
 
        
         
		Geen  ongegronder  waan  dan  wat  door  sommige  oppervlakkige  
 ethnologen  is  geleeraard,  dat  het  eene  volk  in  recht,  moraalen  
 geheele  wereldbeschouwing  de  antipode  van  het  andere  zouzijn;  
 ten mmste  indien  die  stelling  iets  anders  moet  beteekenen,  dan  
 dat,  ten  opzichte  van  recht,  moraal  en  wereldbeschouwing,  de  
 verschillende  yolken  op  een  verschillend  standpunt  Yan  ontwik-  
 keling  staan,  —  een  waarheid  die  niet  behoeft  verkondigd  te  
 worden,  omdat  zij  door  niemand  wordt  in  twijfel  getrokken. 
 Bedrieg  ik  mij  niet,  dan  komen  de  hoofdtrekken'waarin  alle  
 dorpsgenootschappen  overeeiikomen,  op  het  Yolgende  neder.  Zij  
 bestaan  uit  een  zeker  aantal  familien  die  zieh  in een onbewoonde  
 landstreek  hebben  nedergezet  en met  meer  of  minder  scherpheid  
 de  grenzen  van  een  gebied  hebben  afgebakend  dat  zij  gezamen-  
 lijk  als  hun  eigen  beschouwen.  Dit  gebied  splitst  zieh  in  drie  
 deelen:  het  eigenlijk  dorp,  ingenomen  door  de  woningen  en  
 erven  der  Yerschillende  tot  de  vereeniging  behoorende huisgezin-  
 nen;  een  door  gezamenlijke  krachten  ontgonnen gedeelte, waarop  
 de  groöte  cultuur,  d.  i.  die  der  voorname  voedingsmiddelen  
 plaats  vindt;  en  daarbuiten  een  zekere  uitgestrektheid  woeste  
 grond,  die  voorloopig  als  gemeene  weide  gebruikt  wordt,  maar  
 de  gelegenheid  geeft  tot  uitbreiding  der  ontginningen,  indien  
 het  aantal  der  huisgezinnen  toeneemt.  In  de  woning  met  het  
 daarbij  behoorend  erf  oefent  ieder  huisYader  een  aartsYaderlijk  
 gezag  over  de  leden  van  zjjn  gezin,  maar  voor  de  regeling  der  
 gemeenschapp'elijke  belangen  en  de  handhaving  der  rechten  Yan  
 het  genootschap  naar  buiten,  wordt  door  de  gezamenlijke  huis-  
 vaders  een  dorpshoofd  gekozen,  wien  een  raad  Yan  oudsten  
 wordt  ter  zijde  gesteld,  tenzij,  wat  somtijds  het  geval  is,  die  
 raad  uit  de  gezamenlijke  Yolwassen  mannen  bestaat.  Het  bouw-  
 land  wordt  misschien  altijd  in  den  aanvang  als  gemeenschappelijk  
 eigendom  van  alle  leden  der  gemeente  beschouwd,  en  
 waarschijnhjk  zelfs gemeenschappelijk bewerkt, zoodat de Yruchten  
 ondfer  allen  verdeeld  worden.  Allengs  echter  gaat  men  over  tot  
 een  verdeeling  der  akkers  onder  de rechthebbenden, zoodat,  ter-  
 wijl  aan  het  dorpshoofd  een.  grooter  aandeel  wordt  toegekend,  
 aan  elk  der  overigen  een  gelijk  deel  ten  gebruike  voor  een  of 
 meer  oogsten  wordt  toegewezen.  Doorgaans  vindt  het  gemeenschappelijk  
 bezit  nu  zijne  uitdrukking  slechts  in  de  periodieke  
 herdeeling,  die  tevens  de  mogelijkheid  buitensluit,  dat  een  lid  
 door  het  voortdurend  gebruik  van  een  stuk  grond  van  betere  
 hoedanigheid  boven  de  anderen  zou  worden  bevoordeeld.  De  
 vermeerdering  der  huisgezinnen  maakt  de  uitbreiding  van  het  
 bouwland  door  nieuwe  ontginningen  noodzakelijk,  tenzij  volk-  
 plantingen  worden  uitgezonden  naar  de  nog  onbezette wildernis,  
 die  allengs  tot  zelfstandige  dorpsgenootschappen  opgroeien.  De  
 ontginningen  in  de  mark  zelve,  zoo  zij  niet  door  gezamenlijke  
 krachten  plaats  hebben,  worden  de  bron  van  individueele  rechten, 
   die  echter  veelal  slechts  voor  een  tijd  erkend  worden,  zoodat  
 de  nieuw  ontgonnen  landen  na  korter  of  langer  tijdsverloop  
 met  de  gemeentevelden  worden  samengesmolten.  Het niet  ontgonnen  
 deel  der  gemeentegronden  blijft  onverdeeld.  Yoor  zoover  
 er gras  groeit voor beestenvoeder geschikt, laat ieder der gemeente-  
 leden  het  door  zijn  vee  beweiden,  terwijl  brandstof,  bouwmate-  
 riaal  en  allerlei  boschproducten,  die  ieder  slechts  voor  het  
 inzamelen  heeft,  van  het  overige  verkregen  worden. 
 Aan  deze  beschrijving  beantwoorden  in  het  algemeen  alle  
 dorpen  en  kampongs  op  Jav a ,  hetzij  ze  ieder  op  zieh zelve staan,  
 of  onderscheidene  tevens  tot  eene  grootere  eenheid, eene negärä,  
 zijn  vereenigd.  Er  is  echter  een  onnoemelijk  aantal  van  plaatse-  
 lijke  verscheidenheden.  Soms  zijn  verschillende  kampongs  onder  
 een  hoofd  of  loerah  vereenigd  en  vormen  de  zoogenaamde kaloe-  
 rahan  ').  De  dorpshoofden  dragen  in  verschillende  deelen  des  
 eilands  verschillende -namen  en  worden  op  verschillende  wijzen  
 gekozen.  Het  lichaam  hunner  raadgevers  heeft  zeer  verschillende  
 samenstelling,  ofschoon  op  J a v a ,  even  als  in  Hindostan,  van  
 de  raadpleging  van  alle  volwassen  mannen,  behalve  voor  de  
 keuze  van  het  gemeentebestuur,  nimmer  sprake  is.  Bovenal  bestaat  
 er  groot  verschil ten aanzien  der  rechten  van  de ingezetenen  
 op  de  bebouwde  gronden,  zooals  reeds  boven  bjj  de beschouwing  
 der  rechtstoestanden  werd  in  het  licht  gesteld  2).  Indien,  gelijk  
 niet  onwaarschijnlijk  i s ,  het  gemeenschappelijk  grondbezit  in  de  
 j)  Tgl.  blz.  589.  2)  Blz.  351  vy.