
 
        
         
		yan  den  Islam  bezweken,  öf  het  zwaard  der  strijders  in  den  
 weg  Gods  ontvloden,  om  op  Bali  of  elders  een  schuilplaats  
 te  zoeken. 
 En  • dit  brengt  mij  van  zelf  tot  bet  andere  p u n t,  den  invloed  
 dien  de  invoering  van  den  Islam  op  de  beeidende kunst op  Java  
 heeft  uitgeoefend.  Deze  kon  natuurlijk  niet  anders dan  ongun-  
 stig  zijn,  eendeels  omdat  de  kunst  op  Java  in dienst had  gestaan  
 van  godsdiensten  die  door  de  belijders  van  den  Islam  werden  
 verfoeid,  wier  tempels  en  beeiden  overal  door  hen  verwoest  
 werden;  anderdeels  omdat  de  Islam  zelf uit  zijn  aard  zeer vijan-  
 dig  is  aan  de  beeidende  kunst  en  de  nabootsing  van  al  wat leven  
 heeft  op  religieuse  gronden  veroordeelt.  Toch  komt  het  mij  
 onbetwistbaar  voor,  dat,  zoo  de  oude  kunst  in  den  boezem  des  
 Javaanscben  volks  tijdens  de  invoering  van  den  Islam  krachtig  
 geleefd  had,  de  nieuwe  godsdienst  haar  niet  geheel  zou  hebben  
 weggevaagd,  maar  dat  zij  zieh  alleen  in  nieuwe  vormen  zou  
 hebben  geopenbaard,  —  vormen  die  zieh  met  den  Islam  konden  
 verdragen.  Indien  al  de  uitoefening  van  schilder-  en  beeldhouw-  
 kunst  door  den  Islam  binnen  enge  grenzen  beperkt  wordt,  de  
 bouwkunst  heeft  zieh  in  andere  landen  onder  zijne  heerschappij  
 in  eene  eigenaardige  richting  ontwikkeld  en  heerlijke  gedenk-  
 stukken  voortgebracht.  Waarom  kon  dit  ook  niet  op  Java  het  
 geval  zijn?  Bovendien  moet  men  zieh  wachten  om  zieh, van  den  
 tegenstand  der  leeraars  van  den  Islam  tegen  de  beoefening  der  
 beeidende  kunst  overdreven  voorstellingen  te  vormen.  Er  
 bestaat  te  dien  opzichte  eene  zeer  gestrenge,  maar  er  be-  
 staat  ook  eene  aanmerkelijk  gematigde  richting.  Er  zijn  er-  die  
 allen  met  de  straf  der  hei  bedreigen  die  zieh  aan  de  nabootsing  
 van  eenig  levend  wezen  schuldig  maken;  maar  er  zijn  er  ook  
 wier  toegevendheid  zoover  gaat,  dat  zij  zelfs  de  afbeelding  van  
 het  menschelijk  lichaam  veroorloven,  mits  men  zieh  slechts  van  
 die  des  aangezichts  onthoude.  En  zelfs  aan  den  schroom  om  
 dit  laatste  voor  te  stellen  heeft  de  ijdelheid  der  Sultans van Tur-  
 kije  het  zwijgen opgelegd;  want  het  is  een  bekende  zaak,  dat  
 in  het  serail  te  Konstantinopel  eene  volledige  reeks  van  portretten  
 der  Turksche  Sultans  bewaard  wordt,  al  zijn die dan ook 
 doorgaans  door  Christen-kunstenaars  vervaardigd.  Dat  vroeger  
 de  Mooren  in  Spanje  zieh  weinig  om  het verbod bekreunden, en  
 dat  dit  ook  door  de hedendaagsche Perzen  vaak overtreden wordt,  
 behoef  ik  wel  niet  te  herinneren.  Zelfs  de  meest  gestrenge  
 leeraars  van  den  Islam  veroorloven  het  maken  van  teekeningen  
 en  plans  van  de  heilige  plaatsen.  ') 
 De  Javaan  behoort  zeker  in  dit  opzicht  niet  tot  de  strengste  
 moslemen;  de  meesten  schijnen  er  zelfs  weinig  bezwaar  in  te  
 zien,  zieh  door  teekenstift  of photographie  te  laten  portretteeren.  
 Wel  wordt  verhaald  dat  de  buitensporige  gedaante  der  tegen-  
 woordige  wajang-poppen  de  uitvinding  is  van  een  vorst  die  
 meende  op  deze  wijze  haar  gebruik  met  de  voorschriften van den  
 Islam  in  overeenstemming  te  kunnen  brengen;  maar  strikt  ge-  
 nomen  zouden  ook  de  meest  misvormde  wajang-poppen  niet  
 kanoniek  zijn.  Teekeningen,  zij  het  dan  ook  veelal  gebrekkig,  
 worden  vaak  door  Javanen  vervaardigd.  Als  eene  merkwaardige  
 proeve  van  Javaansche  beeldhouwkunst  wordt  het  uit  wijngaard-  
 bladen  en  druiventrossen  samengestelde  voetstuk van den  predik-  
 stoel  der  in  1829  gestichte  Protestantsche  kerk  te  Rembang  
 geroemd  ).  Ja  wat  meer  is,  er  zijn  Javaansche  beeldhouwers,  
 die,  om  aan  den  smaak  der  Europeanen  in  de  voortbrengselen  
 der  oude  Hindoekunst  voldoening  te  verschaffen,  zieh  op  de  
 vervaardiging  van  kleine  kopieen  in  steen  van  oude  tempels  en  
 beeiden  toeleggen.  Yoor  eenige jaren  leefde  zulk  een  kunstenaar  
 te Malang,  wiens  werk  door  de  liefhebbers  zeer  gezöcht  en duur  
 betaald  werd.  Eindelijk  heeft  Java  ten  minste  een  kunstenaar  
 voortgebracht  die  zieh  een  bljjvende  plaats  in  de  geschiedenis  
 der  kunst  heeft  veroverd.  Wie  heeft  niet  hooren  gewagen  van  
 Raden  Saleh’s  penseel?  Welke  Nederlander  althans  heeft  niet  
 met  een  of  anderen  zijner  meesterlijke  grepeninde  dierenwereld,  
 zijne  dieren  bij  den  boschbrand, b. v ., of zijn ter hertenjacht uitge-  
 togen  maar  door  een  tijger  aangevallen  cavalcade,  hetzij  in  het  
 origineel  of  in  chromolithographische navolging, kennis gemaakt ?  
 Wat  uit  deze  voorbeelden  kan  worden  afgeleid  ten  bewijze 
 ‘)  Zieover  dit  onderwerp  d’Ohsson,  Tableau  de  l’empire  Othoman.  II  236. 
 3)  v.  Flu  *  11,  Keis  over  Java,  I  130.