verleden, en zelfs nu nog, vormen hunne meeningen over Japan
uit Piere Loti’s „Madame Chrysanthème” en dergelÿke boeken
zonder zieh den tÿd te gunnen om in aanmerking te nemen,
dat de schrÿvers zieh met opzet buiten de mogelÿkheid geplaatst
hadden om het echte Japansche leven te zien. Wat zou men
zeggen van een Franschman, die in Engeland kwam wonen,
zooals Pierre Loti in Japan, en dan in aangenamen en aan-
trekkelÿken stÿl een boek schreef over zÿne ondervindingen ?
„Madame Chrysanthème” en dergelÿke boeken zÿn uiterste ge-
vallen, doch het feit blÿft, dat de honderden bestaande boeken er
weinig toe bÿdragen om de onwetendheid, welke in de buiten-
wereld omirent Japan heerscht, te verdrÿven. Op zÿn best zÿn
het slechts van de buitenzÿde critische werken. Bÿ gebreke van
gezaghebbende geschritten hebben zÿ echter onrechtmatig de positie
van autoriteiten verworven. Dit was onvermÿdelÿk. De Japanners
waren zoo druk in de weer van Japan een grooten Staat te maken,
dat zÿ geen tÿd hadden om boeken te schrÿven. Ook waren zonder
twÿfel de vlinderachtige boeken van den toevalligen reiziger meer
naar den smaak van het publiek. Japan was het land van artiesten
en zonderlinge luitjes; het publiek in het vaderland had geen be-
hoefte te vernemen, dat Japan eene natie was gelÿkende op hen
zelven — verbeterd. Doch met de jaren zÿn veranderingen gekomen,
en thans kan de wereld niet langer zieh blind houden voor de
ernstige zÿde van Japan.
Het was wegens de kennis van deze behoefte en de onmogelÿk-
heid dat eenig vreemdeling daarin voorzag, dat ik het denkbeeid
opvatte, de Japanners over te halen het zelven te doen. Voor dit
doel ging ik naar Japan en opperde bÿ verscheiden hunner voor-
naamste mannen het denkbeeid dat zÿ zieh zouden belasten met
de taak een gezaghebbend verslag over hun land te leveren tot
voorlichting van de buitenwereld. Het denkbeeid werd met geestdrift
begroet, en op eene bÿeenkomst te Tokio vereerde men mÿ
met het verzoek, om mÿ te belasten met het verzamelen, uitgeven
en schikken van het werk. Ik maak hier melding van, omdat ik
begrÿp den lezers van dit boek eenigen uitleg schuldig te zÿn,
waarom de naam van een niet-Japanner voorkomt in een boek,
dat, zooals de titel zelf te kennen geeft, door Japanners geschreven
is. De moeilÿkheden om de bouwstoffen voor zulk een boek te
verzamelen, zÿn niet gering geweest, en er moest veel tÿd aan
het werk besteed worden. De oorlog en de noodzakelÿke voor-
bereidselen voor den oorlog beletten de aankomst van eenige
bÿdragen, en in andere was het noodig veranderingen te maken.
Op zÿn hoogst moet het boek beschouwd worden als eene proef,
die later verbeterd en uitgebreid moet worden. Niemand kan zieh
meer bewust zÿn van zÿne leemten, zÿne fouten, dan ikzelf, aan
wien inderdaad verscheidene opstellen eenigermate hun ontstaan te
danken hebben. Maar, zoo als het daar is, durf ik er aanspraak
op maken, dat het een eenig werk van groot belang is. Het is
geen kleinigheid de geschiedenis van den vooruitgang van een land
geschreven door de mannen, die nu zÿn lot bestieren, mächtig te
zÿn geworden, en in geen ander groot land zou het mogelÿk
geweest zÿn. Eenigen van de staatslieden, die aan mÿn verzoek
om bepaalde bÿdragen voldeden, hebben hunne belangrÿkste openbare
reden ter opname in het boek uitgekozen. Dit hebben zÿ gedaan,
omdat zÿ begrepen, dat zÿ in deze voordrachten hunne zienswÿzen
over de voornaamste nationale kwesties zoo grondig hadden bloot-
gelegd, dat opnieuw daarover te schrÿven slechts leiden zou tot
herhaling.
Op het vertrouwen, dat de voornaamste mannen van Japan
gesteld hebben in hetgeen ik aldus voor hun land trachtte te doen,
is de kroon gezet door de genadige toestemming mÿ door Zÿne
Keizerlÿke Majesteit den Keizer van Japan verleend, om het boek
aan hem op te dragen. Hoeveel Japan verschuldigd is aan het
leidend bestier van zÿn hoogst bekwamen en vèrzienden heerscher,
kan nooit in woorden afgemeten worden. Men kan zieh eenig
denkbeeid daarvan vormen uit de reeks van Keizerlÿke edikten,
toespraken en proclamaties waarmede het boek begint. Het zÿn
grenspalen in de geschiedenis van den vooruitgang van Japan
sedert de troonsbestÿging van den tegenwoordigen Keizer, welke
ons in Staat stellen duidelÿker dan te voren den weg te leeren
kennen, waarop Zÿne Majesteit zÿn volk tot voorspoed geleid
heeft. Ik kan hier slechts mÿne bewondering uiten voor hetgeen
hÿ tot stand gebracht heeft en mÿne dankbaarheid voor zÿne wel-
willendheid. Al mÿne pogingen om het boek samen te stellen
zouden vergeefsch geweost zÿn, indien ik de ÿvorige en voort-
durende medewerking van velen mÿner Japansche vrienden niet