worden gezorgd dat opnieuw leden worden gekozen; en het nieuwe
Huis zal binnen vgf maanden na den dag van ontbinding worden
bgeengeroepen.
Artikel XLYI. Geen debat kan worden geopend en geen stem-
ming kan plaats hebben, in geen van beide Huizen van den
Keizerlgken Landdag, tenzg niet minder dan een derde van het
geheele aantal zgner leden tegenwoordig is.
Artikel XLVII. Stemmingen zullen in beide Huizen plaats hebben
big volstrekte meerderheid. In het geval van staken van stemmen,
zal de Yoorzitter de beslissende stem hebben.
Artikel XLVIH. De beraadslagingen van beide Huizen zullen in
het openbaar worden gehouden. De beraadslagingen kunnen
echter, op verzoek der Eegeering of bg besluit van het Huis, in
geheime zitting worden gehouden.
Artikel XLIX. Beide Huizen van den Keizerlgken Landdag
kunnen respectievelgk adressen aanbieden aan den Keizer.
Artikel L. Beide Huizen kunnen door onderdanen aangeboden
petities ontvangen.
Artikel LI. Beide Huizen kunnen, buiten wat in deze Grondwet
en in de wet der Huizen is voorzien, regels vaststellen voor het
bestier hunner inwendige aangelegenheden.
Artikel LH Geen lid van een van beide Huizen zal, buiten de
onderscheidene Huizen, verantwoordelgk worden gesteld voor eenige
in het Huis geuite meening of voor eenige daar uitgebrachte stem.
Wanneer echter een lid zelf openbaarheid gegeven heeft aan zjjne
meeningen door openbare redevoeringen, door gedrukte of geschreven
stukken of door eenig ander dergelijk middel, zal hg in die zaak
verantwoordelgk zgn aan de algemeene wet.
Artikel LHI. De leden van beide Huizen zullen gedurende de
zitting vrg van arrest zgn, tenzg met de toestemming van het
Huis; uitgezonderd in gevallen van f l a g r a n t e d e lic to of van
vergrgpen in verband met eenen Staat van binnenlandsche rust-
verstoring of met buitenlandschen onvrede.
Artikel LIV. De Staats-Ministers en de gedelegeerden der Eegeering
kunnen te allen tgde in elk van beide Huizen verschonen en spreken.
Hoofdstuk IV. — De Staats-Ministers en
de Geheime Raad.
Artikel LV. De onderscheidene Staats-Ministers zullen hunnen
raad geven aan den Keizer en daarvoor verantwoordelgk zjjn.
Alle wetten, Keizerlgke verordeningen en Keizerlgke bekendmakingen,
van welken aard ook, die betrekking hebben op de
Staatszaken, vereischen het contrasign van eenen Staats-Minister.
Artikel LVI. De Geheime Eaad zal, in overeenstemming met de
voorzieningen voor de organisatie van den Geheimen Eaad, over
belangrjjke Staatszaken beraadslagen, wanneer zg door den Keizer
geraadpleegd zgn geworden.
Hoofdstuk V. — De Rechterlyke Macht.
Artikel LYII. De reehterlgke macht zal worden uitgeoefend door
de gerechtshoven volgens de wet, in naam des Keizers.
De organisatie der gerechtshoven zal bg de wet worden bepaald.
Artikel T.VTTT. De Eechters zullen worden benoemd uit degenen,
die eigenschappen bezitten volgens de wet.
Geen Eechter zal van zgne Stelling worden beroofd, tenzg längs
den weg van een strafrechterigk vonnis of disciplinaire bestraffing.
Eegelen voor disciplinaire bestraffing zullen bg de wet worden
bepaald.
Artikel LIX. Gerechtelgke onderzoeken en vonnissen van een
gereehtshof zullen in het openbaar geschieden. Wanneer er echter
(ook de minste) vrees bestaat, dat zulke openbaarheid schadelgk
kan zgn voor vrede en orde of voor de handhaving der openbare
zedelijkheid, kan het openbare gerechtelgk onderzoek worden
geschorst bg wettelgke voorziening of bg beslissing van het
gereehtshof.
Artikel LX. Alle zaken, die binnen de bevoegdheid van een
bgzonder gereehtshof vallen, zullen bgzonderlgk bg de wet worden
voorzien.
Artikel LXI. Yan geen rechtsgeding hetwelk betrekking heeft
op rechten, waarop, naar beweerd wordt, inbreuk is gemaakt door
de onwettige maatregelen der uitvoerende autoriteiten en hetwelk
zal komen binnen de bevoegdheid van het bgzonderlgk bg de wet
ingesteld Hof van Administratieve Geschillen, zal een gereehtshof
kennis nemen.
Hoofdstuk VI. — Financien.
Artikel LXII. Het opleggen eener nieuwe belastingof dewgziging
van het percentage eener bestaande, zal bg de wet worden bepaald.
Evenwel zullen alle zulke administratieve retributieen of andere
inkomsten, het karakter eener vergoeding dragende, niet binnen
de categorie der bovenstaande clausule vallen.