kenningen en andere allerhande toekenningen aan de leden, pen-
sioenen, jaargelden, uitgaven en bezoldigingen vereischt door de
organisatie van by de wet vastgestelde ambten, en andere uitgaven
van gelyken aard. „Uitgaven welke tot de wettelyke verplichtingen
der Regeering behooren” sluiten in zieh den interest der nationale
schuld, vry Stelling er van, subsidies of waarborgen aan vereeni-
gingen, uitgaven noodig voor de burgeriyke verplichting der
Regeering, vergoedingen van allerlei aard, en dergelyke.
De Constitutie en de wet zyn de hoogste gidsen voor het beheer
der administratieve en financieele aangelegenheden, en de Staat
moet, om aan het doel van zjjn bestaan te beantwoorden, de
Suprematie aan de Constitutie en de wet toestaan, en administratieve
en financieele aangelegenheden aan beider contröle onder-
werpen. Daarom moet de Landdag b\j het in overweging nemen
van het Budget, getrouw aan de Constitutie en de wet tot regel
stellen de geldelyke bydragen te verschaffen die benoodigd kunnen
zyn door de nationale in Stellingen, welke door de Constitutie en
de wet zyn vastgesteld. Evenzeer scheppen alle bestaande con-
tracten en alle burgerlyke en alle andere verplichtingen eene wettelyke
noodzakelykheid van geldelyke bydragen. Mocht de Landdag
by de stemming over het Budget eene uitgave volgens de Constitutie,
gegrond op de souvereine bevoegdheden des Keizers, in haar
geheel verwerpen of in bedrag verminderen, of eene uitgave noodig
geworden krachtens eene wet om aan wettelyke verplichtingen te
voldoen, dan zou zulk eene wyze van handelen beschouwd moeten
worden als verderfelyk voor het bestaan van den Staat, en strydig
met de grondbeginselen der Constitutie. Uit de bewoordingen „reeds
vastgestelde uitgaven” is te begrypen dat, ten aanzien van nieuwe
uitgaven of van de verhooging van bestaande, hoewel gegrond op
de souvereine bevoegdheden des Keizers, de Landdag de bevoegd-
heid heeft vryelyk daarover te beraadslagen. Zelfs die reeds vastgestelde
uitgaven, welke by de Constitutie gegrond zyn op de
souvereine macht des Keizers, en dezulke die ontstaan zyn hetzy
krachtens eene wet of ten gevolge der noodzakelykheid om wettelyke
verplichtingen na te komen, kunnen met toestemming der
Regeering verworpen of in bedrag verminderd, of anderszins ge-
wyzigd worden.
68. De staatsuitgaven worden gewoonlyk jaarlyks bewilligd,
want de staatsaangelegenheden zyn in een toestand van gestadige
werking en beweging en kunnen niet naar een vasten maatstaf
behandeld worden. Diensvolgens kan hetzelfde bedrag van staatsuitgaven
niet jaar in jaar uit bestendigd worden. Doch in voorlig-
gend artikel zt)n exceptioneele voorzieningen getroffen voor byzondere
gevallen van nood. Krachtens zulke voorzieningen kan een
zeker gedeelte van de uitgaven voor de krijgsmacht en marine, en
uitgaven voor ingenieurswerken, fabrieken en dergelyke, die ettelyke
jaren voor de voltooiing eischen, met toestemming van den Landdag
vastgesteld worden voor een tydperk van ettelyke jaren.
69. In voorliggend artikel is voorziening getroffen voor een
reservefonds om daaruit tekorten in het Budget aan te vullen en
te gemoet te komen aan onvoorziene vereischten. Artikel 69 geeft
te kennen, dat uitgaven die de in het Budget toegewezene over-
schryden of die daarin in het geheel niet voorzien zyn, de latere
goedkeuring van den Landdag vereischen, doch in dat artikel is
geen bepaling gemaakt aangaande de bron, waaruit zulke voor-
schotten moeten bestreden worden. Vandaar dat het noodig is een
reservefonds te voorzien by voorliggend artikel.
70. De uitleg van het voorliggend artikel wordt overvloedig
gegeven door de opmerkingen gemaakt onder Artikel 8. Het punt
van verschil tusschen voorliggend artikel en Artikel 8 is dat in
het geval, vermeld in dit laatste, wanneer de Landdag geen zitting
houdt, geen buiterigewone zitting behoeft byeengeroepen te worden,
terwyl in het geval van voorliggend artikel eene buitengewone
zitting vereischt wordt; maar zelfs in dit geval mögen noodige
maatregelen genomen worden zonder toestemming van den Landdag,
wanneer de byeenroeping van eene buitengewone zitting onmogelyk
is uit hoofde van eenige omstandigheden van binnen- of buitenland-
schen aard. Er is meer voorzorg genomen in het geval van voorliggend
artikel, daar het betrekking heeft op finaneieel beheer.
Onder „de noodige financieele maatregelen” in dit artikel vermeld
heeft men te verstaan die maatregelen welke, ofschoon ze uit hun
aard de toestemming van de wetgevende vergadering vereischen,
zonder die toestemming genomen worden ingeval van dringende
noodzakelykheid. Het onthouden van de goedkeuring des Landdags
heeft alleen betrekking op de blyvende kracht der maatregelen in
kwestie, en zal niet de terugwerkende kracht hebben om verleden
handelingen nietig te verklären, gelijk ten volle uitgelegd is onder
Artikel 8. Daarom kan de Landdag de verplichtingen der Regeering,
die ontstaan zyn krachtens eene Keizerlyke verordening, niet te niet
doen. De noodzakelykheid om tot de maatregelen in kwestie de
toevlucht te nemen, zal alleen ten tyde van eene groote nationale
ramp voorkomen. Zoo is door voorliggend artikel eene formeele
erkenning gegeven van de maatregelen die gebiedend gebischt
zouden kunnen worden voor de bescherming van het nationaal
bestaan, terwjjl te zelfder tyd behoorlijk gewicht is toegekend aan
de rechten van den Landdag.