ONTVANGSTEN.
Boekjaar. Staat. Particuliere
Maatschappijen. Totaal.
61« (1873) . . .
10a« (1877) . . .
154« (1882) . . .
20»*« (1887) . . .
25«« (1892) . . .
30«*« (1897) . . .
34«« (1901) . . .
Jen.
441.615
910.336
1.840.394
1.698.873
4.580.632
9.727.490
16.764.219
Jen.
1.182.345
5.096.634
16.800.057
31.640.328
Jen.
441.615
910.336
1.840.394
2.881.218
9.679.266
26.526.547
48.404.547
EXPLOITATIE-KOSTEN
Boekjaar. Staat. Particulieren
Maatschappijen. Totaal.
61*«....................
Jen.
232.830
526.348
926.548
677.124
2.166.199
4.186.048
8.346.091
Jen. Jen.
232.830
526.348
926.548
1.069.666
4.603.337
12.365.096
23.439.177
IO4«................
154«..................
20>,e..................
25»*«..................
30««..................
34«*«. ................
392.542
2.437.138
7.578.047
15.093.086
NETTO-WINSTEN.
Boekjaar. Staat. Particuliere
Maatschappijen. Totaal.
64«.................
Jen.
208.785
384.088
913896
1.021.749
2.424.433
4.941.441
8.418.128
Jen. Jen.
208.785
384.088
913.896
1.811.552
5.073.929
14.163.451
24.965.370
IO4' .................
154«..................
20**« .
25«*'................
30«*«................
34«*®................
789.803
2.659.496
9.222.010
16.547.242
De bovengenoemde ontvangsten worden onderverdeeld in ont-
vangsten van personenvervoer, van goederentransport en diverse
ontvangsten. De exploitatiekosten worden verdeeld in kosten van
onderhoud, traetie- en vervoerkosten en verscheidene andere kosten.
Uit de bovenstaande cijfers kan men gemakkelpk zien, dat
er eene aanzienlpke vermeerdering van spoorwegontvangsten is
geweest gedurende de laatste dertig jaar. Inderdaad, wanneer w(j
de ontvangsten, exploitatie-kosten en netto-winsten van het vier:
en-dertigste jaar vergeljjken met die van het zesde jaar, geven de
eerste eene vermeerdering aan van respectieveljjk elf, tien en
twaalf maal. Wanneer wij willen uitmaken hoeveel dit per ge-
middelde in gebruik zijnde mjjl is, verkrjjgen wjj de volgende cjjfers:
Boekjaar. Ontvangsten. Onkosten. Winsten
Jen. Jen. Jen.
20'*«................ 6.081 2.258 3.823
25*** . 5.378 2.558 2.820
30«*®................ 9.918 4.623 5.295
34«*«........... 12.212 5.213 6.299
De verhouding waarin de winsten van het vier-en-dertigste jaar
staan tot het oorspronkelijke kapitaal is gemiddeld 8,4 pct. bij de
Staatsspoorwegen en 8,2 pct. bij de particuliere spoorwegmaat-
schappflen. Het gemiddelde is dus 8,3 pct,
Yergeleken met andere landen, maken de Japansche spoorwegen
de hoogste winsten van alle:
Land. Jaar. Percentage van de
Winst tot het Kapitaal.
F ra n k r ijk ........................ 1900 4,21
E n g e la n d ....................... 1900 3,41
Duitschland..................... 1900 1901 6 -
Het is zeer belangrijk, de verhouding van de exploitatie-kosten
tot de ontvangsten van vervoer te zien. In ons land zijn de exploitatiekosten
per 100 jen van ontvangsten van vervoer als volgt:
Boekjaar. Staat. Particulieren. Percentage.
Jen. Jen. Jen.
6ä« ................ 52,7 52,7
IO4« ................... 57,8 — 57,8
154«................ 50,3 ____ 50,3
20«*«................ 39,9 33,2 37,1
25»*«........... 47,3 47,8 47,6
30«*«................ 59,2 45,1 46,6
34**« . . . . 49,8 47,7 48,4
Uit bovenstaande cijfers kan men zien, dat de verhouding der
exploitatie-kosten tot de ontvangsten van vervoer vöör het vjjftiende