
 
        
         
		ook  bij  ons  door  de  zoogenaamde  glimwormen  yertegenwoordigd,  
 dat  wij  er  een  oogenblik  bij stilstaan. Bij onze Europeesche soorten  
 is  het  lichtorgaan  het meest ontwikkeld bij de vleugellooze,  op den  
 grond  leyende  wijfjes.  Op  Java  daarentegen  ziet men, als de duis-  
 ternis  zicb  oyer  de  aarde  beeft  uitgebreid,  yaak  duizenden  indi-  
 viduen  yan  yerschillende  soorten  yan  dit  geslacht  als dwaallichten  
 door  den  dampkring  zweyen  en  door  bun  phospborisch  licht  een  
 tooyerachtigen  glans  werpen  op  de voorwerpen in hunne nabijheid. 
 Wij  zjjn  genaderd  tot  de  laatste  orde der insecten ,  de vliesvleu-  
 geligen  of  hymenopteren.  Ook  hier  weder  hebben  wij. met  eene  
 oyerstelpende  yerseheidenheid  yan  geslachten  en  sdbrtente  doen,  
 daar  schier  iedere  familie  op  Jaya  hare  vertegenwoordigers  telt.  
 Zoo  ontbreken  hier,  uit  de  groep  dbr  terebrantia  noch  de  galwes-  
 pen  (cynipidae),  noch  de  sluipwespen  (ichneumonidae),  noch  de  
 spnngwespen (pteromalidae), terwijl de groep der aculeata door yele  
 soorten yan mieren (formicidae), scolieten (heterogyna), graafwespen  
 (fossores),  wespen  (yespidae)  en  bijen  (apidae)  yertegenwoordigd  
 wordt.  Yooral  de  mieren,  bij  de  inlanders  semoet,  zijn verbazend  
 menigyuldig  en  eene  vreeselijke  plaag,  daar  zij  bij  duizenden  in  
 de  woningen  dringen  om  zieh  ten  koste  der  provision  te  yoeden.  
 Zij  zijn  hier,  zegt  de  heer  Bleeker,  eyen  karakteristiek  yoor  de  
 hymenopteren-fauna,  als  de  termieten  yoor  die  der  neuropteren,  
 de culicieden en muscieden yoor die der dipteren en de papilionieden  
 yoor  die  der  lepidopteren.  De lezers  yan Wallace’s  Insulinde  zullen  
 zieh.herinneren,  hoe oneindig veel moeite  en  zorg  het  dienna-  
 tuuronderzoeker kostte, de verzamelde yoorwerpen yoor de verwoes-  
 tingen  der  mieren  te  bewaren;  maar alles wat hij daaryan op Celebes  
 ,  de Aroe-eilanden en Nieuw-Guinea ondervond, kan men onder  
 goortgelijke omstandigheden ook op Jaya in ruime mate onderyinden. 
 Zonder  in  algemeenheden  te  vervallen  zou  het  niet  welmoge-  
 Ijjk  zijn  yeel  wetenswaardigs  omtrent  de ' Javasche hymenopteren  
 mede  te deelen,  zoolang  zij  niet het  yoorwerp yan meer opzettelijk  
 onderzoek  hebben  uitgemaakt.  Alleen  van  de  bijen  en  wespen,  
 door  de  inlanders  tawon  genoemd,  weten  wij  iets  meer,  a lish e t  
 dan  ook  nog  zeer  onvolledig.  Overal  vindt men, op schaduwnjke  
 plaatsen,  in  groote  boomen  of op  de  daken  der huizen, hare kunstig  
 gebouwde  nesten,  en  overal  worden  die,  voor  zoo  ver  zij  
 eenigen  honig  bevatten,  door  de  Inländers  gretig  opgespoord. In  
 de  Preanger-regentschappen  bestaat  zelfs  eene ruwe bijencultuur,  
 die  in  het  10äe  deel  yan  het  Indisch  Tijdschrift  yoor  Nijverheid  
 door  den  heer  Hoogeveen  wordt  beschreven.  De  korven,  in  de  
 landtaal  paroengpoeng  geheeten,  bestaan  uit  een  rond stuk hout,  
 onverschillig  yan  welke  houtsoort,  l j   i   2  voet  lang  en  |   ä  1  
 voet  dik.  Dit  wordt  over  de  geheele  lengte  in twee gelijke deelen  
 gekloofd  en  daama  uitgehold,  waarna  de  beide stukken weer aan  
 elkander  bevestigd worden. De  openingen  aan  beide zijden worden  
 met  een  plankje  gesloten,  maar  aan  eene der zijden wordt daarin  
 een gat gemaakt, dat de bijen doorlaat. Zulk een paroengpoeng wordt  
 ledig  in  de  bosschen  opgehangen,  en  zoodra  het bljjkt dat  er zieh  
 een  bijenzwerm  behoorlijk  in  genesteld  heeft,  des avonds naar de  
 kampong  overgebracht,  en  tegen  den  pagger  achter  de  woning  
 of onder het afdak opgehangen.  Wanneer men  de bijen  genoegzame  
 rust  laat  en  de  raten  met beleid, niet te dikwijls en nooit geheel uit  
 de paroengpoengs neemt, kan men die korven jaren lang aanhouden,  
 terwijl zij in het  tegenoyergesteld  geval  doorgaans spoedig verlaten  
 worden.  De  bijenhouders  gebruiken  den  honig  en  de  was  vaak  
 geheel,  en schier altijd ten deele, yoor eigen behoefte, maar meestal  
 worden  zij  ook  gedeeltelijk  in  den  handel gebracht. Een paroengpoeng  
 kan  in  een  jaar  12  met  honig  gevulde  raten  leveren,  die  
 ä  10  cents  het  stuk  worden  verkocht.  Zeven  uitgeperste  raten  
 leveren  een  flesch  zuiveren honig, die  op een gülden geschat wordt.  
 De  was  die  deels  uit  de  nog  ledige,  deels  uit  de  met  honig  gevulde  
 raten  bereid  wordt,  en  in  het  eerste  geval  wit,  in  het  
 tweede  geval  geel  van  kleur  is,  wordt  doorgaans bij  kleine stuk-  
 jes  'in  de  warongs  verkocht,  en  op  eene  waarde  van  ruim  80  
 cents  per  katti  ( l j   Amst.  pond)  geschat. 
 De  soorten yan bijen dip in deze paroengpoens gehouden worden,  
 zijn  naar  de  opgaven  van  den  heer  Hoogeveen  niet  te  determi-  
 neeren,  maar  uit  Junghuhn’s  „ Java“  weten  wij, dat,  bepaaldelijk  
 in  het regentschap Soekapoera,  veelvuldig eene  kleine, angellooze  
 bij  wordt  gehouden,  niet  yeel  grooter  dan  een  mier  of  mug,  
 door  de  inlanders  selemprang  en  door  genoemden  natuur