ouders en van hemzelf zoii bestendigen. Mencius zegt: „Er zyn drie
dingen, die onkinderlyk zyn, en het grootste daarvan is: geen
nakomelingschap na te laten”. In het „Boek der Ki n d e r 1 jj k e
P i ö t e i t ” zegt Confucius: „Er zyn drieduizend daden die gestraft
worden met de vyf straffen, maar er is geene grootere zonde, dan
gebrek aan kinderlyke piöteit”. Daarom werd te sterven zonder
mannelyke nakomelingschap als de grootste zonde beschouwd die
een man begaan kon tegen de leer der Chineesche Philosophie,
die gedurende meer dan duizend jaren in ons land onderwezen is
geworden. De reden van deze leer ligt voor de hand. Het geluk
van de voorouders na den dood was afhankelyk van de behoorlyke
waarneming der familie-sacra. Het was daarom de pl ic ht van
ieder hoofd des gezins te huwen, ten einde de ramp, dat de familie-
sacra zouden uitsterven, af te wenden. Het was een vast beginsel
van ons gewoonterecht, dat met enkele wyzigingen in het Burgerlyk
Wetboek (Art. 760) is bybehouden, dat ieder familielid de toestem-
ming van het hoofd des gezins moet hebben om te huwen. De
Huis-wet (Ko-rjjo”) van het Taiho-Wetboek vorderde ook de toestem-
ming van grootvaders, vaders en andere betrekkingen, vöördat het
huwelijk gevierd mocht worden. Volgens Art. 751 van het Nieuwe
Burgerlyk Wetboek, is het familiehoofd, indien een lid trouwt
zonder zijne toestemming, gerechtigd hem of haar in den tyd van
een jaar van den trouwdag af, van het gezin uit te sluiten, of,
indien hij of zy door het huwelyk in eene andere familie gekomen
is , den terugkeer tot hunne eigen familie te verbieden, ingeval het
huwelyk ontbonden mocht worden. Wat betreff de toestemming
van de ouders, daarin voorziet de eerste clausule van Art. 772
aldus: „Voor het sluiten van een huwelijk, moet een kind de toestemming
hebben van de ouders die in hetzelfde huis zyn. Maar
deze regel is niet van toepassing, indien de man zyn dortigste,
of de vrouw haar vyf-en-twintigste jaar vervuld heeft”. De gevolgen
van een huwelijk buiten toestemming der ouders worden vermeld
in de Artikels 783 en 784. De vader of moeder mag by eene
rechtbank aanzoek doen tot nietigverklaring van het huwelyk binnen
den tyd van zes maanden, van den t(jd af, dat hy of zy voor het
eerst van het feit van het huwelyk kennis kreeg, of binnen twee
jaar na den dag der inschryving.
Uit eene andere bepaling, welke reeds vöör de restauratie van
1868 bestond, blykt duidelyk, in welk licht het huwelyk door onze
oude wet beschouwd werd. Eertyds, onder de Samoerai’s of klasse
der krygslieden, mocht alleen de oudste zoon, die zyn vader ver-
moedelyk als hoofd des huizes zou opvolgen, of diens oudste zoon,
die de vermoedelyke erfgenaam zou worden na hem, een huwelyk
aangaan, terwyl de jongere zoons niet wettig konden huwen. Het
was de plicht van ieder gezinshoofd en diens vermoedelyken erfgenaam,
te trouwen; maar het was niet noodig voor de jongere
zoons, die oogenschynlyk weinig kans hadden ooit hoofd des
huizes te worden. Zy werden uit dien hoofde „hejazoemi” , of
„kamerbewoners” genoemd. Ofschoon Chineesche wetten en Philosophie
in oude tyden in Japan ingevoerd werden, werd de bekende
Chineesche wet waarby een h uwe l y k t u s s c h e n t w e e per-
s one n die d e nz e l f d e n g e s l a c h t s n a am d r o e g e n verboden
was, niet opgenomen in die oude wetboeken van ons, welke op
de leest der Chineesche rechtsboeken samengesteld waren. De reden
van deze opmerkelyke afwyking schynt deze te zyn: dat een voor-
vader alleen de s a c r a o n t v a n g t van z yne a f s t amme l i n g e n
in den bloede, en het huwelyk tusschen personen van hetzelfde
geslacht, — d. i. tusschen personen, afstammende van denzelfden
voorvader — werd misschien eerder begunstigd dan de verbintenis
met een persoon van een ander geslacht, want het kroost zou dan
van het onvermengde bloed des voorvaders zyn. Deze uitzondering
op de algemeene aanneming,.der Chineesche wetten schynt des te
opmerkelyker wegens het feit, dat het verbod tegen de aanneming
van een kind uit eene andere clan, welk verbod in de Chineesche
wet bestond en nog bestaat, in onze oude wetboeken bijna zonder
eenige wyziging opgenomen werd.
Enkele van de artikelen van de „Verordeningbetrekkinghebbende
op de Huwelyken van het Keizerlyk Huis” op den 26sten April
1900 bekend gemaakt, bewyzen ook het nauwe verband tusschen
huwelyk en voorouder-vereering:
Art. 3. Wanneer de Keizerlijke Huwelyksovereenkomst gesloten
is, zal zy bekend gemaakt worden in Kasjiko Dokoro (den tempel
van de Keizerlyke Stammoeder, Amaterasoe Omikami), Kworei Den
(den tempel der andere Keizerlyke voorouders) en Sjin Den (den
tempel gewyd aan andere godheden); en de Keizerlyke Boodschapper
voor het brengen van offeranden zal naar Djingoe (den tempel van
de Keizerlyke Stammoeder te Ise) gezonden worden, alsook naar
de Q-raven van Djimmoe Tenno (den Eersten Keizer), van wylen
des Keizers Yader en van wylen des Keizers Moeder.
Art. 6. Het Keizerlyk Huwelijk zal bekend gemaakt worden in
Kasjiko Dokoro, Kworei Den en Sjin Den op den dag, waarop de
plechtigheid plaats heeft.
Art. 7. De plechtigheid van het Keizerlyk Huwelyk zal vol-
trokken worden voor den Tempel van Kasjiko Dokoro, volgens
speciaal voorgeschreven formaliteiten.
Art. 9. De Keizer en de Keizerin zullen zieh, wanneer het