
 
        
         
		aan  het  Gouvernement  eene  rente  van  den  door  hen  beboüwden  
 grond  zouden  betalen,  geevenredigd  aan  de  uitkomsten  van  
 hunnen  oogst.  E r  werd  dus  een  staat  van  de  bevolking  van  
 iedere  dessa  opgemaakt,  met  aanteekening  der  namen  van  de  
 mannelijke  ingezetenen  en  vele  andere  bijzonderheden.  Uit  de  
 bijeentrekking  van  deze  dorpsstaten  werd  de  bevolking  vanieder  
 district,  uit  die  der  districtsstaten  die  van  elke  residentie  afge-  
 leid,  terwijl eindelijk  de uitkomsten,  voor  de  residentien  verkre-  
 gen,  tot  een  algemeenen  staat  der  bevolking  van  het  gebeele  
 eiland  werden  vereenigd.  Een  werk  van  zoo  grooten  omvang  
 kon  echter  gedurende  den  korten  tijd  van  het  Britscbe tusscben-'  
 bestuur  niet  tot  genoegzame  rijpheid  en  volkomenheid  gebracht  
 worden;  waarbij  komt,  dat  men  zieh  voor  de  Yorstenlandeii,  
 waar  bet  landrente-stelsel  natuurlijk  niet  werd  toegepast,  bp  
 voortduring  met  gebrekkige  inlandsehe  opgaven  bebelpen  moest.  
 Echter  aarzelt  Raffles  niet  te  verklären,  dat,  althans  wat  de  
 Europeesche  provincien  betreft,  de  bevolkingsstatistiek  aan  alle  
 billijke  eischen beantwoordde,.  en,  in  weerwil  der  onnauwkeurig-  
 beden  waaraan  zulke  opgaven  steeds  onderhevig  zijn,  met  eenig  
 vertrouwen  door  hem  aan  het  publiek  werd  aangeboden. 
 Volgens  de  resultaten  dezer  eerste  telling,  die  wij  ophetjaar  
 1815  .mögen  stellen,  was  de  bevolking  van  Java  aanmerkelijk  
 grooter,  dan  zij  vier  k  vijf jaren  vroeger door Daendels berekend  
 was. Yolgens  Raffles  bedroeg de gezamenlijke bevolking 4,615,270  
 zielen,  waarvan  4,499,250  op  de  inlandscbe  bevolking  kwamen.  
 De  Yorstenlanden  werden  hierbij  op  1,657,934  zielen  geschat;  
 een  betrekkelijk  hoog  cijfer,  wanneer  men  in  aanmerking neemt  
 dat  het  gebied  der  vorsten  door  Raffles  aanmerkelijk  was  inge-  
 k o rt,  en  Kadoe  benevens de regentschappen P atjitan, Mädjäkertä,  
 Bädjänegärä,  Grobogan  en  Blora  aan  bet  Europeescb  gebied  
 was  toegevoegd.  Bantam,  door  Daendels  op  slechts  80,000  
 zielen  geschat,  komt  op  den  staat  van  Raffles  met  231,604  zielen  
 voor.  Het  tegenwoordig  gebied  der  residentien  Batavia,  Tje-  
 ribon  en  Preanger,  dat  volgens Daendels 550,000 zielen  bevatte,  
 heeft  er  volgens  Raffles  861,956.  De  nieuwelings  aan  den  So.e-  
 soehoenan  en  Sultan  ontnomen  gewesten,  hoofdzakelijk  begrepen 
 in  de  namen  Kadoe,  Grobogan  en  Djipang,  worden  op  263,832  
 zielen  gesebat.  De  oversebietende  1,634,344  komen  vrij  wel  
 overeen  met  de  1,600,000  door  Daendels  aan  het  Gouvernement  
 der  Hoördoostkust  toegekend,  maar  blijven  ruim  240,000  zielen  
 beneden  de  12  jaren  vroegere  telling  van  Engelhard. 
 Op  de  doorRaffles  voor  de  statistiek  van  Javagelegde  grond-  
 slagen  werd  door  den Gouverneur-Generaal  v.  d. Capellen  voort-  
 gebouwd.  Te  recht  oordeelende  dat  de  voorhanden  gegevens  nog  
 zeer  veel  te  wenschen  overlieten,  en  dat  eene  goede  en  nauw-  
 keurige  statistiek  tot  rechte  beoordeeling  van  velerlei  vraagstuk-  
 ken  waaromtrent ■ groot  verscbil  van  gevoelen  bestond,  voor  de  
 Regeering  onmisbaar  was,  gelastte  hi j ,  bij  besluit  van  27  Juni  
 1820,  dat  eene  algemeene  statistiek  eerst  van  Java,  later  ook  
 van  de  Buitenbezittingen,  zou  worden  samengesteld.  Aan  alle  
 residenten  van  Java  werd  gelast  om,  ieder  in zijn ressort, nauw-  
 keurige  opgaven  te  vorderen,  en  tevens  werden  hun  modellen  
 voor  het  verlangde  onderzoek  ter  hand  gesteld,  om  daardoor  de  
 gelijkvormigheid  der  gegevens  en  de  gemakkelijkheid  der  bijeentrekking  
 tot  een  gebeel  te  bevorderen.  Het  antwoord  op  de  
 vragen,  in  die  modellen  vervat,  werd  aanvankelijk  tegen  30  
 April  1821  gevraagd;  doch  later  bleek  de  noodzakelijkheid  om  
 den  termijn  met  drie  maanden  te  verlengen.  Werkelijk  is  de  
 Regeering  längs  dezen  weg  in  het  bezit  eener,  niet  verwerpelijke  
 statistiek  van  Java  gekomen,  maar  zij  bebield  de  verkregen  
 kennis  voor  zieh  zelve.  Yoor  zoover  mij  bekend  is ,  zijn  eerst  
 in  1840  *)  eenige  cijfers  van  de  ten  gevolge  dezer  maatregelen  
 verkregen  uitkomsten medegedeeld.  Dat  ze  gebrekkig  zijn,  blijkt  
 o.a.  reeds  daaruit,  dat  men  bij  de  meeste  residentien  de  cijfers  
 van  1830  onveranderd  voor  1831  berbaald  vindt.  Yoor  de  
 Gouvernementslanden  bedraagt  het  cijfer  in  1831  6,018,763,  
 waarbij  een millioen  voor  de Yorstenlanden  moet  gevoegd worden. 
 De . Commissaris-Generaal  du  Bus,   die,  blijkens  vele  zijner  
 handelingen,  een  vriend  was  van  kennis  en  wetenschap,  besloot  
 in  1827  een  stap  verder  te  gaan  en  eene  statistieke  beschrijving 
 »)  T.  v.  N.  1.  I I .  l .   162.