hoewel Japan overvloedig steenkool oplevert. De Vereenigde Staten
hebben kolenstations gevestigd te Jokobama, Kobe en Nagasaki,
waar van een verren afstand Amerikaansche kolen aangevoerd en
opgeslagen worden ten gebruike voor hunne schepen. Vorder worden
alle schoenen en kleeren welke door de matrozen gedragen worden
in Amerika gemaakt. Japan daarentegen, zooals ik aangetoond
heb, heeft tot vöör körten tijd voor zijn leger en vloot uitsluitend
buitenlandsch goed gebruikt en ik herhaal hier, dat wy op zoo’n
manier nooit hopen kunnen onzen economischen toestand te ver-
beteren, noch de nijverheid aan te moedigen.
Men kan toegeven dat het militarisme onproductief is en daar-
door niets tot de economie van het land bijdraagt. In Europa en
Amerika wordt de onproductiviteit van het militairisme productief
gemaakt door de goed toegepaste economische politiek om het
geld dat het land uit zou kunnen gaan, evenals in Japan het
geval is, in hun eigen land te besteden. Het is een onbetwistbaar
feit dat het onderhoud van leger en vloot verbazende sommen
vereischt, en dat dit geld ergens moet blyven. In Japan worden
jaarljjks verscheidene millioenen voor het leger uitgegeven; ik zou
willen voorstellen om dit bedrag aan te wenden voor de bevordering
van de Industrie als een stap nader tot eene economische politiek.
Een punt dat noodzakelijk ook in overweging moet worden
genomen is de aanstelling van Consuls in vreemde landen. Voor-
heen geschiedden deze aanstellingen, gelyk men ziet uit de ver-
slagen van verkeer tusschen verschillende landen, door het Departement
van Buitenlandsche zaken. Maar nu blijkt het duideljjk, dat
het gewicht van handelszaken in een land door de regeering van
verschillende landen begint ingezien te worden; de Staatslieden
wijden evenveel aandacht aan den handel als aan de militaire
defensie en, naar ik hoor, geschiedt de keuze van deze ambtenaren
met het oogmerk om den handel te bevorderen en hebben
eenige van de wakkere naties van het Westen deze ambtenaren
onder de onmiddellyke leiding van het Departement van Handel en
Financien geplaatst in stede van het Departement van Buitenlandsche
zaken. Indien wfl den economischen toestand in ons land
willen verbeteren en den handel met het buitenland willen uit-
breiden, moeten wij de toestanden in andere landen kennen. Van
onze diplomaten in den vreemde moet gevergd worden dat zfj
verslag doen van den vooruitgang in zaken, van handel en economie,
in het bjjzonder in zulke zaken die onmiddellyk Japan aangaan,
in de landen waarheen zp gezonden zijn en moet men van hen
niet alleen verwachten dat zjj de taak van vertegenwoordiger
vervullen. Het is daarom wenschelyk dat de keuze en aanstelling
van Consuls door het Departement van Handel en Landbouw ge-
schiede en dat deze ambtenaren hunne instructies, zoo al niet geheel,
dan toch gedeeltelijk van dat Departement ontvangen. Ook zou ik
wenschen dat zy, die naar het buitenland gaan om de toestanden
aldaar waar te nemen, hetzjj in eene offlcieele functie of als parti-
culier, meer in bijzonderhoden den stand van onzen handel in be-
trekking tot andere landen bestudeerden. Op het oogenblik vuren
onze handelaars met het buitenland in den blinde ; zy zenden hunne
goederen af, zonder te weten voor welke markt zij bestemd zijn.
Een Japansch fabrikant zendt zij ne goederen naar Jokohama en weet
niet wat er verder mee gebeurt.
Dit is nooit het geval bij Europeesche of Amerikaansche fabrieken.
ledere vracht, voor export bestemd, heeft haar duidelijk aangewezen
bestemming, in verband blykbaar met den aard der goederen. De
fabrikanten in het Westen zijn, naar het schijnt, bovendien nauw-
keurig op de hoogte van de productievoorwaarden op het gebied
der mededinging, zoodat zij dadelijk weten welke eischen men
aan hunne goederen stelt, opdat die goederen niet worden afgewezen
op de plaats van hunne bestemming. Als er een oorlog op handen
is, die eene vreemde markt in gevaar brengt, regelen zij onmiddellijk
de productie van hunne fabrieken naar gelang der omstandigheden
en voorkomen daardoor overproductie en verlies. Zij wachten niet
op waarschuwingen van de Regeeringen, maar zorgen voor zichzelf.
Hunne Karners van Koophandel zijn altjjd voorzien van de verslagen
en inlichtingen welke noodig zijn voor eene vlugge en vastberaden
handelwijze.
Ten slotte zou ik nog eens willen samenvatten wat ik reeds
gezegd heb. Japan is, wat wetten en krijgswezen betreft, ten volle
ontwikkeld. Als militaire mogendheid is het volledig toegerust,
maar een economisch Japan is nog niet geschapen en op de schepping
hiervan moeten de gezamenlijke pogingen van onze Regeering en
ons volk gericht zijn. Ons grondgebied strekt zieh in eene smalle
streep van Kamschatka, in het koude Noorden, uit tot het tropische
Formosa. Dit geeft eene groote verscheidenheid in voortbrengselen.
Ons land biedt door zijne ligging, daar het van alle kanten door de
zee omgeven is, groote gemakkelijkheid voor de zeevaart. Wjj
hebben niet weinige van de beste havens in de wereld en zjjn
begunstigd door een gematigd klimaat. Ons ras is opmerkelyk
intelligent en wij waardeeren ten volle zijn nijveren geest, welke
ook door de buitenwereld erkend wordt. Wij doen ernstig ons best
voor het onderwijs, en wat vaderlandsliefde en gehechtheid van
het volk aan den Keizer betreft, worden wü door geen enkel ander
volk geSvenaard.