vorderingen gemaakt en is de lengte van het spoorwegnet van
jaar tot jaar toegenomen. In 1879 werd de eerste particulière
spoorweg-maatschappÿ gevestigd onder den naam van de Nippon
Tetsoedo Kwaisja, welke de tegenwoordige Nippon Tetsoedo
Kwaisja is, die omstreeks 800 inÿlon aan spoorwegen in exploitatie
heeffc. Met den aanleg van deze lpn werd in Juni 1880 begonnen,
en een jaar later, in Juni 1881, werd de ljjn Oejeno — Koemagaje
voor het verkeer geopend.
Spoedig begonnen overal nieuwe spoorweg-maatschappjjen te
verrjjzen in snelle opeenvolging, als paddestoelen na een harden
regen, en de bestaande maatschappijen hebben het veld van hunne
werkzaamheid uitgebreid.
Wanneer men bedenkt, dat er een dertig jaar geleden slechts
achttien mijlen spoorweg waren, kan men zieh eenig begrip
vormen aangaande de verwonderlpke vorderingen, welke gemaakt
zpn. De gezamenljjke spoorwegljjnen, welke nu voor het verkeer
geopend zfln, hebben eene lengte van ten naaste bjj 4.254 mijlen,
eene vermeerdering van 232 maal die van den eersten spoorweg,
welke voor het verkeer geopend werd.
De vorderingen, welke wij tot op heden gemaakt hebben worden
hier onder aangetoond:
Boekjaar. Staatsspoorwegen. Particulière Spoorwegen.
1872
Mijlen.
18
Chains (780Mijl).
0
Mijlen. Chains ('/goMijl).
1876--1877 . . . 65 11
1882--1883 . . . 114 63 * H
1887--1888 . . . 244 40 293 24
1892--1893 . . . 550 49 1.320 28
1897- 1898 . . . 661 65 2.287 5
1901- 1902 . . . 1.059 48 2.966 48
1 Mei 1903. . . 1.226 64 3.027 21
Uit bovenstaande cjjfers ziet men, dat de gemiddelde toename
in mjjlenlengte per jaar gedurende de laatste dertig jaar ongeveer
130 mplen is geweest; en in het dertigste en een-en-dertigste
boekjaar werden er respectievelijk 468 en 471 mjjlen voor het
verkeer geopend.
De datum van de opening voor het verkeer van de Tokkaido,
Sanjo, Kjoesjioe, Hokkaido en andere spoorwegen, welke de hoofd-
Iflnen van Japan uitmaken, worden gegeven in de volgende tabel:
Namen der
'Maatschappijen. Secties.
Mijlenlengte.
Datum van
opening.
Tokkaido. Sjimbasji—Kobe. 375 Juli 1889.
Sanjo. Kobe —Sjimonoseki. 329 September 1901.
Modji—Jatsoesjiro 143 November 1896.
Kjoesjioe. (door Torisoe)
T orisoe—N agasaki. 97 November 1898.
O-oe Oeino—Aomori 455 September 1891.
Sjinagawa—Akabane. 13 Mei 1885.
Oeino—Takasaki. 63 Mei 1884.
Sjinjetsoe. Takasaki—Naojetsoe. 118 Maart 1893.
Naojetsoe—Noettare. 85 September 1898.
Hokkaido Tanko. Moeroran—Sjibetsoe
(door Iwamizawa).
181 Augustus 1900.
De hierboven genoemde lÿnen in verbinding met maritiem transport
vormen, om zoo te zeggen, den ruggestreng van het spoor-
wegstelsel in Japan, en bevorderen de gemakken van het verkeer
op zeer aanzienlÿke wÿze.
Onder het tegenwoordige stelsel worden de spoorwegen in Japan
onderverdeeld als volgt: Staatsspoorwegen en particulière spoorwegen.
De Staatsspoorwegen staan onder contrôle van hetVerkeers-
en Constructie-Bureau, en de Spoorwegen van particulière Maatschap-
pijen staan onder toezicht der respectieve spoorwegmaatschappjjen
op aandeelen. De totale lengte der spoorwegen onder contrôle van
het Handels- en Constructie-Bureau is 1060 mjjl, en die van de
Nippon-Spoorweg-Maatschappij 860.
De volgende in lengte zÿn de Kjoesjioe, met 400 mijlen; de
Sanjo met 340, en de Tanko met 270 mijlen,
De kortste spoorwegen (onder de tien mijlen) zjjn die in bezit
van de Rjoegasaki-, de Nisjinari-, de Kanan- en de Sano-Spoorweg-
Maatschappjjen. Wanneer wjj de totale lengte, welke het eigendom
is van particulière maatschappijen, deelen door het aantal maatschappijen
, verkrflgen wÿ gemiddeld negen-en-negentig mijlen per
maatschappij.
De volgende tabel geeft de bestaande toestanden der verschillende
maatschappÿen aan:
Onder
10 Mijlen.
Over
10 Mijlen
tot
50 M(jl.
Over
60 tot 100
Mgl.
Meer
dan 100
Mijl.
Totaal.
Staatsspoorwegen...............
Particulière Spoorwegen . 3 30 3
2
5
2
41