Intusschen zÿn de marine-scheepstimmerwerven niet werkeloos
gebleven. Het aantal kruisers en kanonneerbooten op deze werven
gemaakt gedurende het zesen-twintigjarig tÿdvak van 1876 tot en
met 1901 bedroeg drie-en-twintig, met eene totale tonnemaat van
35.021 ton. Het grootste van deze stoomschepen is d e H a s j i d a t e ,
4.278 ton, gebouwd te Jokohama. Het totale aantal torpedo-
booten op het einde van 1902 afgeleverd bodroeg twee-en-twintig.
De kruisers en kanonneerbooten, die nu gebouwd worden of zullen
worden, zÿn acht in getal met eene totale tonnemaat van
12.272 ton, terwÿl het aantal torpedobooten in bewerking zestien
bedraagt.
III. De Zeevaartkundige Opleiding
DOOB
HET HOOFD VAN DE SJOSEN GAKKO
(Gouvernements Zeevaart-Academie), Tokio.
Laat ons, alvorens in de bÿzonderheden der zeevaartkundige
opleiding te treden, eerst een blik werpen op de vermeerdering
der tonnemaat en van het aantal zeelieden tot aan het einde van
1902, ten einde eenig denkbeeid te krÿgen van den tegenwoordigen
toes tan d der koopvaardjj.
In 1897 bedroeg de totale tonnemaat van de schepen in dit land
niet meer dan 400.000 ton, met inbegrip van stoombooten en zeil-
schepen; maai met de uitbreiding der nationale industrie namen
het aantal en de tonnemaat der schepen snel toe; en tegen het
einde van 1902 was de tonnemaat tot 934.961 ton gestegen,
waarvan 605.122 ton stoomschepen vertegenwoordigden en 329.839
ton zeilschepen. Erkend moet echter worden, dat het aantal Personen,
in Staat om de schepen te besturen - namelÿk de bedreven
officiel en met certifìcaat van bekwaamheid — naar verhouding klein
was. Op het oogenblik zÿn er alleen behoorlÿk bevoegde officieren,
zooals uit de volgendo tabel blÿkt:
Japanners.
Stuurlieden...........................920
Ingenieurs...........................981
Totaal. . . 1.901
Vreemdelingen.
213
118
Daar dit het geval is, doet zieh de noodzakelÿkheid om goede
zeelieden te kweeken op het oogenblik dringend gevoelen, en het
Gouvernement beÿvert zieh om de zeevaartkundige opvoeding doel-
treffender te maken.
De eenige complété inrichting voor de oefening der hoogere
rangen onder de zeelieden in Japan, is de Zeevaart-Academie te
Tokio. Zÿ is verbonden aan het Departement van Verkeersmiddelen.
Deze instelling werd het eerst gesticht in 1875 door de Mitsoe-
Bisji-Maatschappÿ, maar later overgedaan aan de Japansche Mail-
boot-Maatschappÿ. In 1885 werd zÿ overgenomen door de Regeering
en gereorganiseerd, en heeft zÿ zieh ontwikkeld tot de tegenwoordige
Zeevaart-Academie.
De Académie leidt de jonge mannen op, die bestemd zÿn om
offleieren bÿ de koopvaardÿ-marine te worden, waarbÿ hun onderwÿs
gegeven wordt in de théorie en practÿk der onderwerpen,
welke tot de hoogere takken van het zeemansberoep behooren. De
Studie is verdeeld in twee departementen, het département van
zeevaart en dat van werktuigkunde.
De cadetten van beide departementen worden gedurende hun
leertÿd ingeschreven bÿ de zeevaart en zelfs na hunne gradueering;
en aangezien zÿ kans hebben om te worden aangesteld als zee-
officier, vallen Zÿ onder de verplichting, om de algemeene wetten
der marine in acht te nemen.
In het département van zeevaart vormen stuurmanskunst, theoretische
en practische zeevàartkunde, zeevaartkundige opname, zee-
weerkunde, recht en scheepsbouw de voornaamste takken van
studie en de andere de supplémentaire.
Bÿ hunne komst worden de leerlingen in de zesde klasse ge-
plaatst, en ieder half jaar worden zÿ eene klasse verhoogd, terwÿl
zÿ hun onderwÿs krÿgen in de klasselokalen der inrichting, totdat
zÿ tot in de eerste klasse gekomen zÿn, wanneer zÿ naar de
Hodjoestsoe-Rensjoesjo (Artillerie-school) in Jokosoeka overgaan, om
gedurende omstreeks zes maanden onderricht te worden in de
artillerie-kunst. Ten slotte brengen zÿ een leertÿd door aan boord van
verschillende schepen voor twee en een half jaar. Zoodoende hebben
zÿ vÿf en een half jaar noodig om hunne opvoeding te voltooien.
In het département van werktuigkunde worden stoommachines,
stoomketels, electriciteit, teekenen, koopmanschap, als de voornaamste
studies aangemerkt, terwÿl de andere de bÿkomstige zÿn-
Bÿ zÿne komst wordt iedere cadet in de vÿfde klasse geplaatst
en hÿ klimt ieder half jaar eene klasse op. Hÿ ontvangt zÿn
onderwÿs ook in de klasselokalen, evenals dit het geval is met
de leerlingen van de zeevaartkundige afdeeling. Wanneer hÿ echter