
 
        
         
		zijn  vertrek  betaald  te  hebben,  bij  zijne  terugkomst  het  dub-  
 bele  dier  som  moest  voldoen.  Doch  in  1852 verklaarde een arrest  
 van het Hooggerechtshof deze heffingen  onwettig,  omdat  zij niet in  
 yerbindenden vorm  waren  afgekondigd, en de Gouv. Gen. Duymaer  
 yan  T-wist  nam  daarop  den  3den  Mei  een  besluit, waarbij  zij ge-  
 heel  werden  afgeschaft.  Hij  werd  daarbij  yooral  geleid  door  de  
 bedenking,  dat  maatregelen  tot  beperking der bedeyaart, die yoor  
 de moslemen  een  heilige  godsdienstplicht  i s ,  niet  zjjn  overeen te  
 brengen  met  de  godsdienstvrijheid,  die  de  Nederlandsche  wetten  
 ook  aan  den  inboorling  yan  Java  waarborgen. 
 Yan  de  opheffing  der beperkingen  mocht  men natuurlijk eenige  
 vermeerdering  yan  bet  aantal  der  bedevaartgangers  verwachten.  
 Zij  zou  echter  vermoedelijk  binnen  enge  grenzen  beperkt  zijn  
 gebleven,  zonder  die  verlevendiging  yan den Mobammedaanschen  
 geloofsijver  die  zieh  in  d elaa tste  jaren  zoo  dikwijls  openbaarde,  
 en  waarvan  de  oorsprong  te  zoeken  is  in  den  krijg  die  in 1854  
 tusschen Busland en Turkije  uitbrak.  Yan dien  krijg  toch  drongen  
 allerlei overdreven en fantastische  voorstellingen tot in het verre oos-  
 ten door; in de oogen der moslemen waren  de Türken de wäre  over-  
 winnaars  der  Russen *).  De  toeneming  yan  het  aantal  bedevaart-  
 gangers  begon  weldra  de  aandacht  te  trekken;  tevens  had  men  
 grond  om  aan  te  nemen,  dat  velen  zieh  den  titel  yan  hadji aan-  
 matigden,  die  slechts  een  tochtje  naar Singapore gedaan en  nooit  
 de  heilige  plaatsen  bezocht  hadden.  Het  Gouvernement  werd  
 door  zijne  ambtenaren  gewaarschuwd,  en  ofschoon  men  bezwaar  
 maakte  om  tot  de  vroegere  beperkende  maatregelen  terug  te  
 keeren,  besloot  men  te  beproeven  wat  streng  toezicht  kon  uit-  
 werken,  om  althans  ingeslopen  misbruiken  te  weren.  Eindelijk  
 verseheen  de  ordonnantie  yan  6  Juli  1859  (Stbl.  n°.  42).  Zij  
 maakte  strenge  bepalingen  omtrent  het  uitreiken yan passen naar  
 Arabie,  die  niet  mochten  Worden  gegeven  dan  aan  hen  die  
 voldoende  bewezen  hadden  in  de  kosten  der  heen-  en  terugreis  
 en  in  het  onderhoud  hunner  achtergeblevene  betrekkingen  te  
 kunnen  voorzien. Zij  die  terugkeerden,  werden  onderworpen  aan 
 >)  Zie  b.* v ,  Wallace,  Insulinde,  I I .  110  T.  v.  N.  I.  1869.  I.  276. 
 een  onderzoek,  waaruit  zou  blijken  of  zij  werkelijk  de  heilige  
 plaatsen bezocht hadden, en ontvingen, als zij  de proef doorstonden,  
 een  certificaat,  van  welks  bezit  het  recht  op den titel  en  de  Privilegien  
 der  hadji’s  afhankelijk  was.  Op  de  verschillende  over-  
 tredingen  werden  boeten  gesteld,  en  daar  de  zaak  den  Moham-  
 medaanschen  Godsdienst  betreft,  werd  de  uitvoering  der  veror-  
 dening  aan  de  Regenten  opgedragen,  doch  onder  controle  yan  
 het  gewestelijk  bestuur. 
 Deze  verordening  deed  aanvankeljjk  het  aantal  bedevaartgangers  
 verminderen,  maar  kon  op  den  duur  aan  den  stroom  der  
 opgewekte  geestdrift  geen  perk  stellen,  te  minder  daar  het Gouvernement  
 zieh  aan  de  andere  zij de  verplicht  zag,  in  het  belang  
 zijner  inlandsche  onderdanen,  maatregelen  te  nemen  die  op  de  
 veiligheid  der  reis  een  günstigen  invloed  hadden,  maar  daardoor  
 tevens  in  zekeren  zin  als  aanmoediging  werkten:  Het  strengere  
 toezicht  op  de  zaak  der  bedeyaart  gehouden,  maakte  dat  deRe-  
 geering  gedurig  beter  bekend  werd  met  de  misbruiken  die  de  
 hebzucht  er  mede  verbonden  had,  en waarvan vele arme Javanen  
 de  slachtoffers  waren.  De  verhöuding  tusschen  vertrekkenden  en  
 terugkeerenden  was dikwijls  verbazend  ongunstig,  en  het  bleek,  
 dat  dit  yoor  een  groot  deel  het  gevolg  was  yan  de  ontberingen  
 die  de  inlanders' te  verduren  hadden  op  de  Arabische  sche-  
 pen,  die  hen,  hetzij  direct  yan  Java,  hetzij,  zooals  gewoonlijk,  
 yan  Singapore  overvoerden,  —  ontberingen  even  groot  en  even  
 verderfelijk  yoor  gezondheid  en  leven,  als  die  waaraan  een even  
 schandelijk  winstbejag  vroeger  en  later  de  negerslaven  en  
 yoor  den  arbeid  op  de  plantages  gehuurde  koelies  onderwierp*  
 Instructien in  1870 aan de hoofden van gewestelijk bestunr gegeven,  
 om  te  zorgen  dat  de  vertrekkenden  be.hoorlijk  werden  ingelicht  
 omtrent  de  kwade  praktijken  waaraan  zij  waren  blootgesteld,  en  
 de  middelen  om  die  te  ontgaan;  de  vestiging  in  1872  yan  een  
 Nederlandsch  consulaat  te  Djeddah  aan  de  Roode  Zee,  deplaats  
 waar  de  bedevaartgangers  uit  den  Archipel  gewoonlijk  aan  land  
 gaan;  en  eene  verordening yan 13  October  deszelfden  jaars (Stbl.  
 n°.  179),  die  met  1  Januari  1873  in  werking  is  getreden,  tot  
 regeling  van  plaatsruimte, voeding,  genees- en reddingsmiddelen, 
 26*