
 
        
         
		eerst  den  derden  nacht na  het  aangaan  van  het  huwelijkscontract  
 plaats  heeft,  en  niet  dan  riadat  twee  vrouwen,  na  gehoudenon-  
 derzoek,  openlijk  getuigd  hebben  dat  de  bruid  nog  maagd  is,  
 waarna  dan  kanonsoboten  gelost  worden,  terwijl  in  het  tegeno-  
 vergesteld  geval  de  jonge  man  zijn  kris  aan  de  ouders der bruid  
 zendt,  als  een  teeken  dat  hij  de  verbintenis  verbreekt.  Ik  zou  
 vooralnog opdeaanmerkeljjkafwijkendehuwelijksplechtigheden der  
 Soendaneezen  kunnen  wijzen,  waarbjj  reeds  de kleeding en siera-  
 den  van  bruid  en  bruidegom  geheel  verschillen,  en onder andere  
 beide  het  bovenlijf met  een  zjjden  badjoe met mouwen bedekken,  
 terwijl  ook  de  hoofdtooisels  geheel  anders  zijn  ‘). Doch het wordt  
 hoog  tijd  dat  wij  nagaan,  hoe  het  huiselijk leven van den Javaan  
 zieh  verder  afspint. 
 De  zwangerschap,  vooral  eene  eerste ,  wordt  door de Javanen  
 met  bijzondere  belangstelling  gadegeslagen,  want  het  bezit  van  
 kinderen  heeft  in  hunne  oogen  groote waarde. Het streven schijnt  
 te  zijn,  door  eene  reeks  van  offeranden  de  moeder  en  hare  
 vrueht  tegen  den  invloed  der  booze  geesten  te  beveiligen.  Het  
 eerste  dezer  offers  heet  ngebor-eborri,  bestaat  uit  een  brij  van  
 rijstmeel,  kokosmelk  en  suiker,  en  heeft  plaats  in  de  tweede  
 maand  der  dracht.  De  offers  der  vier  volgende  maanden  heeten  
 niganni,  njakawanni,  gangsalli  en ngenemmi,  namen afgeleid van  
 de  telwoorden  die  drie,  vier,  vijf  en  zes  beteekenen.  Het  offer  
 bestaat  telkens  in  zoovele  toempengs, d. i. ronde  piramiden  van  
 gekookte  rijst,  als  de  zwangerschap  maanden  telt.  Maar  de  gewichtigste  
 plechtigheden  hebben  plaats  in  de  zevende  maand,  
 omdat  dan  de  vrouw  het  meest  aan  de  kwellingen  der  booze  
 geesten  is  blootgesteld.  Daarom  ook  moet  zij,  evenals  de  bruid  
 en  bruidegom  vöor  den  huwelijksdag,  den  nacht  vöor  het  offer  
 doorwaken,  waarbij  eenige  bejaarde  vrouwelijke  bloedverwanten  
 haar  gezelschap  houden.  Het  offer  bestaat  uit  zeven  toempengs  
 met  groenten,  en  de  bloedverwanten  en vrienden zijn den vorigen  
 dagtofc  een  djagongan  genoodigd,  waarbij  hun  tevens een uit een 
 J)  Het  Javaansche  kostuum  van  bruidegom  en  bruid  vindt  men  afgeteekend  bij  
 Raffles,  pi.  17  en  18,  het  Soendaneesche  bij  Hardouin  en  Ritter,  pi.  6  en  18  (in  
 de  uitgave  van  1872  pi.  8  en  15). 
 pisangblad  door  middel  van  twee  naalden  gevormd  enmet jonge  
 kokosbladeren  versierd  bakje  met  presentspijzen,  takir  pontang  
 genaamd, wordt aangeboden. Het feest zelf wordt tingkeb geheeten,  
 en  hoe  het  althans  door  voorname  Javanen  gevierd wordt, blijkt  
 uit  het  bericht  eener  ooggetuige,  waarvan  ik  hier  de hoofdtrek-  
 ken  volgen  laat  '). 
 Terwijl  de  genoodigde  vrouwen  zieh  binnenshuis verzamelden,  
 vulde  zieh  de  pandäpä  met  priesters  en  inlandsche hoofden, wier  
 talrijke volgelingen  zieh  met  de  pajoengs  hunner meester daarom-  
 heen schaarden.  Ter zij de  van  het  huis  was  een groote,  vanfijne  
 witte  stof  vervaardigde  en  met  gebloemd  sits  en  franje versierde  
 tent  opgericht,  waarin  de  jonge  vrouw,  met  los  längs  den  rüg  
 hangend  haar  en  enkel  met  een  sarong  bekleed, op een stoel was  
 gezeten.  Om  haar  heen  waren  vier  aanzienlijke  vrouwen  en drie  
 doekoens of doctoressen.  In  de  vier hoeken der tent stonden potten  
 met  water  en  van  kokosschalen  vervaardigde  lepels,  en  op  twee  
 kleine  tafels  stonden  de  zeven  toempengs,  die  zwart,  rood, w it,  
 blauw,  paars,  geel  en  groen gekleurd waren. De doekoens  namen  
 ieder eenig water in den mond, plaatsten  zieh achter de jonge vrouw  
 op  den  grond,  begroetten  haar  en  spuwden  het  water  bij kleine  
 gedeelten  onder  hären  stoel.  Daarop  nam  eene  der  voorname  
 vrouwen  de  zwarte  toempeng,  wreef  die  door  hare  handen  en  
 bestreek  er  hoofd,  hals,  borst,  armen en beenen der jonge vrouw  
 mede,  waarna  zij  zoowel  als  de  andere  voorname  vrouwen  met  
 de  kokosschaal  water  schepten,  dat  zij  over  de  lijderes  uitstort-  
 ten.  Zesmalen  werd  deze  reeks  van  handelingen herhaald,  terwijl  
 telkens  een  toempeng  van  eene  andere  kleur,  in  de  bovenge-  
 noemde  opvolging,  voor  de  bestrijking  gebruikt  werd. 
 Hu  nam  eene  der  vrouwen  een  zeer  ruime, witte,  met eenige  
 blauwen  strepen  geteekende  sarong  en  wierp  die der jonge vrouw  
 over  het  lijf,  zoodat  alleen  het  hoofd  onbedekt  bleef,  en  terwijl  
 daarbuiten  onophoudelijk  het  geschut  gelost  werd,  Melden  
 de  zes  andere  vrouwen  dat  kleedje  zoover  mogelijk  van  haar  
 lichaam  verwijderd.  Inmiddels  kwam  de  echtgenoot,  vergezeld