In voorgaande tabel zjjn 17.577.750 jen van de Publieke Spoorwegp
m ^ L - 8-052'250 J6n Van de Leening voor PubUeke Werken,
2.000.000 jen van de Hokkaido-Spoorwegleening -„tot een gezamenliik
edrag van 97.630.000 jen — gedekt door de £ 10.000.000 van de
f .P , Pend-sterling-leening, aan de markt gebracht in London. Het
totale onafgeloste bedrag van deze drie publieke leeningen en de
eemng voor Publieke Werken op Formosa, is 105.746.290 jen.
Deze som, te zamen met de waarde van 10.000.000 jen van obligaties
welke mtgegeven moeten worden voor de regeling van pensioenen
MN -N°- 50> 1897, een geheel uitmakende van
iiö.74b.290 jen, vertegenwoördigt het gezamenlijk bedrag der in
de toekomst uit te geven leeningen..
De uitstaande bedragen der Staatsschuld en haar r a t io p e r
c a p i t a (bedrag per hoofd) op verschillende tjjden in het verleden,
kunnen aldus worden samengevat:
Toen 4.880.000 jen van de buitenlandsche leening (rentende 9 pct.)
uitgegeven in 1870 het totaal bedrag der nationale schuld ver-
tegenwoordigde, was het gemiddelde bedrag van den persoon slechts
sen 7 rin (7 cent)1); maar sedert 1872, na de uitgifte van de
Publieke Leening, de Nieuwe Publieke Leening en eenige
andere publieke leeningen, bereikten de uitstaande schulden weldra
ongeveer 28.000.000 tot 55.000.000 jen, terwijl het gemiddeld
bedrag per hoofd van 84 sen 3 rin (43 cent) tot 1 jen 62 sen 3 rin
(32 cent) was. Sedert de uitgifte van de Vrjwillig Qekapitaliseerde
Pensioen-schuldbewjjzen van 173.000.000 jen in 18 7 7 , werd het
bedrag der uitstaande schulden ongeveer 227.000.000 tot 283.000.000
jen, en het gemiddelde bedrag per hoofd vermeerderde van 6 tot
7 jen (3 tot 4 dollars). Sedert de Leening voor Publieke Werken
in 1896 uitgegeven werd, stegen de bedragen der publieke leeningen
p otseling. Na 1895 namen de onafgeloste bedragen toe van
300 000.000 tot 500.000.000 jen, en het gemiddelde aandeel per
hoofd was in het laatst van 1901 geklommen tot 11,72 jen
(6 dollar).
De Regeering draagt zeer nauwgezet zorg voor de aflossing van
hare obligaties, en de hoofdsom van en rente op de publieke
schulden worden elk in strikte overeenstemming met een vast
programma betaald.
Volgens het tegenwoordig programma der Regeering, zullen alle
uitstaande schulden, mitsgaders die welke aangegaan zullen worden
gedurende de fiscale jaren 1902-1908, volkomen gedelgd zjjn aan
het einde van het fiscale jaar 1945.
*) Namelijk Amerikaansche cent. Ve b t .
De aflossing der verschillende uitstaande leeningen zal onder-
scheidenljjk zjjn afgeloopen als volgt:
Fiscaal jaar.
Vrjjwillige Gekapitaliseerde Pensioen-schuldbewjjzen . . 1903.
Marine-leening......................................................................... 1904.
Qeconsolideerde Leening......................................................... 1920.
Oude Publieke L e en in g ..............................................................1921.
Oorlogsleening......................................................................... 1925.
Q-econsolideerde Pensioenleening.......................................... 1927.
Publieke Spoorwegleening.................................................... 1930.
Leening voor Publieke Werken en Hokkaido-Spoorwegleening
........................................................ 1934.
Leening voor Publieke Werken op Formosa................... 1945.
De leening voor de aflossing van papiergeld zal geconverteerd
worden in eene nieuwe publieke leening (rentende 5 pct., waarvan
de aflossing volledig zal wezen in het fiscale jaar 1929).