uitvoer gelegd in naam des Keizers, en niet meer in naam van
den Taikoen, zooals tot nu toe het geval is geweest.
Wy'ders zullen ambtenaren worden aangesteld, in het byzonder
belast met de aanrakingen met vreemde landen (het buitenland).
G-ezanten van vreemde landen, let wel op dezen, Onzen wil.
Keizerlyke eed, beswerend de 5 grondbeginselen. (14 Maart 1868).
1. Publieke vergaderingen zullen worden georganiseerd en admi-
nistratieve aangelegenheden zullen worden beslist na algemeene
beraadslaging.
2. Zoowel regeerders als geregeerden moeten zieh wilden aan
het heil des volks.
3. Alle burgeriyke en militaire landsdienaren moeten er naar
streven in alle klassen der maatschappij afzonderlijke bedrijven aan te
moedigen en elks bijzondere eigenaardigheden naar voren te brengen.
4. De tot nu toe geheerscht hebbende, gebrekkige gebruiken
zullen worden verbeterd.
5. Nuttige kennis zal uit de buitenwereld worden ingevoerd en
aldus zullen de grondslagen des rijks worden uitgebreid.
Boodschap als in leiding dienende tot de Instelling van en Regels voor
het adviseerend College der plaatselijke autoriteiten. (2 Mei 1874).
Overeenkomstig de beteekenis van den eed, door Ons afgelegd
bij het aanvaarden der regeering en als eene geleidelyke ontwikkeling
van Ons staatsbeleid, roepen Wij bijeen eene vergadering van ver-
tegenwoordigers der geheele natie, derwijze, dat Wy wetten uit-
vaardigen voorgelicht door openbare beraadslaging, aldus betredend
den weg van overeenstemming tusschen.. de Regeering en de geregeerden
en van vervulling van nationale Verlangens; en Wy
vertrouwen, door aan ieder onderdaan zonder onderscheid de
gelegenheid te verzekeren zieh vreedzaam toe te leggen op het
beroep, waaraan hij zieh gewijd heeft, bij hen het besef op te wekken
van het gewicht van Staatszaken. Het is daarom, dat Wy hebben
uitgevaardigd deze instelling van een Adviseerend College, voorziende
in de bijeenroeping van de voornaamste ambtenaren der onder-
seheidene, plaatselijke rechtsgebieden en het vergaderen en beraad-
slagen door hen als vertegenwoordigers des volks.
Merkt dit wel op, leden van het College.
0
Keiserlyke proclamatie betreffende administratieve hervorminqen,
(14 April 1875).
Op het tijdstip, dat Wij den troon beklommen en Wij aan het;
hoofd der zaken kwamen te staan, riepen Wij al Onze dienaren v
op tot samenwerking en bezwoeren bij den Hemel 5 verschillende
punten. Wij waren besloten, de welvaart des lands te bevorderen
en Wij zöchten naar de middelen om den vrede en de rust van
het volk te verzekeren. Door de gunst van de geesten Onzer voor-
vaderen en ook door de inspanning van Onze dienaren, hebben
Wij gelukkig den lichten graad van rust bereikt, welken Wy thans
bezitten. Maar, na overweging, bevinden Wij dat Onze aanvaarding
van het gezag van nog niet lange her dateert, en dat er, wat
betreft de inwendige bevrediging des ryks, lang niet weinig aangelegenheden
zyn, die moeten worden aangevat of opnieuw ge-
regeld. Om welke redenen Wij, met uitbreiding van den geest van
Onzen eed, by deze in het leven roepen de G-enro-in, waardoor
wordt uitgebreid de bron der invoering van wetten; en scheppen
de Daisin-in, waardoor eene zorgvuldige, rechtelyke procedure wordt
bevestigd.
Evenzoo roepen Wy byeen de plaatselijke ambtenaren, hun
opdragende vast te stellen de meeningen des volks, plannen te
beramen voor het algemeen welzyn en geleidelijk tot stand te
brengen op deugdelijke grondslagen een staatkundig stelsel voor
Ons land en haardsteden, in welks voordeelen het Ons verlangen
is, dat een iegelijk zal deelen.
Laat af, dan, van het gewoon raken aan oude gebruiken; hoedt
U evenzeer voor onoplettendheid by het doen van stappen voor-
waarts of voor traagheid in het handelen.
Wijdt dan wel uwe aandacht aan Onze woorden.
Keizerlyke boodschap big gelegenheid van de a.s. opening der vergadering
van provinciale autoriteiten. (20 Mei 1875).
Overeenkomstig den eed, door Ons afgelegd by Onze troons-
bestyging, roepen Wy thans\ op tot hunne beraadslagingen de
vertegenwoordigers van Onze onderdanen. ’t Is Onze wensch, dat
zij ampel zullen beraadslagen en besluiten zullen vormen over al
zulke nieuwe maatregelen, die geacht kunnen worden noodzakelyk
te zyn voor het welzyn des volks, en dat zij op die wyze de
regeling der onderwerpen van Onze zorg binnenslands zullen
vergemakkelyken; en voorts dat Regeering en geregeerden den van
zin mögen zyn, en dat zoodoende de stem der laatsten een willig
oor by Ons möge vinden.
Wy hopen, dat allen het rechte besef mögen hebben van hunne
plichten jegens den Staat en dat de voornaamste stads- en provinciale
overheidspersonen rypelyk zullen beschouwen en overwegen
alle voorstellen, welke hun zullen worden voorgelegd ter bevorde-
ring der welvaart en van den vooruitgang van Ons ryk.