  
 in  velerlei,  deels  in  zout,  deels  in  zoet  water  Levende,  soorten  
 der  silurieden,  die  overal  op  de  vischmarkten  overvloedig  en  
 yoor  geringen  prijs  te  koop  zijn,  voor  de  voeding  partij  te  trek-  
 ken.  De  meest  bekende  der  Javasche  meervallen  is  wel  de  ikan  
 leleh  (Clarias  punctatus),  die  onder  anderen  in  grooten  getale  
 in  bet  bekende  meer  yan  Grati  in  Pasoeroean  voorkomt,  waar  
 de  bevolking  deze  yisschen  beschouwt  als  de  afstammelingen  
 eener  oude  vrouw,  Leleb  geheeten,  die  tijdens  het  ontstaan  van  
 bet  meer  in  een  visch  werd  veranderd. 
 Op  de  physostomen  laat  ik  de  anacantbienen  volgen.  Yan  de  
 familie  der  ophidiidae  of  slangvisschen  spreek  ik  alleen om  met  
 een  woord  te  wijzen  op  het  zonderlinge  feit,  dat  eenige  soorten  
 van  Fierasfer,  kleine  bijna  draadvormige  vischjes,  parasietisch  
 in  de  bolotburien  (tripang)  leven,  zoodat  men  z e ,  bij  het  open-  
 snijdenvan  bet  dier,  in  het  water  dat . in  de licbaamsbolte  bevat  
 is,  vrij  en  vroolijk  ziet  rondzwemmen. 
 Yan  veel  meer  gewicht  zijn  de  pleuronectidae  of  platvissehen. 
 De  Europeanen  hebben  er  naar  gestreefd  zieh  op  Java  voor  bet  
 gemis  van  hunne  bot,  tong,  schol  en  tarböt  door  verwante  soorten  
 zooveel  mogelijk  scbadeloos  te  stellen,  en  zijn  er  ten  deele  
 niet  ongelukkig  in  geslaagd.  Den  naam  van  bot  geven  zij  aan  
 Hippoglossus Crumei,  welken visch,  in navolging  der Hollanders,  
 ook  de  Javanen  ikan  bot  noemen,  en  dien  yan  tong,  door  de  
 inlanders  met  ikan  lidah  vertaald,  aan  eenige  soorten  van  Pla-  
 gusia  en.  aan  Solea  comuta. 
 In  de  orde  der  acanthopteren  is  Java  rijk  aan  soorten  yan  
 Gerres,  door  de  inlanders  ikan  kapas-kapas  genoemd.  Het  zijn  
 smakelijke zoetwater-yisschen,  waarvan vooral de Chineezen groote  
 liefhebbers  zijn,  die  voor  groote  exemplaren  väak  booge  prijzen  
 besteden.  Daarentegen  wordt  het  vleesch  der  in  zee  levende  la-  
 bridae  of  lipvisschen  voor  onsmakelijk  en  zelfs  ongezond  ge-  
 bouden.  Zij  zouden  dus  een  bewijs  te  meer  zijn  voor  de  waar-  
 beid  van  b e t  gezegde,  dat  met  al  wat  blinkt  goud  is;  want  er  
 is  nauwelijks  eenige  andere  familie  yan  yisschen  die  met  zoo  
 schitterende  kleuren  prijkt,  waarom  men  aan  de  labridae  soms  
 den  naam  geeft  van  zeepapegaaien.  Het  verdient  intusschen  op-  
 merking,  dat  de ouden  er  anders  over  dachten,  en  dat  aan  den  
 papegaaivisch  of  Scarus  der  Middellandsche  zee,  die-  onder  de  
 labridae  door  kleurendos  uitmunt,  ook  eene  eereplaats  op  de  
 tafels  der  Romeinsche  lekkerbekken  werd  gegeven.  Onder  de  
 lipvisschen  van  Java  is  vooral  Epibulus  in'sidiator  bekend  door  
 het  eigenaardig  mechanisme  waarmede  hij  zijne  prooi  belaagt.  
 Hij  bezit  namelijk  het  vermögen  om  zijne  kaken  tot  eene  buis  
 te  verlengen,  en  dus,  terwijl  hij  roerloos  op  de  loer  ligt,  de  
 kleine  yisschen  die  hem  argeloos  voorbijzwemmen,  plotseling  te  
 grijpen.  De  soorten  yan  lipvisschen  zijn zoo talrijk, dat men er alleen  
 uit  de wateren van  Java reeds omstreeks een honderdtal  kent. 
 De  familie  der  percidae  of  baarzen  bevat  een  groot  deel  van  
 Java’s  meest  geachte  yisschen,  die  echter  meerendeeis,  wegens  
 de  ruwe  huidbekleedsels,  minder  geschikt  .zijn  voor  inzouting  
 en  droging  en  daarom  doorgaans  versch  worden  gegeten.  Onder  
 alle  baarzen  komt  de  eerste  plaats  toe  aan  den  in  zee  levenden  
 Lates  calcarifer,  den  ikan  kakap  der  inlanders,  die  bij  de  Eu