
 
        
         
		menschelijks.  De  armen  en  handen  zijn  vreeselijk  lang  en  
 dun;  de  aangezichten  loopen  doorgaans  zoo  spits  toe  als  bij  
 een  yogel,  ofschoon  sommige  zijn  afgerond  en  met  kolossale  
 neuzen  en  afzichtige  slagtanden  gewapend;  de  oogen  zijn  deels  
 nauw  en  langwerpig,  deels  groot  en  rond;  de  eene  figuur  heeft  
 een  verbazend  gerekten  hals,  de  andere  een  monsterachtigen  
 buik,  de  derde  een  misvormde  ruggegraat;  in  een  woord  de  
 kunst  der  vervaardiging  bestaat  alleen  in  bet  trouw  weergeven  
 van  bet  type,  en  heeft  met  den  zin  yoor  het  soboone  niets  te  
 maken.  Hogtans  vertegenwoordigt  een  stel poppen  yoor de wajang  
 poerwä  een  aanzienlijk  kapitaal.  De  Soesoehoenan  van Soerakarta  
 bezit  een  stel  waaraan  de  pennen  voor  de  beweegbare  geledin-  
 gen  van  goud  zijn,  en  dat  op  eene  waarde  van  meer  dan  3000  
 gulden  geschat  wordt.  Zoo  kostbare  wajangs  zijn  intusschen  
 boogst  zeldzaam,  maar  yoor  een  volledig  stel,  dat  omstreeks  
 200  poppen  vordert,  wordt  tocb  altijd,  naarmate  zij  met  meer  
 of minder  zorg  bewerkt,  meer  of minder  fraai  versierd  zijn,  van  
 A 50 tot/700 betaald. Enkele voomameinlanders bezitten zelven een  
 stel,  maar  gewoonlijk  beboort  het  aan  den  dalang,  die  dan  tot  
 bet  geven  eener  vertooning  ontboden  wordt.  Het bjjzondere, zeer  
 samengestelde  orkest  dat  bij  de wajang  poerwä  gevorderd wordt,  
 heet  gamelan  salendro. 
 De  wajang  gedog  behandelt  den  cyclus  der  echt-Javaansche  
 beldensagen,  tot  aan  den  tijd  der  opkomst  van  Mädjäpahit; haar  
 geliefkoosde  held  is Raden  Pandji  Koedä-wanengpati,  van  wien  
 reeds  boven  gesproken  werd *).  De  poppen zijn minder  kostbaar,  
 meestal  van  dun  hout  vervaardigd,  en  alleen  met  handen  van  
 buffelleer,  maar  altijd  even  plat  als  bij  de  wajang  poerwä.  Riet  
 zelden  geeft  men  ze  een  boofd  met  h a a r,  waartoe  zoowel  
 menscbenbaar als de vezels van den aren-palm gebruikt worden. Het  
 orkest  dat bij deze wajang bespeeld wordt, beet gamelan pdlog;  wij  
 komen  daarop  terug  als  wij  spreken  over  de Javaanscbe muziek. 
 De  wajang  karoeijil  verschilt  van  de  beide  andere  vrij  wat  
 meer  dan  deze  onderling.  Terwijl  de  poerwä  en  gedog  steeds bij 
 » 
 nacht  worden  vertoond,  wordt  voor  deze  ook  de  dag  geschikt  
 geacbt;  terwijl  voor  gene  de  poppen  plat  zijn,  wordenvóordeze  
 ronde,  echter  niet  gekleede,  maar  beschilderde  houten  poppen  
 gebezigd ;  terwijl  bij  gene  de  poppen  in den zacbten stam van een  
 pisangboom worden gestoken,  worden zij hier in latten van djatihout,  
 waarin gaatjes gehakt zijn, vastgezet. Men bezigt hier òfgeen kelir of  
 een  zoodanige  waarin  een  vierkant  gat  is ,  zoodat  ook degeen die  
 vóór  het  tooneel  z it,  de  poppen  zelven  en  niet  slechts  hare scha-  
 duwen  ziet'.  Zoolang  de  dalang  niet gereed i s , geeft een schermpje  
 in  den  vorm  van  schoppen-aas,  vóór  het  tooneel  geplaatst,  het  
 teeken  dat  men  zieh  verbeelden  moet  niets  te  zien.  Men  ver-  
 toont  hier  de  betrekkelijk  nieuwere  geschiedenissen  der  rijken  
 van  Mädjäpahit  en  Padjadjaran;  vooral  is  Damar  Woelan  een  
 geliefkoosde  held  voor  deze  wajang.  De  gamelan  die  er  bij  bespeeld  
 wordt,  heet  gamölan  laras  miring. 
 Op  West-Java  kent  men  nog  een  vierde  soort  van wajang, de  
 wajang  bèbèr,  waarbij  in  het  geheel  geen  poppen  ten  tooneele  
 worden  gevoerd,  maar  de  geheele  geschiedenis  op  rollen  van  
 inlandsch  papier  is  afgeteekend,  die  door  den  dalang,  naarmate  
 zijn verhaal  voortschrijdt,  worden  ontrold.  De  begeleiding bestaat  
 alleen  in de rebab of inlandsche viool;  de onderwerpen  zijn dezelfde  
 als  die  der  wajang  gedog. 
 Maar  behalve  de  vertooningen  met  poppen  of  geteekende  
 figuren,  heeft  men  er  ook  waarbij  werkelijke  menschen  ten  tooneele  
 treden.  Voor  zoo  vèr men  deze  beschouwt  als  eenwijziging  
 van  de  wajang,  noemt men  z e   w a j a n g  wong of, in K rämä, ringgit  
 tijang;  doch  deze  benaming wordt niet  toegepast  op  de,  overigens  
 zeer  verwante  voorstellingen  door  gemaskerde  personen  gegeven  
 en onder  den  naam  van  t o p è n g  bekend,  waarschijnlijk  omdat  
 deze  onafhankelijk  van  de  wajang  zijn  ontstaan.  De  wajang  
 wong  wordt  gewoonljjk  alleen  door  vrouwen, de  topèng  vaak,  
 ofschoon  niet  altijd,  alleen  door  mannen  gespeeld;  maar in beide  
 zjjn  de spelers gekleed overeenkomstig de eischen van de rol die zij te  
 vervullen  hebben,  en  in  beide  wordt  nevens  de  spelers  een  
 dalang  vereischt,  welke laatste,  evenals  bij  de  gewone  wajangs,  
 jtie,t  stuk  ypordraagt,  terwijl  dß  ßßrsten  zieh  tot  muziek  en  dans