L IJST VAN TORPEDO-BOOTEN DER KEIZERL1JKE
JAPANSCHE MARINE. - ( Vervolg).
NAAM of N°. Lengte. Breedte. Diepte. Diepgang. Tonnemaat.
Indicatie
P. K.
Snelheid.
Bewape
Torpedomng.
buizen.
N°. 5 6 ............
(in M.) (in M.) (in M.)
2,000
(in M.)
9,900
Tonnen. Kn. C.m.
„ 57............. 34,000 3,500 52,830 657 1
,, 58.............
20 2
n w YI « 34,271 660 » n «
„ 59. . . . . .
» W. n w n » YI YI
» 60.............
„ 61.............
39,000 4,800 2,000 1,061 83,038 1.200
n
24
»«
»W
w 62.............
„ 63.............
46,483 4,660 2,800 1,575 109,728 2.000
YI
27
YIw
YI
n
n - n » n M ' YI n
„ 64............. 65............. n Y> YI W n »
„ Y) yy w ü >1 „ 66............. » »
„ 67.............
40,100 4,940 2,050 1,030 YI
„ 68.............
89 1.200 23,5
n
2 n3
„ 69............. Y! n n » W » »
„ 70............. yi YI Yi YI n W « n
„ 71............. » Y.1 yy n n Y1 w
Kari................ 45,000 4,900 2,900 1,450 »
152,038 4.200
29
n3
YI3
Aotaka...........
H a to ............. n yy » YI n » n
Tsoebame . . YI n YI » » «
. Hibari . . . . . n ÎÎ YI V »
Kidji............. yy
N » Yi
yy
V
Y.1
W
W
w
YI
YI
Y)
n
Y)
Vroegere maatregelen voor het onderwys.
De eerste gewichtige stap in het belang van de Japansche zee-
vaart was de stichting van eene zeevaartschool te Tokio; in 1873
stelde het Japansche Gouvernement, met toestemming van het
Engelsche, op die school Engelsche zeeofftcieren aan als leeraren.
De leeraren waren de volgende:
Commandant (nu Admiraal) A. L. Douglas (Kon. Mar.)
„ C. W. Jones (Kon. Mar.)
Luitenant C. W. Baillie. (Kon. Mar.)
Hoofd-Ingenieur P. W. Sutton. (Kon. Mar.)
Ingenieur F. S. Gissing. (Kon. Mar.)
Assistent-ingenieur W. J. Harding. (Kon. Mar.)
Vyf brevet-offlcieren.
Zes mindere offleieren.
Zestien matrozen.
Dezen werden aangesteld voor den tyd van drie jaar, aommigen
vertrokken na afloop van dezen termijn, anderen bleven nog
drie jaar.
In 1876 werden Commandant L. P. Willan, Luitenant F. H.
James, Ingenieur W. Jad, (allen van de Koninklijke Marine) be-
nevens eenige minderen en brevet-offlcieren aangenomen als leeraar
op de opleidingsschepen die op zee kruisten. Hun dienst eindigde
tusschen 1879 en 1882. Het aantal cadetten aan de Zeevaartschool
bedroeg gedurende diezelfde periode van 250 — 300, meegerekend
degenen die voor ingenieur studeerden. Ieder jaar werd er eene
klasse van 20 tot 45 cadetten uitgezonden, om te gaan kruisen.
Het systeem van opvoeding was degelyk en grondig en heeft
den hoeksteen gevormd van de tegenwoordige marine. In andere
vakken, tot de zeevaart behoorende, werd gedurende die jaren ook
onderwjjs gegeven; dokters, betaalmeesters, enz. hadden hunne
eigen scholen en vreemde onderwjjzers.
De Administratis der Zeemacht.
In het begin, na de Restauratie, werden land- en zeemacht door
den Departement geadministreerd. Maar in 1872 werden zjj, in
verband met de reorganisatie, gescheiden en tot afzonderlijke
Departementen gemaakt.
De regeling en contröle van de Keizerlyke Marine Staat onder
directie van den Minister van Marine, die benoemd wordt uit de
vlag-officieren van de actieve ljjst. De Minister van Marine, lid zijnde
van het Kabinet, is tegenover den Keizer direct verantwoordeljjk
voor alle daden van het Ministerie van Marine. Hij handelt in alle
zaken van zeevaart welke betrekking hebben op de bewegingen
van schepen, schema’s van mobiliseering enz. in overleg met den
Chef van het Departement van den Staf der Admiraliteit. Het
Departement van den Staf der Admiraliteit is onafhankelijk van
het Ministerie van Marine, terwfjl de Chef onder directe contröle
Staat van zjjne Majesteit den Keizer.
Marine-stations en Scheepswerven.
De kust van het Rijk is verdeeld in vgf maritieme districten:
het hoofdkwartier van ieder district is gevestigd aan de voornaamste