
 
        
         
		afbedelde,  en  was  de  raadsman  van  allen  die  tot  aanzien  en  
 eene  goede  betrekking  wenschten  te  komen,  daar  zij  zieh steeds  
 wisl  bevonden  bij  zijn  onderwijs.  Bij  onderzoek  bleek,  dat  zijne  
 yoorschriften  zieh  niet  tot  tooverspreuken  bepaalden,  maar  dat  
 hij  ook  goede  lessen  van  levenswijsheid  te  geven  wist.  ’)  Men  
 onderscheidt  soms  de  kluizenaars  die  zieh  niet  van  de  samen-  
 leving  afzonderen,  door  den  bijzonderen  naam  van  depok.  2) 
 Hoe  onbetwistbaar  Hindoesch  in  oorsprong  het  täpäleven  ook  
 •  zÄn  moge ?  men  zou  zieh  van  het  syncretismus  der  Javanen  een  
 geheel  verkeerde  voorstelling  maken,  indien  men  meende  dat  
 hun Islam daaraan ten minstein allegevallenbepaaldvijandigis. Ook  
 de  Javaan  die  in  Allah  den  eenigen  God  erkent,  acht  eenleven  
 van  onthouding  en  boetedoening  het  grootste  sieraad  van  den  
 geloovige.  Wanneer  de  Javaan  vroom  is,  heeft  zijne  vroomheid  
 doorgaans  een  mystische  klenr.  Hij  heeft  in  zijne  bespiegelingen  
 slechts  Allah  in  de  plaats  van  Brahma  te  stellen,  en  alles  is  in  
 orde.  Een  leeraar  die  tevens  het  täpäleven  leidt,  wordt  boven  
 alle  andere  aanbevolen.  Evenwel  zijn  velen  van  oordeel,  dat een  
 Moslem  niet  met  zijne  onthouding  behoort  te  pronken,  en  men  
 vmdt  soms  grooten  lof  toegekend  aan  hen  die  het  verborgen  
 hielden,  dat  zij  een  leven  der onthouding leidden, en , zonder zieh  
 van  hunne  medeburgers  af  te  zonderen,  den  akker  bewerkten  
 even  als  z ij.3) 
 Een ander overblijfsel van het Siwaisme is wellicht de kleine, zieh  
 onder  den  orthodoxen  naam  van  santri verschuilende aanhang der  
 santri birahi. Het woord b i r a h i , lust, begeerte, geslachtsdrift, wijst  
 op eene ontuchtige levenswijze, zooals wij ze in vele oude godsdiensten  
 met  de  vereering  der natuurkrachten verbonden vinden. Ook in den  
 dienst  van Siwa,  den levenschenker, vaak vereerd onder het behende  
 symbool  van  den  l i n g a ,   kunnen  zulke  verschijnselen ons niet  
 bevreemden.  Intussehen  is  ook  samenhang met een Polynesischen  
 . natuurdienst  niet  onmogeljjk  en  laten  zieh“  wellicht  de  santri  
 birahi  met  de  basirs  der  Dajaks  vergelijken,  gelijk  wij  in  de  
 Javaansche  taled&ks  of  publieke  danseressen,  waarover  elders 
 >)  Meded.  V II,  77  »)  Meded.  VTIX.  223.  ^   Meded.  XXII.  220. 
 nader,  nog  menig  punt  van  verwantschap  met  de  Dajaksche  
 balians  kunnen  opmerken.  Deze  santri  birahi  scheren  zieh  de  
 kruin  en  dragen  een  van  rotan  gevlochten  kapje,  gelijk  de  ge-  
 wone  santri’s,  maar  vereeren,  in  plaats  van Allah,  de  dewa’s en  
 widädari's,  en  houden  in  gezelschap van  dansmeiden  en publieke  
 vrouwen  geheimzinnige  bijeenkomsten,  waarbij  onder begeleiding  
 van  de  törbang  of tamboerijn ontuchtige dansen worden uitgevoerd.  
 Doch  wij  willen  niet  trachten  den sluier verder op te  tillen  die de  
 levenswijze van  dit  uitvaagsel der Javaansche samenleving bedekt. 
 In  het Javanisme der sangtäpä’s  zijn Brahmanisme  en Islamisme  
 tot  zekere  hoogte  ineengevloeid.  Maar  welke  is  nu de verhouding  
 tot  die  beide van  het  in  zijn wezen  atheistische  Boeddhisme,  dat  
 ook  al  zijne  apostelen  naar  Java  gezonden  en  er  eenmaal  eene  
 menigte  adepten  geteld  heeft?  Behend  is  de  groote  hervorming  
 in Hindostan,  beproefd  door  Säkja-moeni,  dien  zijne  volgelingen  
 den  Boeddha,  den  verlichte,  noemen;  bekend  hoe  zijn  sombere  
 geest  in  het  leven  niets  dan  eilende  zag,  hoe  hij  terugdeinsde  
 voor  de  gedachte  aan  de  eindelooze  „omwentelingvanhet wereld-  
 rad“,  hoe  hij de  Brahmaansche  ascese  een ondragelijk  juk  achtte  
 en  als  volstrekt  onvermogend  beschouwde  om lafenis te  schenken  
 aan  de  naar  rust  hakende  ziel.  Boeddha  zag  voor  den  mensch  
 slechts  heil  in  de  vernietiging  van  het individueele zijn, waarvan  
 het  wezen,  naar  zijne  voorstelling,  in  het  denken  zelf  bestond.  
 Aan  de  leer  van  het  materialisme,  dat  het  individueele zijn  met  
 den  dood  ophoudt,  schijnt  hij  niet  gedacht  te  hebben.  Hij  wilde  
 het  vernietigen  door  de  macht  van  het  denken zelf. Daartoe werd  
 verloochening  der  wereld,  inkeer  in zieh zelven, aanhoudende be-  
 spiegeling  over  de  ijdelheid  van  het  zijn aangeprezen. Längs dien  
 weg  meende  hij  dat  ten  laatste  ook  de  mogelijkheid  der  voorstelling  
 kon  worden  vernietigd.  De  mensch  die  dit  standpunt  
 bereikt  had,  zou  rüsten  in het  ledige,  de  nirwana;  van hem was  
 het  gevaar  der  wedergeboorte  tot  nieuwe  eilende  voor  eeuwig  
 geweken. 
 Ongetwijfeld  is  dit  nieuwe  stelsel,  waarin  voor  de  Godheid  
 geen  plaats  meer  is,  op  Java  slechts  bekend  geworden  in  dien  
 verbasterden vorm waarin  de prediker der leer zelf door zijne volge- 
 22