zeehaven daarvan en wordt Tsjindjoefoe (maritieme post) genoemd.
Hot hoofdkwartier van het eerste district is te Jokohama; dat van
het tweede te Koere; van het derde te Sasebo, van het vierde te
Maizoeroe en van het vjjfde te Moeroran. Bovengenoemde marine-
stations, met uitzondering van Moeroran, hebben scheepmakerpen
en artillerie-depots, van al het noodige voorzien. Yerder zjjn er nog
de volgende hulpstations, waar kleine reparaties aan schepen en
kanonnen kunnen geschieden:
Het Station te Takesjiki (Tsoesjima-eilanden).
„ „ „ Bake (Pescadores)
De torpedo-divisie te Ominate (Baai van Awemori).
Daar de scheepswerf te Jokosoeka de eenige is, die reeds in
1864 tjjdens het Tokoegawa-Bestuur gevestigd werd, terwjjl al de
andere nä 1885 opgericht zijn, is eene beschrijving daarvan van
belang.
Met haar dokken, schepen, fabrieken, werkplaatsen en voorraad-
magazijnen beslaat zij eene oppervlakte van zeventig morgen. Yoor
de constructie der verschillende onderdeelen, maehines, enz. zijn er
zalen, modelkamers, ijzer- en staalgieterijen, werkplaatsen voor
het buigen, vormen en doorboren van staalplaten; machinerieen-,
ketel- en koperwerkplaatsen, smederpen (waar de grootste stoom-
hamer van twintig ton is); alsook verscheidene timmermans-werk-
plaatsen en bootmakerflen met magazijnen van materiaal dat men
voor het bouwen van schepen noodig heeft.
Er zijn vier dokken, waarvan er twee in staat zijn om eerste-
klasse slagschepen te hersteilen; het aantal werklieden wisselt
tusschen de 4000 en 5000, al naar het werk dat er verricht
moet worden.
Het artillerie-depot in Jokosoeka en de magazjjnen zijn in de
aan grenzende baaien en beslaan eene oppervlakte van omstreeks
zestig morgen lands, met inbegrip van de magazijnen enz.
Het marine-arsenaal te Koere, dat het grootste en belangrjjkste
is, geeft een goed denkbeeid van de tegenwoordigegeschutwerken.
De grondslag werd gelegd in 1894, tijdens den oorlog met China;
het beslaat een honderd morgen gronds. Er worden zeekanonnen
en projectielen van alle afmetingen tot 30 c.M toe gemaakt, alsook
affuiten. De voornaamste werkplaatsen van het arsenaal zpn model-
en timmermanswerkplaatsen, staal- en ijzergieterijen, smederpen
(de grootste hydraulische pers is van 4000 ton), boor-, draai- en
afwerk.-werkplaatsen, leschbakken, p lette ifen, fabrieken van affuiten,
maehines, projectielen, patronen, torpedo’s en onderzeesche mijnen;
laboratoria, magazijnen, schietschijven enz. Ook is er nu een plan
gemaakt voor eene fabriek van wapenplaten, welke verschillende
open-haardovens, gasvoortbrengers, smederÿen met eene hydraulische
pers van 10000, wentelassen enz., machinewerkplaatsen, cementeer-
huis, voorraadkamers enz. zal bevatten.
Personeel.
Over het fiscale jaar, eindigende in 1902 was het aantal officieren
en manschappen, verbonden aan de Keizerljjke zeemacht, als volgt:
Offleieren 2.264; Brevet-offfleieren 1057; Sub-alterne offleieren en
matrozen 30.821.
Officieren en manschappen bjj de reserve in 1902 :
Offleieren bÿ de zee-reserve 170; brevet-officieren 108; sub-alterne
offleieren en manschappen 6.353.
De officieren der Keizerlijke Marine worden onderscheiden in
twee klassen: de eigenlijke zee-officieren en de offleieren die in
rang met de eerstgenoemden gelijkstaan.
De eigelijke zee-officieren zijn de Admiraals, de Kapiteins, de
Commandants, de Luitenants l ste en 2de klasse, de Adelborsten
ist« en 2de klasse, de kanonniers en de bootslui.
De officieren die gelijkstaande rangen hebben, zijn de ingénieurs,
de officieren van gezondheid, de betaalmeesters, de artillerie-
ingenieurs, de scheepsbouwkundige en hydrografische ingénieurs,
benevens de timmerlieden en de kapelmeesters.
Oorspronkelijk was er bij de zeemacht ook infanterie en artillerie,
doch deze werden in 1876 afgeschaft.
Zee-Ofßcieren in de engere beteekenis.
De candidaten voor den zeedienst bjj de Japansche marine worden
na een vergelijkend examen aangenomen, waaraan ieder, die een
zoon is van een Japansch onderdaan, mag deelnemen. Tegenwoordig
worden de toelatings-examens in negentien van de voornaamste
steden van het land gehouden, onder oppertoezicht van den superintendant
van de School voor Zeevaart. Nadat het aantal open
plaatsen voor het jaar door den Minister van Marine in de dagbladen
bekend is gemaakt, kunnen de aanzoeken binnen een bepaalden
tjjd ingezonden worden aan den super-intendant van de Zeevaart-
school door middel van de plaatselijke autoriteiten. De candidaten
mögen niet jonger dan zestien en niet ouder dan twintig jaar zijn.
Een candidaat die de middelbare school heeft afgeloopen, wordt
geëxamineerd in wiskunde, Japansche, Engelsche en Chineesche
compositie; maar een die de middelbare school niet heeft afgeloopen,
wordt geëxamineerd in de volgende onderwerpen: Japansche