
 
        
         
		te worden.  Alle  zangers  nemen nauwkeurig dezelfde  maatinacht,  
 allen  beginnen en eindigen volkomen op hetzelfde  oogenblik.  Nadat  
 bet  concert  met  eenige  tusscbenpoozen  omstreeks  vijf  kwartier  
 heeft  geduurd,  wordt  bet  woud  weder  volkomen  stil  en  geen  
 enkele  toon  wordt  meer  vernomen. 
 De  laatste  groep  der  rhyneboten  vormen  dq  hemipteren  of  
 wantsen,  waaronder  ook  op  Java  de  echte  cimices  (acanthiadae),  
 .onder  den  naam  van  koetoe  boesoek  bekend ,  de  woningen  verpesten  
 en  slechts  met  veel  moeite  daaruit  te  weren  zijn.  Yele  
 soorten  van  hemipteren  leven  echter  niet  in  de  huizen,  maar  in  
 het  water  of  op  . het  veld.  De  rivieren  en  moerassen  van  Java  
 leveren  overvloedig voedsel  aan  onderscheidene  soorten'van  noto-  
 nectidae,  nepidae  en  hydrometridae,  terwijl  andere,  tot  deredu-  
 vidae,  capsidae,  lygaeidae,  coreidae  en  pentatomidae  behoorende  
 soorten  de  tuinen  en  velden  rondom  de  kampongs bewonen.  Yan  
 .deze  laatste  is  wel  de  meest  verafschuwde  soort  de  tot  de  lygaeidae  
 behoorende  walang  sangit  (Stenocoris  varicornis  Burm.),  
 een  insect  dat  groote  schade  aan  het  rijstgewas  berokkent,  een  
 bijtend  vocht  van  zieh  geeft  dat  zeer  voor  de  oogen  gevreesd  
 wordt,  en,  gelijk  vele  hemipteren,  een  ondragelijken  stank  ver-  
 -spreidt,  waarom  het  in  de woningen,  die  het  dikwijls  des avonds  
 binnenvliegt,  een  zeer  onwelkome  gast  is.  De  heer  Snellen  van  
 Vollenhoven  heeft  in  zijn  „Essai  d’une  faune  entomologique  de  
 .1 Archipel  Indo-Aeerlandais ^  de  op Java voorkomende soorten  der  
 tot  de  pentatomieden  behoorende  geslachten  Pentatoma  en  Scu-  
 tellera  beschreven  en  afgebeeld,  en  onze  verbazing  gewekt  door  
 de  kleurenpracht  die  ook  deze. verachte insecten ten toon spreiden. 
 De  rij  der  tweevleugelige  insecten  of  dipteren  wordt  geopend  
 door de vlooien (pulices), ofschoon zij de eigenlijke vleugelen missen.  
 Zij  zijn op Java den  mensch  minder  tot last dan  in  Europa,  maar  
 zijn  er  daarentegen  een  kwelling  voor  de  meeste  huisdieren.  De  
 inlandsche  naam  is  ketjoppet.  De  luisvliegen  (pupiparae),  die  de  
 •tweede  groep der dipteren vormen  en parasietisch op warmbloedige  
 dieren  leven,  schijnen  op  Javavooral  vertegenwoordigd  door  het  
 geslacht  Olfersia,  waarvan  de  soort  longipalpis  op  verschillende  
 .vogels  gevonden  is. 
 De  overige  dipteren  verdeelt  het  gewone  spraakgebruik  in  
 de  twee  groote  groepen  van  vliegen  en  muggen,  waaraan  de  
 wetenschappelijke  namen  brachycera  en  nemocera  beantwoorden.  
 Beide  zijn  op  Java  door  tal  van  familien,  geslachten  en  soorten  
 vertegenwoordigt;  de  inlanders  heeten  de  eersten  lalar,  de  anderen  
 njamoek.  Merkwaardig  is  het  dat  juist  Java  in  Antidoxion  
 een  geslacht  bezit  dat  tusschen  beide  het  midden  houdt.  De  
 vliegen,  die  in  menigte  de  woningen  binnendringen  en  op  
 alle  provisien  azen,  kunnen  op  het  heetste  van  den  dag  een  
 ondragelijke  last  worden;  maar  erger  zijn  sommige  soorten  van  
 muggen.  De  Europeanen  in  Indie  noemen  alle  stekende  muggen  
 die  den  mensch  aanvallen,  met  een  aan  het  Spaansch  of  Portu-  
 geescb  ontleenden  naam,  muskieten  ').  Dat  deze  op  het  zweet en  
 bloed  van  menschen  en  hoogere  dieren  verlekkerde  insecten  in  
 alle vochtige en moerassige  streken van Java  eene vreeselijke plaag  
 zijn,  is  van  te  algemeene  bekendheid,  dan  dat  wij  er  hier  lang  
 bij  zouden  stilstaan.  Te  Batavia  en  elders  in  de  strandvlakten  
 worden  de  ledikanten  des daags  door  een  kipas (waaier)  of  sapoe  
 lidi  (bezem  uit  de  stengels  van  kokosbladeren  vervaardigd)  van  
 dit  ongedierte  gezuiverd,  en  hun  de  terugkeer  door  het  rondom  
 onder  de  matras  vastgestopte  gazen  behangsei,  dat  bij  het  naar  
 bed  gaan  niet  meer  dan  volstrekt  noodig  is  wordt  opgelicht,  
 zooveel  mogelijk  afgesneden.  Zijn  deze voorzorgen  verwaarloosd,  
 dan  kan men de hoop op een rüstigen nacht wel opgeven. De heische  
 trompetten  der  muskieten  verdrijven den  slaap  zelfs van afgematte  
 oogen,  en  hun  angel  dringt  door  de  lichte  nachtkleedij  en  over-  
 dekt  het  lichaam  met  pijnlijk  jeukende  builen,  die bij nieuwelin-  
 gen  niet  zelden  in  hardnekkige  verzweringen  overgaan. 
 De  dipteren  van  Java  zijn  nog  gebrekkig  bekend.  De  verza-  
 melingen  van Wallace,  die  het meest  tot  de  kennis  der  diptero-  
 logische  Fauna  van  den  Indischen  Archipel  hebben  bijgedragen,  
 zijn  bijna  uitsluitend  op  andere  eilanden  bijeengebracht.  Daarentegen  
 heeft  de  te  vroeg  gestorven  Doctor  Doleschall,  benevens  
 een  aantal  Amboineesche,  ook  vele  Javaansche soorten verzameld 
 x)  Mosquito,  verkleinvorm  van  mosca,  het  Lat.  musca.