king, dat al de duizenden mflnarbeiders en beambten en ingenieurs,
in dienst gesteld, Japanners zfln. Er zfln veel kopermflnen in Japan
viaarvan de meest bekende ten getale van vijftien of zestien zfln,
terwfll Asjio alleen een vierde levert van het geheele bedrag van
Japans koperproductie. De Bessji-mfln volgt in rang op Asjio, doch
haar productie is nooit meer dan de helft van die van Asjio geweest.
De overige zfln betrekkelflke kleine mflnen.
Japan, dat een van de oude staten der wereld is, was niet onbe-
kend met mflnbouw en metallurgie. Dit was natuurlflk niet alleen
bekend, maar werd ook uitgeoefend, in de vroegste tflden; doch
in Japan was het werk beperkt to t de vraag naar steenkool, voor
huiselflk gebruik, en daarom ontwikkelde het zieh langzaam. Daar-
enboven was in de dagen van het Tokoegawa-Sjogoenaat de handel
met het buitenland verboden, en dientengevolge de uitvoer van
mijnproducten geheel en al gestuit. De goud-, zilver-, koper-, flzer-
en andere mflnen werden in die dagen alle bewerkt door de Regee-
ring, en zelfs na de Restauratie, toen handel met het buitenland
geoorloofd werd, bleef de Regeering de voornaamste mijnen in het
land bewerben op zulk eene buitensporige wijze, dat ze geen geldelflk
voordeel opleverden. De overige mijnen, die door privaatpersonen
bewerkt werden, waren evenmin voorspoedig, wegens gebrek aan
voldoend kapitaal en ook wegens de primitieve manier van be-
werking.
Terwtjl zoo de minerale rflkdom des lands onontwikkeld was,
ondernam de Heer Foeroekawa om de Asjio-mfln te bewerken, die
onder zjjne leiding feitelijk de financieel voorspoedigste mflnzaak
in Japan geworden is. Zoodoende bewees hij de mögelijkheid om
eene mfln als private onderneming met goed gevolg en zuinig te
exploiteeren.
In 1885 kocht de Heer Foeroekawa van de Regeering de zilver -
mijn Innai en de kopermijn Ani, en toen het werk onder zijn
beheer behoorlijk gevestigd was, belegde hij nog meer kapitaal en
werd de eigenaar van feitelijk al de voornaamste mijnen in het
Noorder gedeelte van het Hoofdeiland. Het werk zoo ondernomen
werd uitgebreid en op eene gezonde basis gevestigd, zoodat het
gaandeweg eene voordeelige zaak bleek te zijn. De formatie van een
Koper-syndicaat in Europa leidde tot eene plotselinge prijsverhooging,
waardoor de winsten van den Heer Foeroekawa vermeerderden.
Daar men zag dat het syndicaat speculatief was in zijne trans-
acties, verkocht de Heer Foeroekawa zijn koper, in plaats van aan
het syndicaat, rechtstreeks aan de Heeren Jardine & C0., aan
welke maatschappij hij zieh verbond zijne totale jaarlijksche productie
te verkoopen tegen een vasten prijs gedurende een termijn van
drie jaren. Door deze schikking ontkwam hfl gelukkig aan het
verlies volgende op de verdwijning van het syndicaat. Hfl maakte
zieh al de winsten aldus verkregen ten nutte om verbeteringen aan
te brengen in de bewerking zflner mflnen, aan wier smeltinrichtingen
hfl de meeste aandacht wfldde. In 1893 voerde hfl het Bessemerstelsei
om materie te smelten in. Hfl was niet slechts de eerste
in Japan om dat stelsel aan te nemen, maar de eerste om het
stelsel op kopermflnen toe te passen. Daar hfl ook de noodzakelflk-
heid inzag om de beste methoden in reductiewerk in te voeren,
bracht hfl het Sjinonome-reductiestelsel in al zflne kopermflnen in
het Noordoostelflk district in toepassing. Te Tokio grondvestte hfl
de Koperverfijningswerken, waar electrisehe verfijning wordt aan-
gewend en koperdraad gefabriceerd. Hfl heeft ook eene kokefabriek,
die zflne smeltovens voorziet van haar voortbrengsel. De mflnen en
fabrieken waarvan de Heer Foeroekawa de eigenaar is, zfln de
volgende :
De Asjio-kopermfln, de Ani-kopermfln, de Daira-loodmfln, de
zilvermfln van Hatsjimori, het Reductie-werk Sjinonome, de Foero-
goera-kopermfln, de Nagamatsoe-kopermfln, de Otori-kopermfln, de
Mizoesawa-kopermfln, de Koesakoera-kopermfln, deKoene-kopermfln,
de Katsoeno-kolenmfln . (in Kioesjioe), de Tokio-koperverfijnings-
werken, de Tokio-kokefabriek.
Bfl de uitvoering van het werk aan bovengenoemde mflnen en
fabrieken, steunde de Heer Foeroekawa alleenlflk op zfln eigen
kapitaal. Hfl had geen compagnon in zflne uitgebreide zaken.
De heer Foeroekawa wfldde zieh aan den mflnbouw, en aan zflne
energie is de tegenwoordige vergevorderde Staat der Japansche
mflnindustrie te danken. Zflne eigen meening in zake van mflnbouw
vindt men uitgedrukt in de volgende zinnen:
„Sedert ik besloot mfl aan mflnondernemingen te wflden, heb ik
mfl nooit in andere zaken begeven; noch heb ik mfl door eenigen
mflner vrienden laten overhalen, die mfl rieden mflne tegenwoordige
positie op te geven en een veel voordeeligere in de wereld van
zaken in te nemen. In afzondering levende, als ik doe, in ver weg
liggende bergen, schflnt het leven van een mflneigenaar onver-
anderlflk eentonig en onbelangrflk; maar, wel verre van dien,
gelflkt het veel op dat van een planter op een nieuw terrein, die
voorzien moet zfln van alles wat noodig is om te kunnen leven.
Yoor hunne gezondheid en onderwfls moeten mflnwerkers scholen en
hospitalen hebben. Er moeten eenige liefdadige instellingen wezen ten
behoeve der armen en verdrukten. Dewfll plaatsen van openbaren
eeredienst, tempels en kapellen onder de inwoners opgericht worden
moeten groote wegen en spoorwegen aangelegd worden om het
84