staan in geregeld verband met de centrale instelling van denzelfden
naam. Op iedere school kunnen ongeveer vyftig leerlingen tegeljjk
geplaatst worden, die er voor den tyd van drie jaar blyven.
De Militaire Byschool neemt van de verschallende cavalerie-
korpsen leerlingen aan die een cursus wenschen te volgen in
ryden en taetiek. De schooltijd is ongeveer elf maanden; voor het
aantal leerlingen bestaat geen vaste bepaling.
De Militaire Schietschool voor Yeld-Artillerie is ten gerieve van
leerlingen uit het korps van de Veld-Artillerie; de studietijd duurt
twee of drie maanden en het aantal van degenen die de school
bezoeken wordt van tyd tot tyd bepaald haar gelang van om-
standigheden.
De Militaire School voor Betaalmeesters geeft opleiding voor den
post van betaalmeester; de aanzoekdoeners worden toegelaten uit
luitenants en onderluitenants die het examen afgelegd hebben en
ook uit Studenten in de rechten aan de Keizerlyke Universeiten en uit
leerlingen van de hoogere handelsscholen. De cursussen zijn verdeeld
in een tweejarige en in een zesmaandelyksche, met een bezoek dat
van jaar tot jaar afwisselt, al naar de autoriteiten dienstig achten.
De Militaire Geneeskundige School neemt artsen van het G-enees-
kundig korps van het leger op en gepromoveerde praktiseerende
geneesheeren en apothekers die militair-artsen willen worden in
werkelijken dienst. Eerste-klasse Studenten blijven er vier maanden,
tweede-klasse Studenten den jaar.
De Militaire Veeartsenijschool neemt vee-artsen van het Militaire
Veeartsenij-korps op die opleiding noodig hebben, en ook de
meesters-hoefsmeden van de verschillende korpsen, welke laatste
in de hoefsmeedkunst onderwezen worden. De cursus duurt van
drie tot negen maanden.
De Militaire School voor G-eschut- en Werktuigkunde leidt op tot
meester-smid, -zadelmaker, -geweermaker, -werktuigkundige en
-geschutgieter. De leert yd is een of twee jaar.
De School voor Militaire Muziek leidt mannen die talent blyken
te hebben tot kapelmeester op. De leertyd is ongeveer ddn jaar.
De Militaire Gerechtshoven hebben aanzienlyke bevoegdheden,
daar zy zoowel met stryders als met niet-stryders te doen hebben,
zoolang dezen in eenig opzicht in verband blijven met hun dienst,
en daar zy de voorschriften van het Militair Strafwetboek en de ge-
wone strafbepalingen met kracht moeten toepassen. Deze gerechte-
hoven hebben twee afdeelingen, de hoogere en de divisioneele
gerechtshoven, van welke laatste er een is in elke militaire divisie,
waar het rechtsmacht heeft in crimineele zaken binnen de grenzen
van zijne eigene divisie. Het hoogere hof, gevestigd te Tokio, behandelt
zaken betreffende het gedrag van officieren met den rang
van generaal en ook gevallen van hooger beroep tegen de uit-
spraken van divisie-gerechtshoven.
Het vonnis van een militair gerechtshof moet goedgekeurd worden
door den Keizer of door den oppertoezicht uitoefenenden chef,
overeenkomstig den rang, vóórdat het volvoerd mag worden.
Militaire of garnizoensgevangenissen zyn gevestigd in centra
welke garnizoenen of militaire gerechtshoven hebben en staan
onder de rechtsmacht van den garnizoens-commandant.
Ieder garnizoen is voorzien van een militair hospitaal, waarin
alle zieken onder de troepen worden opgenomen, en welke medi-
cynen en chirurgische instrumenten in voorraad hebben. Het ge-
heele leger wordt gratis behandeld, uitgezonderd éénjarige volontairs
en zy die den rang hebben van speciale Sergeanten of nog hooger.
Er worden byzondere voorzorgen genomen voor een doeltreffende
isoleering van aanstekelyke of besmettelijke zieken en voor
patiénten die verandering van lucht noodig hebben.
De „Zieke-paardenstal”, zooals men het noemde, is afgeschaft, daar
alle zaken die tot de zorg van dit Departement behooren, nu behandeld
worden in het Cavalerie-bureau van het Departement van Oorlog.
Veel werk maakt men echter van de zaak der paarden-hygiéne.
Eenige jaren geleden kocht men veulens van de landbouwers en
na voor den dienst geschikt verklaard te zyn door de paardendok-
te rs , werden zy uitgedeeld waar ze noodig waren. Daar men dit
niet voldoende vond, richtte men het Bureau voor Paardenleverantie
op onder controle van den Minister van Oorlog. Dit Departement ziet
toe op den aankoop en het fokken van veulens, de verdeeling er van
en het bijeenbrengen voor militaire doeleinden. Voor dit doel is er
een algemeen bureau te Tokio, met zeven bybureau’s, dat brjna
150.000 morgen wei- en bouwland bezit, voor het laten grazen,
het telen en verzamelen van voorraden.
De Tuighuizen, twee in getal, te Tokio en Osaka, komen onder
contróle van het Militaire bureau voor Wapenen en Ammunitie,
en dienen om wapenen en ammunitie te herstelieh en aan te
maken. Kruit-fabrieken heeft men te Megoero, Itabasj en Iwahana.
Sinds 1891 werkten in het arsenaal te Tokio 2.160.805 personen,
waaronder 96.325 vrouwen, terwyl in dat te Osaka gedurende denzelfden
tyd 1.499.557 menschen werkten; waaronder 37.641 vrouwen.
Gedurende 1902 verschafte de fabriek voor wollen goederen ten
gebruike voor het leger te Sendjoe, die onder contróle Staat van
den Minister van Oorlog, werk aan 318.126 menschen, waaronder
173.745 vrouwen.