
 
        
         
		in  den  grond  als  ambtenaren \ en  vordert  in  hen  gehoorzame die-  
 naren  van  zijnen  wil. Ontslag  en  verplaatsing  van  Regenten  zijn  
 geene  zeldzaamheid, en  waar, bij apenvalling  eener regent sbetrek-  
 k in g,  redenen  bestaan  om  geen  opvolger  uit  de  zonen  of  nabe-  
 staanden  van  den  vorigen  Regent  te  kiezen,  wordt  het  ambt  
 aan  een  ander  opgedragen,  nu  en  dan  zelfs  aan  een  persoon  
 van  geringe  afkomst,  maar  die  zieh  door  bruikbaarheid  aanbe-  
 veelt.  Met  betrekking  tot  de  titels  is  in  1824  (Stbl.  n°  15)  bet  
 beginsel  aangenomen,  dat  niemand,  zelfs  al  ware  bij  regent,  
 titels  mag  voeren  die  eene  aanzienlijke  afkomst aanduiden, tenzij  
 hij  volgens  de  Javaanscbe  instellingen  door  zijne geboorte daarop  
 recht  hebbe;  te  gelijk  echter  is  eene  uitzondering  gemaakt  voor  
 bet  geval  dat  de  Gouverneur  Generaal  bij  speciale  aote  daartoe  
 vergunning  verleent.  Personen  uit  de  volksklasse  die  regent  
 worden ,  krijgen derbalve alleen aanspraak op den ambtstitel, hetzij  
 den  lageren  van  Toemenggoeng,  of  den  hoogeren  van  Adipati;  
 waarom  wel  eens  regenten  placbten  voor  te komen die eenvoudig  
 Kjai  Toemenggoeng  of  Rjai  Adipati  genoemd  werden.  Evenwel  
 is  er  tbans  geen  enkele  regent die niet ten minste den titel van Raden  
 voert, en sommigen voeren dien van Raden Mas. Yroeger schijnt  
 daaromtrent  wel  eens  misleiding  te  hebben  plaats  gevonden,  uit  
 de  groofe  titelzucht  der  Javanen  geboren,  maar  bet  schijnt  mij  
 toe  dat  in  den  laatsten  tijd  bet  Gouvernement  opzettelijk  beeft  
 gebruik  gemaakt  van  het  recht  dat  het  zieh  heeft  voorbehouden  
 om  titels  te  verleenen,  ten  einde over de  geringere  afkomst  van  
 sommige  regenten  een  sluier  te  werpen.  Aan  den  anderen  kant  
 heeft  het  Gouvernement  in  den  laatsten  tijd  ook  weinig  gebruik  
 gemaakt  van  het recht, dat het zieh evenzeer had voorbehouden,  om  
 aan  bijzonder  verdienstelijke  regenten  hoogere  titels,  met  name  
 dien  van  Pangeran,  toe  te  kennen.  Yroeger  vond  men  op  de  
 lösten  der  regenten  onderscheiden  Pangerans  vermeld;  thans  
 vindt  men  er  op  Java  slechts  een  ‘). 
 Op  Madoera  hebben  de  regenten  nog  bijzondere  titels,  wat  moet  verklaard  worden  
 nit  omstandigheden  die  bij  de  b\jzondere  beschrijving  van  dat  eiland  znllen  ter  
 sprake  komen. 
 De  overige  inlandsche  ambtenaren,  van  den  patih  of luitenant  
 van  den  regent  tot  de  vaccinateurs,  inlandsche  onderwijzers  en  
 schrijvers,  worden  in  den  regel  genomen  uit  de  zonen  en  nabe-  
 staanden  der  regenten,  die,  daar  handel  en  landbouw  beneden  
 hunne  waardigheid  zijn,  op  grootere  of  kleinere  posten  azen als  
 een  middel  van  levensonderhoud.  Diensvolgens  voeren  vele,  ook  
 geringere,  inlandsche  ambtenaren  den  titel  van R aden, de meeste  
 andere  althans  dien  van  Mas.  Yoor  hunne  opleiding  is  in  den  
 laatsten  tijd  veel  gedaan:  de  verbetering  en  uitbreiding  van  het  
 inlandsch onderwijs heeft tot dus verre voornamelijk slechts gestrekt  
 om  het  gehalte  der  inlandsche  ambtenaren  te  verbeteren;  het  
 volk  heeft  er  nog  weinig  voordeel  van getrokken.  Zij die meenen  
 genoegzame  bekwaamheden  te  bezitten  om  naar  een  ambt  te  
 kunnen  dingen,  worden  magang,  wat  men  door  c a n d i d a a t   
 zou  kunnen  vertalen.  Zij  treden  namelijk  bij  een  inlandschen  of  
 zelfs  bij  een  Europeeschen  ambtenaar  in  dienst, om  hem, zonder  
 eenige  belooning,  op  zijn bureau of in andere  opzichten behulpzaam  
 te  zijn,  en  aldus  hunne  geschiktheid  te  bewijzen  en  zieh  de  
 aanbeveling  van  die  superieuren  waardig  te maken. De vermenig-  
 vuldiging  van  betrekkingen  voor  dergeljjke jonge  lieden geschikt,  
 zooals  die  van  onderwijzer,  vaccinateur,  doctor  djawa  enz.,  is  
 zonder  twijfel  een  niet  te  versmaden  verlichting  van  den  last  
 dien  het  groot  aantal  leegloopers,  waarvoor  zij  te  zorgen  hebben  
 aan  de  regenten  pleegt  te  veroorzaken.  Hun  gezin  is  veelal  
 talrijk;  want  hun  stand  brengt  mede  dat  zij  meer  dan  eene  
 vrouw  huwen  en  bovendien  nog  eenige  goendiks  onderhouden;  
 maar  al  de  kinderen  en  kindskinderen,  uit  die  verbintenissen  
 spruitende, blijven te hunnen laste, zoolang deze niet het geluk hebben  
 van  een  ambt  te  erlangen.  Er  zijn misschien  slechts  weinige  
 regenten  op  Java,wien  niet  de  verplichting om  voor eene menigte  
 tot  hunne  bloedverwanten  behoorende jonge  lieden te  zorgen, dik-  
 wijls  groote  bekommering  baart.  Eenmaal  is  door  een  regent het  
 denkbeeid  geopperd  om  een  escadron  kavallerie  op  te  richten,  
 alleen  uit  adellijke  Javanen  bestaande  en  bestemd  om  dienst  te  
 doen  bij  den  Gouverneur  Generaal,  en  daarmede  eene  school  
 te verbinden, waarin zij tot_ ambtenaren, hetzij voor Java, hetzij voor