2. Rekeningen der nationale schulden.
3. Rekeningen van zaken, waarbij speciale wjjzen van behande-
ling zy'n toegestaan.
VI. — T e rm in en v an Verjaring.
Artikel XVIU. Wat betreft die verbintenissen van de Regeering,
voor welke de schuldeischer geen aanvrage tot uitbetaling of betaling
heeft gedaan binnen den tjjd van vjjf jaren na het einde van het
belastingjaar, waarin de betaling had moeten plaats hebben, deze
zullen geacht worden den termijn van verjaring gepasseerd te zjjn,
en de Regeering zal van hare verbintenis ontslagen zjjn. Doch in
geval de termjjn van verjaring door eene speciale wet is vastgesteld,
zal de bepaling eener zoodanige wet gevolgd worden.
Artikel XIX. Ingeval een persoon voor eenig bedrag aan geld,
dat hjj schuldig is aan de Regeering, geene kennisgeving tot betaling
ontvangen heeft binnen den tjjd van vijf jaren na het einde
van het belastingjaar, waarin zulk eene betaling had moeten
geschieden, zal hjj vrygesteld wezen van de aansprakeljjkheid. Doch
ingeval de verjaringstermjjn door eene speciale wet is vastgesteld,
zal de bepaling dier wet gevolgd worden.
VIL — Surplus. Overdraeht van Toegekende gelden
naar een ander Belastingjaar. Ontvangsten niet
opgenomen in het Budget. Terugtoetaling
v an T oegewezen Sommen.
Artikel XX. Indien er een surplus is in de jaarrekeningen van
een belastingjaar, zal het overgebracht worden naar de inkomsten
van het volgende belastingjaar.
Artikel XXI. Ingeval er eenige uitdrukkeljjke toestemming is,
waarin het Budget speciaal voorziet, of in dien de kosten niet ten volle
betaald zjjn gedurende een belastingjaar ter oorzake van vertragin-
gen, door onvermjjdeljjke omstandigheden teweeggebracht in den
voortgang van een of ander werk of fabrikaat, dat binnen genoemd
belastingjaar voltooid had moeten z£jn, mögen de toegekende sommen
naar het volgende jaar overgebracht en dan uitbetaald worden.
Artikel XXII. Indien het totaal bedrag van een doorloopend
uitgave-fonds voor een of ander werk, fabrikaat of eene andere
onderneming, welke voor hunne voltooiing een aantal jaren noodig
hebben, bepaald is, kan het surplus van ieder belastingjaar
achtereenvolgens overgebracht worden naar het volgende jaar en
uitbetaald worden op het einde van het jaar, waarin genoemd
werk, fabrikaat of andere ondernemingen geöindigd zullen zjjn.
Artikel XXIII. Geld terugbetaald voor terugbetaalsommen, welke
in vergissing uitbetaald of te veel betaald waren, ontvangsten,
behoorende tot een belastingjaar, welks rekeningen van ontvangsten
en uitgaven afgeloopen zjjn en alle andere ontvangsten, niet in
het Budget opgenomen, zullen gevoegd worden bjj de inkomsten van
het loopende belastingjaar. Doch, ingeval van vooruitbetaling van een
voorschot in begroote bedragen, of van een voorschot door eene ttfde-
lyke ruiling van items, die in overeenstemming gebracht is met de
bepalingen der wet of Keizerljjke Verorderung, mögen de terugbetaalde
geldsommen gebruikt worden voor terugbetaling der onderscheidene
toegekende gelden, waaruit zij oorspronkeljjk betaald waren.
V III. — Werken onder de Regeering. Verkoop,
Aankoop, Uitleenen en Leenen v an Voorwerpen.
Artikel XXIY. Behalve de gevallen, anders voorgeschreven door
de wet of Keizerljjke verordening, zullen werken onder de Regeering,
benevens verkoop, aankoop, uitleenen en leenen van artikelen aanbe-
steed worden bjj openbare kennisgeving. In de volgende gevallen echter
kunnen er cöntracten naar goeddunken gesloten worden, zonder dat
men zjjne toevlucht neemt tot het middel der openbare aanbesteding:
1. In het geval van aankoop of leening van artikelen in het
uitsluitend bezit van een particulier persoon of maatschappjj.
2. In het geval van uit te voeren werken, te koopen of te
verkoopen, uit te leenen of te leenen artikelen onder omstan.
digheden, waarbjj het noodig is de handelingen der Regeering
geheim te houden.
3. In het geval van buitengewone dringendheid, wanneer er geen
tjjd is om de onderneming van een werk of den koop of verkoop,
de leening of uitleening van artikelen openbaar aan te besteden.
4. In het geval van artikelen, welke wegens hun bjjzonderen
aard of wegens het speciale doel waarvoor zjj gebruikt moeten
worden, onmiddelljjk gekocht moeten worden in de plaats van
productie of fabricage, of van de produceerders of fabrikanten.
5. In het geval van aankoop van goederen of instrumenten, die
niet dan door speciale kunstenaars kunnen vervaardigd worden.
6. In het geval van aankoop of pacht van landerjjen en gebou-
wen welke eene bjjzondere ligging of bouw vereischen.
7. In het geval van cöntracten, werken betreffende en van aankoop
of leening van artikelen, waarvan de waarde 500 jen
niet te boven gaat.
8. In het geval van verkoop van roerende eigendommen, waarvan
de geschatte waarde 200 jen niet te boven gaat.