
 
        
         
		dekt,  en  vernam  dat  hij  dien  morgen  bij  het  baden  zijn  vijand  
 andermaal  ontmoet  bad.  >Deze  had  hem  in  den  strijd  naar  de  
 diepte  medegevoerd,  maar  Pa  PingBi  was  kort  daarna  met  den  
 dooden  krokodil  weder  boyen  gekomen  en  bad  bet  lijk naar een  
 zandbank  gesleept.  Terwijl  de  omstanders  dit verhaalden , opende  
 de  lijder  zelf  de  oogen  en  voegde  er  bij:  „Mijnheer,  ik  heb  
 hem  gedood;  de  zaak  is  nu  tusschen  ons  beide uitgemaakt.“ Het  
 duurde  lang  eer  Pa  Pingsi  genezen  was,  maar  ook  ditmaal ver-  
 liet  hij het hospitaal volkomen hersteld, en ook in ’t vervolg ging hij  
 onbevreesd  te  water,  overtuigd  dat  hij  niets  meer  van  een krokodil  
 te  vreezen  had  *).  Eenige  jaren  later zag  Dr.  Greiner  in  
 het  hospitaal  te  Malang  op  Java  een  Javaan  met een diepe wond  
 aan  het  been.  Drie  dagen  te  voren  was  hij,  vergezeld door zijne  
 vrouw  met  hären  zuigeling,  beide  te  paard,  tegen het vallen van  
 den  avond  naar  zijne  dessa  teruggekeerd.  De  weg  liep  door een  
 smal  pad,  aan  beide  zijden  door dicht bosch  omzoomd. De vrouw  
 reed  vooruit  met  haar  kind  op  den  schoot.  Eensklaps  bemerkt  
 de  Javaan  een  grooten  koningstijger,  gereed  om  zijne  vrouw  te  
 bespringen.  Met  bliksemsnelheid  werpt  hij  zieh  van  zijn  paard  
 en  voorkomt  het  mons'ter,  dat  hij  alleen  met  zijn  kort mes te lijf  
 gaat.  Lang  duurt  de  strijd,  maar  eindelijk  neemt  de tijger,  door  
 menigen  messteek  verzwakt  en  afgemat, de vlucht, en laat Krämä  
 Dängsä  als  overwinnaar  achter.  Na  een  wel  gelukte  operatie  
 was  de  dappere  man  in  zes  weken  tijds  volkomen  genezen  en  
 keerde  hij  tot  de  zijnen  terug  in  het  volle  genot der gezondheid. 
 Ik  wil  thans  overgaan  tot  het  geven  van  een  overzicht  der  
 gebruiken  en  plechtigheden  bij  de  voornaamste  gebeurtenissen  
 die  in  het  familieleven  der  Javanen  voorkomen.  Beginnen  wij  
 met  het  huwelijk,  als  de  grondslag  van  het  huisgezin. 
 Over  het  huwelijk  van  jonge  lieden  hebben  doorgaans  buiten  
 hunne  voorkennis  tusschen  hunne  ouders  of  voogden  2)  vooraf-  
 gaande  onderhandelingen  plaats,  eerst  door  den  patjoek,  die  
 den  wali  van  het  meisje  namens  den  vader  of  de  moeder  van 
 *)  Vgl. bi¡  dit  verhaal  wat  boven,  bl.  230,  over  de  denkwijze  der  Javanen  omtrent  
 krokodillen  gezegd  is. 
 2)  Zie  bl.  362. 
 den  jongeling  komt  polsen,  dan  door  den  tjongkok,  die  in  last  
 heeft  het  meisje  bepaaldelijk  te  vragen.  De  jongeling is  meestal,  
 doch  niet  altijd,  op  dat  tijdstip  akilbaleg  (d. i. omstreeks  15 jaren  
 oud  ') ,  het  meisje  is  dikwijls  niet  ouder  dan  8  of  9  jaar; doch  
 bij  zulke  huwelijken  van  kinderen  wordt  wel  het  contract  geslo-  
 ten,  maar  blijft  hunne  samenkomst  uitgesteld,  tot  zij  den  huw-  
 baren  leeftijd  bereikt  hebben  2),  ofschoon  ze  dan  toch  met  
 dezelfde  plechtigheden  plaats  heeft.  Men  noemt  dit  gantoeng  
 kawin,  de  opschorting  van  het  huwelijk.  Om  verwarring  te ver-  
 mijden,  beschrijfikhier  de  plechtigheden  alleen  in  deordewaarin  
 zij  elkander  bij  dadelijke  voltrekking  opvolgen. Is de toestemming  
 verworven,  dan  brengt  de  vader  des  jongelings,  veelal  van  een  
 paar  bloedverwanten  vergezeld,  zijn  zoon  ten  bezoek  bij  de  
 familie  zijner  aanstaande,  om  hem  gelegenheid  te  geven  haar  te  
 zien,  en  de  vader  van  het  meisje laat door zijne dochter kinang 3)  
 aan  zijne  gasten  voorzetten,  of  roept  haar  om  zijne  kris  te  
 brengen.  Dit  bezoek  op een kijkje wordt nontonni geheeten. Hierna  
 beslist  de  jongeling  of  het  huwelijk  zal  doorgaan;  de  goedkeu-  
 ring  van  het  meisje  wordt  doorgaans  niet  gevraagd,  en  ook,  
 zooals  ons  boven  gebleken  is  4),  door  het  recht  van  den  Islam  
 slechts  in  enkele  gevallen  gevorderd.  Soms  kan  echter het huwelijk  
 nog  afspringen,  wanneer  eene  berekening  ,  die  op  den  dag  
 der  geboorte  en  de  beginletters  der  namen van  den jongeling en  
 het meisje  berust,  aan  het  licht  brengt  dat  zij  niet  voor elkander  
 geschikt  zijn. 
 Gaat het  huwelijk  door,  dan  laat  de  vader  van  den  jongeling  
 aan  dien  van  het  meisje  vragen,  wanneer  hij  de  paningset  of  
 het  verlovingspand  wil  ontvangen.  Dit  bestaat  in  een  ring  en  
 eenige  meer  of min  kostbare  kleedjes,  waarbij  men  ook  eenige  
 snoeperijen  voegt.  Het  verlovingspand  wordt  teruggegeven  als  
 de  vader  van  het  meisje  nog  voör  de  voltrekking  des  huweljjks  
 de  verbintenis  verbreekt,  niet  wanneer  dit  alsnog  geschiedt  van  
 de  zijde  des  jongelings.  Eenige  dagen  na  de  zending  van  de 
 *)  Zie  de  nauwkeuriger  verklaring  boven,  bl.  373,  noot  1. 
 3)  Zie  bl.  363.  3)  Blz.  596.  “)  Bl,  '362.