
 
        
         
		Bl. 358  
 *  363  
 «  366 
 5  v. o.  staat  gebruiksrecht 
 1 5   „  I   „  drie  maandèn  en  tien  dag en 
 10  *  »  I  zij  die allés erlangen o f  deelen 
 wat  er  na  aftrek der Kora-  
 nis che portien in ieder geval  
 verschuldigd  b lijft, noemen  
 wij 
 lees gewoonterecht  
 «  drie  maanden  
 „  hen  die  alles  erlangen  oj  
 deelen wat er na aftrek der  
 Koranische portien, inieder  
 geval  verschuldigd,  over-  
 blijft, noemen wij eigenlijke 
 368 
 371 
 Î ; 14 
 6 
 " : V 
 adeendenten  " 
 1171 
 373 „ 19 v. b. » tweedè  deel  " 
 380 „ 9 „ u u anderen  " 
 g 383 10 tweede  dèel  " 
 » 388 
 % 14 
 I ■>'; ' 392 
 18 
 : 
 kélorboom  h  
 in  acht  namen  " 
 u 393 „ •16 V. 0. vijfde  boek  " 
 418 „ 14 V . b. » Kawi  teskt  " 
 H425 „ 5 V. 0. 'é.fái A d ji , Sakâ  " 
 426 11 V. b. » bezongen  werden  " 
 450 n 8 V. 0. tweede  noofddeel  " 
 n 452 1^1 1 * » « Meded.  X V I I .  " 
 g 455 „ 1 „ „ muziek  " 
 456 SS 3 V. b. ■ Soenda-eilanden  u 
 n498 „ 6 * Í | | ¡ » aren  " 
 ü 519 // 3 V. 0. u bloemen;  '- " f 
 „ 520 13 « v gleet  '  " 
 526 „ 1 V . b. » dlechtstatige  " 
 526 u 7 V. 0. u ambenaren  " 
 m536 „ 1 V. b. //  . kcîmili  o f  koemili  " 
 u 554 „ 13 „ 1 // Soedanees  " 
 n 564 „ 9 V. 0. WÙ'Î edjoek  " 
 „ 569 „ 6 V. b. v sir ah  bodas  " 
 581 „ 4 V. 0. n peng empan  " 
 590 17 „ „ n het  verschil  zeker  niet overal  » 
 volsirekt  doorgaat, 
 „ 605 u 5ü » n houte  zolen  " 
 adscendenten 
 1871 
 derde  deel  
 andere  
 derde  deel  
 kélorboom  
 in  acht  nemen  
 zesde  boek  
 Kawi-tekst  
 A d ji  S îk â   ■  
 bezongen  loorde  
 derde  deel  
 Meded.  X V I .  
 mimiek 
 Soenda-landen  
 jaren  
 bloemen,  
 gelet 
 plechtstatige 
 kemeli  o f  koeméli  
 Soendahees 
 sirih  bodas  
 pengempang 
 het  verschil lang niet overal  
 doorgaat,  
 houten  zolen 
 VOORREDE. 
 In  een  klein  land  als  het  onze  en  welks  taal  een zeer beperkt  
 gebied  beeft,  zijn  de  prikkels  van  eer  en  voordeel  ophetterrein  
 der  letterkundige  werkzaamheden  zelden  groot  genoeg  om tot het  
 schrijven  van  oorspronkelijke  werken  van  grooten  omvang  op  te  
 wekken;  men  kan  er  niet  leven  van  de vruchten zijner pen, noch  
 zieh  als  schrijver  een  naam  maken  die  den  toegang baant tot een  
 sebitterende  positie  in  de  maatschappij.  Liefde  voor  wetenschap,  
 lust  in  letteroefeningen  zijn  missebien  nergens  ter  wereld  zoo  
 algemeen  als  in  ons  Yaderland;  maar  men  wijdt  er  slechtszijne  
 snipperuren  aan,  men  kan  er  zieh  niet  geheel  aan  overgeven.  
 Het  karakter  onzer  meer  wetenschappeljjke  letterkunde  wordt  
 hierdoor  bepaald.  Yertalingen ,  dikwijls met belangrijke toevoegse-  
 len  en  aanteekeningen;  tijdschrift-artikelen,  waaronder  vele  die  
 van  grondige  studie  getuigen;  handboeken  voor  verschillende  
 takken  van  wetenschap,  door  de  onderwijzers  van  boogere  en  
 lagere  scholen  ten  behoeve  hunner  lessen  opgesteld;  brochures  
 over  de  vragen  van  den  dag;  ziedaar  de  soorten  vangeschriften,  
 waaruit  —  zoo  wij  de  fraaie  lotteren  ter  zjjde  laten  onze  
 literatuur  voor  het  grootste gedeelte bestaat; uitgebreide oorspron-  
 kelijke  werken,  wier  schrijvers  zieh  gewaagd  bebben  aan  de  
 worsteling  met  eene  omvangrijke  en  weérbarstige  stof,  waarover  
 men  slecbts  door  den  volhardenden  strijd  van  jaren  kan meester  
 worden,  zijn  uiterst  zeldzaam. 
 Het is dus niet aan het ontbreken van lust in wetenschappelijk on-  
 derzoek, bet is evenmin aan het ontbreken van belangstelling in onze  
 Indische  bezittingen  te  wijten, maar bet is niettemin waar, dat wij  
 nog geen algemeen oorspronkelijk werk over Yederlandsch Indie, dat  
 wij zelfs  geene  algemeene besehrjjving van Java van Nederlandsche