stemming met de diplomatieke gebruiken van het moderne Europa,
ot op dit ttiâstip werd de regel niet gevolgd van den voorrang,
t i tUS^ h6n aSZant ^ b a s s a d e u r ) , Gevolmachtigd
Minister (Ministre-plénipotentiaire), Minister-Resident en Chargé
d Affaires, maar zaten alien door elkaar, eenvoudig naar orde
hunner aankomst m China. Sojedjima kwam het geschikt voor
doze onregelmatigheid eerst te verbeteren en ] | trad met z«ne
collegas m briefwissehng, die gereedelpk met hem instemden
Daarna opende hp onderhandelingen met den Jamen-Minister
betreffende de audientie en betoogde, dat het ongepast was, ver-
tegenwoordigers van vreemde heerschers, even onafhankelijk en
verheven als de Keizer van China zelf, smadelpk te behandelen
en hp voegde erbp, dat, als het Chineesche hof voortging de vreemde
Gezanten oneerbiedig te behandelen, hp ook gebruik zou maken
van zpne kenms van Chineesch ritueel en zieh eene positie zou
aanmatigen, even minachtend jegens het Chineesche Hof als van
dat Hof jegens de vreemde vertegenwoordigers. Meer nog, hp zou
ook aan de vreemde vertegenwoordigers leeren op welke wpze
zp het gebrek aan eerbied van China konden beantwoorden. Het
gelukkig gebruik, door hem gemaakt van zpne diepgaande kennis
der Chineesche wetenschap, maakte hem spoedig meester van den
toestand, en de Ministers van het Jamen namen in beginsel de
Westersche ceremonie aan, om den Keizer, tegenover hem staande,
te groeten. Maar zp draalden, en stelden de bepaling van eenen
datum voor de audientie uit. Juist op dit tpdstip bereikte het
meuws van den brand van het Keizerlpk Paleis te Tokio Peking,
en Sojedjima zei nu aan de Ministers van het Jamen dat, aange-
zien de Japansche Keizer eenen Afgezant gezonden had naar den
Chmeeschen Keizer uit eerbied voor den Souverein der naburige
Mogendheid, de Chineesche Keizer, eigenlpk gezegd, een gezant-
schap naar Tokio moest zenden om deelneming te betuigen met
de ramp; dat zpns inziens de Chineesche Ministers naar Chineesche
moraal zeer laag stonden, omdat zp niet eens haast maakten met
het bepalen van den dag der audientie welke reeds was toegestaan;
en dat, aangezien zpne tegenwoordigheid in Tokio dringend
werd verlangd, hp niet langer zou wachten, maar heen zou gaan,
de rest aan den Russischen G-ezant overlatende.
Aldus dreigend de onderhandelingen af te breken, trachtte hp de
msters van het Jamen bp verrassing te vangen, wat betreff de
kwesties van Korea en Lioekioe; want hp wist, dat indien hij
formeel onderhandelingen moest voeren over deze onderwerpen
het maanden en jaren zou duren en ten slotte toch geen deflnitievé
resultaten konden worden verkregen. Hjj maakte dus den 2 4sten
Juni bekend als dag van vertrek en den 21sten zond hp den
Edelen Heer Janagiwara, Japansch Gfezant te Peking, naar het
Jamen als zpnen vertegenwoordiger, en liet hem met de Ministers
over de volgende punten beraadslagen:
De Japansche G-ezant: Werd Macao voor eeuwig en zonder voor-
waarde aan Portugal afgestaan?
De Ministers van het Jamen: Het is Chineesch grondgebied,
maar aan Portugal in eeuwigdurende pacht afgestaan.
J. G. Eenige jaren geleden hebben Frankrpk en de Yereenigde
Staten, toen zp eene militaire expeditie moesten doorzetten tegen
Korea, aan de Chineesche Regeering gevraagd, of China Korea als
schatplichtig beschouwde of niet; en toen heeft uwe Regeering
geantwoord, dat, hoewel de Koning van Korea de investituur ont-
vangt van den Keizer van China, de binnenlandsche administratie
en de kwestie van oorlog en vrede echter aan de bevoegdheid van
Korea waren overgelaten en China er geene bemoeienis mee had.
Een afschrift van dit antwoord werd aan de Japansche Regeering
gegeven door den Gezant der Yereenigde Staten in Tokio en heb
ik hier. Blijft de toestand dezelfde als vroeger?
M. v. h. J. Ja.
J. G. Yroeger is Formosa bezet geweest door de Japanners en
de Hollanders, en later vestigde Teiseiko daar zijne onafhankelpk-
held. Onder zpne afstammelingen echter werd het eiland Chineesch
gebied, maar China onderwierp slechts een deel van het eiland en
liet het Oostelijk gedeelte over aan de inheemsche, wilde stammen,
welke uwe Regeering nooit getracht heeft tot gehoorzaamheid te
brengen. Nu hebben deze barbaren in den winter van 1871 de
Japansche onderdanen, die op de kust schipbreuk leden, aangevallen
en vermoord en de Japansche Regeering is voornemens eene expeditie
te zenden om hen te tüchtigen. Maar daar de streek grenst
aan het grondgebied dat onder Chineesch plaatselijk bestuur Staat,
achtte de Gezant het beter, u van dat feit in kennis te stellen,
ten einde eene botsing te vermpden, welke de vriendschap tusschen
beide rpken in gevaar zou kunnen brengen.
M. v. h. J. Wp hebben alleen vernomen dat Formosaansche
wilden volk van Lioekioe hebben geplunderd en gedood; maar
hebben nooit gehoord dat zp Japanners hebben aangevallen. Lioekioe
is Chineesch grondgebied en het waren Chineesche ambtenaren, die
degenen welke uit handen der wilden wisten te ontsnappen,
hebben gered en naar huis gezonden.
J. G. Lioekioe heeft altpd aan Japan behoord. In de feodale
tpden was het eene onderhoorigheid van den Prins van Satsoema