In debatten, betrekking hebbende op onderzoekingen naar zjjne
eigene eigenschappen, kan een lid, ofschoon vrjj opbelderingen aan
te bieden, niet deel nemen aan stemmen daarover.
Hoofdstuk X V I. — Ve rlo f, neerleggen v an het ambt
en verkiez ing ter plaatsvervanging.
Artikel LXXXI. De Voorzitter van elk van beide Huizen zal de
bevoegdheid hebben aan leden verlof te verleenen voor een tjjds-
duur, eene week niet te boven gaande. Wat verlof betreff voor
een tjjdsduur van meer dan eene week, kan vergunning worden
gegeven door het Huis. Geene vergunning zal gegeven worden
voor een verlof voor een onbeperkten tjjdsduur.
Artikel LXXXII. Geen lid van een van beide Huizen kan zieh
van de bjjeenkomsten van het Huis of van eene Commissie ver-
wijderen zonder aan den Voorzitter een bericht toe te zenden,
behoorlijke redenen daarvoor opgevende.
Artikel LXXXHI. Het Huis der Volksvertegenwoordigers zal de
bevoegdheid hebben het bedanken van een lid aan te nemen.
Artikel LXXXIV. Wanneer uit eenige oorzaak, welke ook, eene
vacature plaats grfjpt onder de leden van het Huis der Volksvertegenwoordigers,
zal de Voorzitter het feit mededeelen aan den
Minister van Binnenlandsche Zaken, verzoekende eene verkiezing
ter plaatsvervanging.
Hoofdstuk X V II. — Diseipline en politie.
Artikel LXXXV. Ter handhaving der diseipline in elk van beide
Huizen gedurende zjjne zitting, zal de inwendige politiemacht
worden uitgeoefend door den Voorzitter, overeenkomstig deze wet
en zoodanige regelingen als door de onderscheidene Huizen zullen
worden bepaald.
Artikel LXXXVI. Politie-ambtenaren in een van beide Huizen
vereischt, zullen door de Regeering worden versehaft en onder
de leiding van den Voorzitter worden gesteld.
Artikel LXXXVH. Wanneer een lid gedurende eene bjjeen-
komst van het Huis op deze wet of op regelen van debat inbreuk
maakt of op eenige wijze de orde van het Huis verstoort,
zal de Voorzitter hem öf waarschuwen, öf doen ophouden öf hem
gelasten zjjne opmerkingen terug te nemen. Wanneer hj] in gebreke
blpft de order van den Voorzitter op te volgen, zal de laatste de
bevoegdheid hebben om hetzjj hem te verbieden te spreken
gedurende het overige der bijeenkomst, hetz\j hem te gelasten de
zaal te verlaten.
Artikel LXXXVIII. Wanneer het Huis in eenen Staat van
opwinding is en het moeilÿk wordt gevonden de orde te hand-
haven, zal de Voorzitter de bevoegdheid hebben hetzÿ de bÿeen-
komst te schorsen, hetzÿ ze voor dien dag te sluiten.
Artikel LXXXIX. Wanneer een vreemdeling het debat stoort,
kan de Voorzitter hem gelasten het Huis te verlaten en hem
in geval van noodzakelÿkheid laten overgeven aan een politie-
beambte.
Wanneer de Vreemdelingen-Galerÿ in eenen Staat van beweging
is, kan de Voorzitter allen vreemdelingen gelasten het Huis te
verlaten.
Artikel XC. Wanneer een persoon de orde van het Huis
verstoort, kunnen de Staats-Ministers, de gedelegeerden der Regeering
en de leden de aandacht van den Voorzitter daarop vestigen.
Artikel XCI. In geen van beide Huizen zal de uiting van expres-
sies of het houden van redevoeringen, die oneerbied voor het
Keizerlÿk Huis in zieh sluiten, worden toegestaan.
Artikel XCn. In geen van beide Huizen zal het gebruik van
ruwe taal of persoonlÿkheden worden toegestaan.
Artikel XCIH. Wanneer een lid aan verachting is blootgesteld
geworden of is beleedigd, hetzij in het Huis, hetzÿ in eene
bijeenkomst eener Commissie, zal hÿ een beroep doen op het Huis
en verzoeken dat gepaste maatregelen zullen worden genomen.
Er zal geene wedervergelding onder leden zÿn.
Hoofdstuk XVIII. — Disciplinaire straffen.
Artikel XCIV. Beide Huizen zullen de bevoegdheid hebben den
onderscheidenen leden disciplinaire straf uit te meten.
Artikel XCV. In elk Huis zal eene Commissie voor Disciplinaire
Bestraffing worden ingesteld om onderzoekingen in te stellen naar
gevallen van disciplinaire bestraffing.
Wanneer een geval voor disciplinaire bestraffing plaats grÿpt,
zal de Voorzitter in de eerste plaats de Commissie aanschrÿ-
ven naar de zaak onderzoek te doen en zal hÿ uitspraak doen
na het geval aan de overweging van het Huis te hebben onder-
worpen.
Wanneer een geval voor disciplinaire bestraffing plaats grÿpt op
eene bÿeenkomst van de Commissie of in eene afdeeling, zal de
Voorzitter der Commissie of het hoofd der afdeeling de zaak mede-
deeien aan den Voorzitter van het Huis en eischen dat daarover
maatregelen worden genomen.