Artikel XLIV. Een vrouweljjk lid der Keizerlijke Familie, die
eenen onderdaan heeft getrouwd, zal worden uitgesloten van lid-
maatschap der Keizerlijke Familie. Echter mag haar worden ver-
gund door de bjjzondere genade des Keizers hären titel van
Keizerlijke Prinses of van Prinses, al naar het geval mag zÿn, te
behouden.
Hoofdstuk VIII. -v De Keizerlijke erfelyke goederen.
Artikel XLY. Geen grond- of andere eigendom dan vastgesteld
is geworden als het erfelÿke goed zal worden (op) verdeeld of
vervreemd.
Artikel XLYI. De grond- of andere eigendom, die zal worden
begrepen in de Keizerljjke erfeljjke goederen, zal bij Keizerlijk
geschrift worden uitgemaakt, gehoord den Geheimen Raad, en zal
door den Minister van de Keizerlijke Huishouding worden bekend
gemaakt.
Hoofdstuk IX. — Uitgaven van het Keizerlijk Huis.
Artikel XLVII. De uitgaven van het Keizerlijke Huis van elken
aard zullen tot een zeker, vastgesteld bedrag uit de nationale
Schatkist worden bestreden.
Artikel XLYIH. De ramingen en de rekeningen en verantwoor-
dingen der uitgaven van het Keizerlijk Huis en alle regelen van
dien aard zullen door de Regelingen der Financiën van het
Keizerlÿk Huis worden geregeld.
Hoofdstuk X. — Processen; Disciplinaire regelen voor
de leden der Keizerlijke Familie.
Artikel XLIX. Processen tusschen de leden der Keizerljjke Familie
zullen worden beslist door bjjzonderlijk door den Keizer aangewezen
rechterlÿke ambtenaren in het Departement der Keizerlÿke Huishouding
en de uitvoering zal worden uitgevaardigd nadat de Keizerlijke
bekrachtiging daarop is verkregen.
Art. L. Civiele acties door particulière individuen ingebracht tegen
leden der Keizerlijke Familie, zullen worden beslist in het Hof van
Beroep in Tokio. Leden der Keizerlijke Familie zullen echter ver-
tegenwoordigd ztjn door rechtsgeleerden en geen bijwonen in
persoon in het Hof zal van hen worden vereischt.
Artikel LI. Geen lid der Keizerlijke Familie kan worden gearresteerd
of voor een gerechtshof worden gedaagd, tenzij eerst de
bekrachtiging des Keizers daarop is verkregen.
Art. LH. Wanneer een lid der Keizerlijke Familie eene handeling
heeft begaan, die afbreuk doet aan zyne of hare waardigheid of
wanneer hjj ongetrouwheid heeft ten toon gespreid aan het Keizerlijke
Huis, zal hjj, bij wijze van disciplinaire bestrafling en op bevel
van den Keizer, beroofd worden van het geheel of een deel der
hem als een lid der Keizerlijke Familie toebehoorende voorrechten
of zullen deze voor hem worden geschorst.
Artikel LIII. Wanneer een lid der Keizerlijke Familie handelt
op eene wijze die strekt tot het verkwisten van zfln of haar
eigendom, zal hij door den Keizer onbekwaam worden verklaard,
zal hem verboden worden zijn eigendom te beheeren en zal daarvoor
een beheerder worden benoemd.
Artikel LIY. De twee voorgaande artikelen zullen op raad van
den Keizerlijken Familie-Raad worden bekrachtigd.
Hoofdstuk XI. — De Keizerlijke Familie-Raad.
Artikel LV. De Keizerlijke Familie-Raad zal zijn samengesteld
uit de mannelijke leden der Keizerlijke Familie, die den meerderjarigen
leeftijd hebben bereikt. Den Groot-Zegelbewaarder £ den
Voorzitter van den Geheimen Raad, den Minister der Keizerlijke
Huishouding, den Staatsminister van Justitie en den Yoorzitter
van het Hof van Cassatie zal gelast werden, deel te nemen aan de
beraadslagingen van den Raad.
Artikel LYI. De Keizer zit persoonlijk de bijeenkomst van den
Keizerlijken Familie-Raad voor of wijst iemand van de Keizerlijke
Familie aan om dat te doen.
Hoofdstuk XII. — Supplementaire regelen.
Artikel LVII. Degenen der tegenwoordige leden van de Keizerlijke
Familie van de vflfde generatie en naar beneden, die reeds
met den titel van Keizerlijken Prins zijn bekleed, zullen denzelven
behouden als hier tevoren.
Artikel LYIH. De orde van opvolging op den Keizerlijken Troon
zal in elk geval betrekking hebben op de afstammelingen van
absolute afstamming. Er zal geen toegang zijn tot deze lijn van
opvolging voor iemand als een gevolg daarvan, dat hij nu een
aangenomen Keizerlijke zoon is, Kojoesji of erfgenaam van een
prinselijk huis.