Hoofdstuk X . — W a g en .
Artikel XLVIII. 'Wanneer een lid in een van beide Huizen eene
vraag wenscht te stellen aan de Regeering, zal van hem worden
gebischt dat hfl den steun verkrflgt van niet minder dan dertig leden.
Bfl het stellen van zulke vragen zal het lid, dat ze voorstelt,
een bondig memorandum opstellen en het den Voorzitter aanbieden,
nadat hfl het gezamenlflk met de ondersteuners zal hebben ge-
teekend.
Artikel XLIX. De Voorzitter zal het memorandum over vragen
aan de Regeering toezenden. Een Staats-Minister zal dan öf onmid-
dellflk de vraag beantwoorden öf den datum voor het geven van
zulk een antwoord vaststellen en wanneer hfl dat niet doet, zal
hfl duidelflk zflne redenen daarvoor bekend maken.
Artikel L. Wanneer een antwoord is of niet iS verkregen van
eenen Staats-Minister, kan ieder lid een vertoog indienen betreffende
de zaken in kwestie.
Hoofdstuk X I. — Adressen en ver toogen .
Artikel LI. Wanneer een van beide Huizen een adres aan den
Keizer verlangt aan te bieden, zal dat in geschrifte worden aange-
boden; of de Voorzitter kan, als de vertegenwoordiger van het
Huis, worden gezonden om den Keizer eene audientie te vragen
en hetzelve hem aan te bieden.
De vertoogen van elk van beide Huizen aan de Regeering zullen
in geschrifte worden aangeboden.
Artikel LH. Gleen voorstel tot zulk een adres en vertoog zal in
een van beide Huizen het onderwerp van debat worden gemaakti
tenzfl dertig leden het ondersteunen.
Hoofdstuk XII. — De betrekkingen der twe e Huizen
v a n den Landdag tot elkaar.
Artikel LIH. Met uitzondering der Begrooting kunnen Regeerings-
Wetsontwerpen het eerst worden aangeboden in elk der Huizen.
Artikel LIV. Wanneer een Regeerings-Wetsontwerp in een van
beide Huizen is aangenomen, met of zonder een amendement, zal
het dan in het andere Huis worden ingediend. Wanneer het tweede
Huis hetzfl instemt met, hetzfl in gevoelen verschilt van de stem
van het eerste Huis, zal het gelflktfldig met het richten van
een adres aan den Keizer, aan het eerste Huis mededeeling doen.
Ingeval een door een van beide Huizen voorgesteld Wets-
ontwerp door het andere Huis wordt verworpen, zal het tweede
Huis het feit mededeelen aan het eerste Huis.
Artikel LV. Wanneer een van beide Huizen amendementen maakt
op een Wetsontwerp, dat erin uit het andere Huis is ingediend,
zal het Wetsontwerp zooals het is geamendeerd naar het eerste
Huis worden teruggezonden. Wanneer het eerste Huis toestemt in
het amendement, zal het, gelflktfldig met het richten van een
adres aan den Keizer, mededeeling doen aan het tweede Huis.
Wanneer, aan den anderen kant, het eerste Huis niet toestemt in
zulke amendementen, kan het de gezamenlflke beraadslaging der
twee Huizen verzoeken.
Wanneer een van beide Huizen eene conferentie vraagt, kan het
andere Huis dit niet weigeren.
Artikel LVI. Beide Huizen kunnen een gelflk aantal, niet meer
dan tien, gemachtigden kiezen om in conferentie bfleen te komen.
Wanneer het Wetsontwerp in kwestie op de conferentie in orde is
gebracht, zal het in orde gebracht Wetsontwerp eerst in dat Huis
worden bediscussieerd, hetwelk hetzfl het van de Regeering had
ontvangen, hetzfl er het initiatief toe had genomen, en het Wetsontwerp
wordt dan in het andere Huis ingediend. Gleen voorstel
van amendementen kan worden gemaakt op een wetsontwerp, dat
op eene conferentie in orde is gebracht.
Artikel LVI1. Den Staats-Ministers, den gedelegeerden der Regeering
en den Voorzitters van beide Huizen Staat het vrfl eene
conferentie der twee Huizen bfl te wonen en daarop hunne mee-
ningen uit te spreken.
Artikel LVIII. Gleen vreemdelingen is het vergund op eene
conferentie der twee Huizen tegenwoordig te zfln.
Artikel LIX. Op eene conferentie der twee Huizen zullen de
stemmen bfl geheime stemming worden opgenomen. In het geval
van staking der stemmen zal de voorzitter de beslissende stem
hebben.
Artikel LX. De gemachtigden uit de twee Huizen zullen afzonderlflk
66n van hen kiezen tot voorzitter der conferentie. De aldus gekozen
voorzitters zullen beurtelings de bfleenkomsten der conferentie
voorzitten. Het voorzitterschap der eerste bfleenkomst zal door het
trekken van loten worden uitgemaakt.
Artikel LXI. Alle andere regelingen buiten wat in dit hoofdstuk
is voorzien, wat betreft alle zaken met welke beide Huizen te
maken hebben, zullen door eene conferentie van beide Huizen
worden bepaald.