
(Podiceps Philippensis); terwijl yan de reeds vroeger vermelde
watorvogels hoofdzakelijk slechts de Plotus ons in deze hooge
streken verzelt. Nog hooger, te midden der Alpenflora yan de
yierde zone, is, behalve eenige duiyensoorten en eene soortvan
kleine zwaluwen, yooral de yaalkleurige, sterk naar een spreeuw
zweemende lijster Turdus fumidus te huis, die zieh voedt met
de aardhezien, frambozen en boschbessen die ons hier de wilde
yruchten yan Europa herinneren. Soms ook yemeemt men er
het gekrijsch yan een yalk (Palco seyerus), wiens donkere scha-
duw zieh in den doorzichtigen dampkring scherp afteekent op de
naakte wanden.
Eene bijzondere vermelding yerdienen nog de honigyogels, die
men bijna de colibri’s yan Insuhnde zou kunnen noexnen, welke
fraaie Amerikaansche ininiatuuryogels zij slechts weinig in gestalte
overtreffen. De mannetjes zijn doorgaans met schitterende metaal-
kleuren uitgedost, terwijl het gevederte der wijfjes eenkleurig en
glansloos is. Deze yogeltjes hebben een hoornaehtige, lange en
zeer smalle tong, die aan het uiteinde penseelsgewijze is uitge-
rafeld, en die zij diep in de bloemkelken kunnen steken, om
daaruit het stuifmeel op te lekken en de kleine insecten die er
zieh in ophouden, te yangen. Men ziet ze yaak aan de bloesems
der ficus-soorten, der bananen, der dadaps en andere boomen
hangen, of in boomgaten en onder de oyerhangende daken der
inlandsche woningen op kleine spinnen jacht maken. De inlanders
noemen ze manoek manjesep of zuigende yogels. Van de eigen-
lijke honigyogels (Nectarinia) komen op Jaya zeven soorten yoor,
die zieh gedeeltelijk in de läge kuststreken, gedeeltelijk in de
hooge berggewesten ophouden. De prächtige Nectarinia pectoralis,
bij welke de schitterend metaalgroene grondkleur in sommige deelen
yoor fluweelzwart, glanzig koperrood en paarsachtig staalblauw
plaats maakt, is geheel tot de kusten en de nabijheid yan het
water beperkt, en de kleine, zeer op haar gelijkende Nectarinia
Hasseltii bewoont eveneens de läge landen, maar zoekt het water
niet op. De olijfgroen-en-gele Nectarinia lepida, de meest ge-
wone yan allen, bewoont zoowel de tuinen der binnenlanden als
der zeekust, en yertpont zieh ook yaak in de koffieplantages,
maar zelden diep in de bergbosschen. Nagenoeg hetzelfde laat
zieh zeggen van Nectarinia eximia, die als een staalkaart van
olijfgroen, geel, staalblauw, bruin- en blauw-zwart en helder wit
vertoont. De prächtig metaalglanzend groene, maar met zwart,
staalblauw, koperrood en zwavelgeel afgezette Nectarinia phoe-
nicotis is yerbreid van de kust tot in de bergwouden op eene
hoogte van 4000 voet. Nectarinia mystacalis, in wier kleurseha-
keering purper en scharlakenrood de overhand hebben, maar met
staalblauw, roetzwart, citroengeel en andere kleuren afgewisseld,
woont in de dorpsboschjes en koffieplantages en tot in de hooge
oorspronkelijke wouden; terwijl eindelijk de met metaalgroene,
staalblauwe, purperroode en citroengele prachtkleuren prijkende
Nectarinia Kühlii, eene soort die slechts op Java gevonden wordt,
yan alle honigyogels het hoogste in de bergen verspreid is, en
op eene hoogte van 8000—9000 voet in de läge, tusschen de
lavastroomen groeiende struiken in de kraters van oude vuurber-
gen wordt aangetroffen. Veel minder schitterend is hetverwante
geslacht der Arachnotherae of spinnenjagers, op Java door drie
of vier soorten vertegenwoordigd, waarvan chrysogenys en inor-
nata het menigvuldigst voorkomen.
Het schijnt dat ten opzichte der yogels tusschen Oost- en
West-Java een belangrijk onderscheid bestaa t, en de meeste
soorten die yoor het eiland kenmerkend zijn, tot West-Java
zijn beperkt. In Oost-Java, in het Soerabajasche regentschap
Modjokerto, schoot Wallace, behalve pauwen, wilde hanen,
neushoomvogels en dwergpapegaaien, slechts eenige soorten yan
spechten en ijsvogels, die tot de meest gewone en verbreide
yogels der Indo-Maleische Fauna behooren; maar reeds op den
eersten dag van zijn verblijf op den Megamendoeng, waar hij
op een hoogte yan 4000 voet de hut van een wegopzichter be-
trok, brachten zijne jagers hem den sierlijken geel-en-groen
gekleurden trogon Harpactes Keinwardti, den zeldzamen zwart-
en-karmijnkleurigen wielewaal Analcipus sanguinolentus, en den
kleinen vuurrooden, als een vlam tusschen het gebladerte schit-
terenden vliegenvanger Pericrocotus miniatus, allen yogels die
tot Java beperkt zijn. In veertien dagen tijds verkree'g hij hier