raad in tegenwoordigheid van Zyne Majesteit, om in eens de
kwestie van revisie of niet revisie te beslissen. Ten laatste werd
de groote Kabinetsraad gehouden op den 15den October 1889, onder
persoonlijk voorzitterschap van den Keizer. Hy duurde voort van
drie uur ’s middags tot den donker, waarby Graaf Okoema met
volharding zy'nen maatregel bepleitte, Graaf Goto dien met over-
tuigende argumenten bestreed en Generaal Markies Jamagata, als
Minister van Binnenlandsche Zaken, onlangs uit Europa terug-
gekeerd, verseheidene gewichtige kwesties aan Graaf Okoema
stelde. Men kwam niet tot een besluit, vöör de Minister-President
Zpne Majesteit vroeg te verdagen. Den 18den October werd weder
een Kabinetsraad gehouden, niet onder ’sKeizers voorzitterschap,
en er was by'na beslist, dat de herziening zou worden uitgesteld,
toen Graaf Okoema, terugrydende naar het Departement van
Buitenlandsche Zaken, te 4 uur ’s namiddags, ernstig gewond
werd door eene dynamietbom, in zyn rytuig geworpen door
Tsoeneki Koeroesjima, oud-samoerai van Poekoeoka, die zichdadeiyk
den hals afsneed met eenen scherpen dolk en op de plaats stierf.
Gelukkig was de wond van Graaf Okoema niet doodeiyk, maar het
afzetten van zyn linkerbeen verhinderde hem maanden lang deel
te nemen aan de Staatszaken. Het Kabinet-Koeroda trad af op den
2 5 sten en }n <je moeilykheid eenen nieuwen Premier te vinden
onder de werkzame staatslieden van den dag, riep de Keizer Prins
Sandjo uit zyne teruggetrokkenheid op en vertrouwde hem de
vorming van het volgend Kabinet toe. Aldus kwam een einde aan
de vyfde poging tot verdragsherziening.
In December vormde Generaal Markies Jamagata een nieuw
Kabinet, en Burggraaf Aoki werd benoemd tot Minister van Buitenlandsche
Zaken.
Het volgend jaar, 1890, was een druk jaar in de politieke
geschiedenis van Japan, want het was in dit jaar, dat deKeizeriyke
Landdag voor de eerste maal zoude worden byeengeroepen en de
nieuwe Grondwet in working zou worden gesteld. Yele nieuwe
dingen moesten gedaan worden vöör de wetgeving zou worden
belemmerd door de toevoeging van eene nieuwe machinerie,
welker handelen en werken niemand kon voorzien; en onder andere
wetten, in der haast „in mekaar geflanst” om zoo te zeggen in
dezen tyd, waren het burgeriyk wetboek en het wetboek van
koophandel, op de burgeriyke rechtsvordering en de wet op.
de rechterlyke organisatie (de organisatie der Gerechtshoven). Zy
werden alle voorbereid door het Bureau van Codiflcatie, naar het
Departement van Justitie overgebracht onmiddeliyk na het zieh
terugtrekken van Graaf Inooeje; het burgeriyk wetboek werd
ontworpen door den heer De Boissonade, het wetboek van koophandel
door eenen Duitschen jurist van naam, Dr. Roesler, de
burgeriyke rechtsvordering en de wet op de rechterlyke organisatie
door eenen anderen Duitschen rechtsgeleerde, Dr. Rudolf.
Vele waren de bedenkingen tegen deze haastige codificaties; en
de Senaat, welke spoedig plaats zou maken voor den Keizer-
lyken Landdag, verwierp ze; maar de noodzakeiykheid harer vol-
tooiing als inleidende stappen tot verdragsherziening en de vrees
dat de aanstaande Landdag ze eens nooit mocht aannemen, bewoog
het Kabinet-Jamagata ze boutweg af te kündigen in het begin van
1890. De wet op de rechterlyke organisatie is van kracht sinds
den l sten November 1891, het wetboek van koophandel en de
burgeriyke rechtsvordering sinds den l sten Januari 1892, en het
burgeriyk wetboek, hetwelk zou gaan werken op den l Bten Januari
1893, werd uitgesteld by eene wet, aangenomen door den Landdag
in zijne eerste zitting, tot [vyf jaar later. Het is biliyk hier by te
voegen, dat het burgeriyk wetboek en dat van koophandel later
zorgvuldig werden herzien met toestemming van den Landdag,
zoodat zy nu volmaakt goed by het Japansche leven en instellingen
passen, en geene luide klacht gehoord wordt, dat zy vreemd van
oorsprong zyn.
Daar de dag voor de eerste verkiezing in 1890 naderde, verkreeg
het politieke leven des volks, met zyne partyen, couranten, byeen-
komsten en dergeiyke eene nieuwe kracht en eene nieuwe betee-
kenis. De oude Senaat ging in zyn geheel in het nieuwe Huis der
Pairs over, waarin ook tegenwoordig waren alle manneiyke leden
van de Keizeriyke Familie en de twee hoogste klassen van adel-
dom, wordende de graven, burggraven en baronnen vertegen-
woordigd door klasse-verkiezingen. Markies Ito werd door den
Keizer benoemd tot eersten President van het Huis der Pairs.
In het Huis der Gemeenten *) bracht Graaf Itagaki’s partij het
grootste aantal leden, en die van Graaf Okoema was ook zeer
vertegenwoordigd, maar geen van beide beschikte over eene
volstrokte meerderheid. De eerste zitting was stormachtig
genoeg, maar eindigde goed, hoofdzakeiyk uit eerbied voor den
Keizer, Wiens ernstig verlangen, de Grondwet zonder stoornis
te zien werken — een ding, zoo nieuw in het geheele Oosten —;
de harten van allen met Sympathie en eenen geest van matiging
vervulde.
In Mei 1891 legde Generaal Markies Jamagata vrijwillig zyn ambt
’) Elders: Huis van Yolksvertegenwoordigers. Yeet.