
 
        
         
		woudboomen  zelven  aan  de  koffieheesters  de  gevorderde  sehaduw  
 verleenen.  De  koffie  der  derde  soort,  aan  welker  aanplant  in  de  
 laatste  jaren  eene  groote  uitbreiding  is  gegeven,  omdat  zij  met  
 veel  minder  moeite  en  opoffering'  van  tijd  door  de  bevolking  kan  
 verzorgd worden,  wast onder  de sehaduw van pisangboomen binnen  
 de  omheining  der  kampongs.  In ieder district waar de koffiecultuur  
 in  een dezer vormen bestaat, is een deel der landbouwende gezinnen  
 door  de  Europeesehe  ambtenaren,  in  overleg met de hoofden, met  
 de  voorafgaande bewerking  van  den  grond,  den  aan-  en  bijplant  
 en het onderhoud der boomen, den pluk der vruchten, de  afscheiding  
 van  het  vleeschachtig  omhulsel  der  boonen  en  de  aflevering  
 dezer  laatste in de alom daarvoor gevestigde binnenlandsche pakhui-  
 zen belast. Hier ontvangt de bevolking hare betaling, die alleen van de  
 hoeveelheid  der  geleverde  waar  afhangt,  zoodat alle risico der teelt  
 voor rekening der  bevolking loopt,  en,  daar  de  arbeid  tot  levering  
 eener  zekere  hoeveelheid koffie in  verschillende  streken  gevorderd,  
 hemelsbreed verschilt, de belooning in sommige gevallen eene ruime,  
 in  andere  eene  uiterst  karige  mag  heeten.  Het  getal huisgezinnen  
 in  de  18  koffie-residentien  bij  de  tuin-  en  boschkoffie  ingedeeld,  
 wordt  in  het verslag over 1872, maar op grond van  zeer onvolledige  
 opgaven,  op  708,780  begroot  !).  De  geheele  hoeveelheid  der aan  
 ’s Gouvernements  pakhuizen geleverde koffie, met inbegrip der levering  
 uit de Vorstenlanden, was 985,961 pikols 2). De 929,500 pikols  
 in  de Gouvernements-koffieresidenties gewonnen, werden verkregen  
 van  226,927,481 vruchtdragende boomen, waarvan 198,569,308 op  
 hoog  gezag  waren  aangeplant,  terwijl  de  overige 28,358,173 den  
 vrijwilligen  aanplant  der  bevolking  vertegenwoordigen.  Men  had  
 een  pikol  koffie  verkregen  van  gemiddeld  244  vruchtdragende 
 ’)  Hoe  deze  opgave  van  Bijl.  CC  overeen  te brengen  is met  die  van Bijl. BB, waarin  
 van  597,649 cultuurplichtige huisgezinnen voor de-tuinkoffie, 557,676 voor de kampong- en  
 paggerkofüe,  en  27,217  voor  de  boschkoffie  wordt  gewaagd,  moet  ik  ter  opheldering  
 overiaten  aan  hen  die beter  dan  ik in de mysterien onzer  koloniale statistiek zjjn  ingewijd. 
 *)  Hoe  afwisselend  de  productie  is  blijkt  uit  de  volgende  opgave  der  sedert  1868  
 verkregen  koeveelheden. 
 1868  .  .  588,  616 pikols.  1871  .  .  446, 304  pikols. 
 1869  .  .  962,  800  »  1872  .  .  985, 961 
 1870  .  .  986,' 038  »  1873  .  .  773, 920  » 
 De  oogst  voor  1874  werd,  volgens  de  laatste  berichten,  op  919,000 pikols geschat. 
 boomen,  terwijl  men  het  jaar  te  voren,  dat  voor  de koffiecultuur  
 zeer  ongunstig  was  geweest,  gemiddeld  562  boomen  voor  een  
 pikol  had  moeten plukken. 
 De  koffiecultuur  in  sommige  residenties  zou  op  een bijzondere  
 beschouwing  aanspraak  maken,  indien  mijn  bestek  dit  gedoogde.  
 In  de  Preanger  openbaart  zieh,  door de  zorgen van het Gouvernement  
 ,  sedert  de  opheffing  van het exceptionneele stelsel waaronder  
 die  schoone  residentie  zoolang  gezucht  heeft, velerlei verbetering.  
 De koffieboomen zijn onder de landbouwende bevolking verdeeld, zoodat  
 ieder zijn eigen boomen verzorgt en plukt;  de äfstanden tusschen  
 de woningen der planters en de tuinen zijn zeer verminderd, doordien  
 de  nieuwe  tuinen  in  de  nabijheid  der  dessa’s  zijn  aangelegd,  
 en  de  verstafgelegene  door  vrijwilligen  afstand  der  daarop recht-  
 hebbende  bevolking  aan  gegoede  inlanders  zijn  overgedragen, die  
 ze nu in vrijwilligen arbeid onderhouden; het product kan opkorteren  
 afstand  van  de  dessa’s  worden  afgeleverd  dan  vroeger,  dewijl  
 men  nu  van  het  naastbij  gelegen  pakhuis  mag  gebruik  maken,  
 terwijl  men  vroeger  niet  buiten  zijn  district  mocht  gaan;  en  
 honderden  inlanders  hebben  niet  slechts in  de kampongs  uit  eigen  
 beweging  koffie  geplant,  maar  ook  buiten  de  dessa’s  tuintjes  
 van  duizend  en  meer  boomen  geheel  vrij willig aangelegd, terwijl  
 zefs  aan  eenige  aanzienlijke  inlanders  perceelen  woesten  grond,  
 tot  een  uitgestrektheid  van  50  bouws,  op  hnn  verlangen werden  
 afgestaan,  öm  ze  te  beplanten  met  koffie,  die  zij  zieh  verbonden  
 hebben  tegen  den  gewonen  prijs  aan’s lands pakhuizen te leveren.  
 De  Preanger  zijn  dus  op  weg  om  onder  de  koffie voortbrengende  
 gewesten  den voorrang te herwinnen, dien zij  sedert lang aan Pasoe-  
 roean  hebben moeten afstaan. In laatstgenoemde merkwaardige residentie, 
   vooral in  de afdeeling Malang, heeft de koffiecultuur eene elders  
 op Java geheel onbekende vlucht genomen. In zeven van de tien  
 koffie  produceerende  districten  dier  residentie.  kan  de  cultuur  
 thans  geheel  aan4den  vrijen  wil der bevolking worden overgelaten..  
 In  1872  bedroeg  hier  het  aantal  op  hoog  gezag  geplante vruchtdragende  
 boomen  13,750,000,  terwijl  de  vrijwillige  aanplant  
 14,000,000 b oomen telde. Yan bijna 28,000,000 vruchtdragende boomen  
 , of bijna een zevende van den geheelen aanplant van Java, wer