met Japan te verbinden. Ik geloof dat Engeland met deze daad
geen ander doel had dan een van ecomische politiek. Zoodoende
zal op de Stille Zuidzee door vier landen handel gedreven worden.
Japan heeft, nu zy onder de groote mogendhedengerekendwordt,
een waardig bondgenoot gevonden in Engeland en ik meen dat
wy nu vrywel voorbereid zyn om het werkelyk moeilyke vraag-
stuk onder de oogen te zien. Ik bedoel sleehts dit, dat onze wetten
en onze militaire toerustingen alle in orde zyn en dat wy toch ten
opzichte van den economischen toestand niet met andere landen op
een lyn kunnen staan. De vraag hoe een economisch Japan te
stichten, eischt eene oplossing, want ik ben overtuigd dat, zoolang
dit vraagstuk niet is opgelost, wy onze positie niet kunnen verbeteren.
Welke eigenschap bezit Japan dan, die het in staat zal stellen
met deze vier landen te wedyveren? Wy zyn verre ten achter in
zake van landbouwvoortbrengselen in vergelyking met Rusland en
de Yereenigde Staten, en in zake van handel en nyverheid worden
wy overtroffen door Engeland en de Yereenigde Staten. Dewyl wij
in zulk eene ongunstige positie verkeeren, hebben wy geen groote
Staathuishoudkundigen en ons economische politiek is nog verre
van op bevredigende wyze ingericht te zyn.
Ik gevoel diepe droefenis over de toekomst van ons land en hoop
vurig dat de Japanners aan dit punt hunne aandacht zullen schenken
en hunne krachten wyden aan de bestudeering van eene industrieele
en economische politiek ten bäte van ons land. Want het is de
eenige manier waarop wij in den tegenwoordigen tyd ons land
van dienst kunnen zyn. Het maken van wetten is reeds door onze
voorgangers geschied; ons militair verdedigingsstelsel is door onze
krijgskundigen volledig uitgewerkt; en het eenige wat ons over-
blijft te doen, is verbetering te brengen in de staathuishoudkunde
van Japan.
Hoe het best de economische Staatkunde van ons land in te
richten, behooren wy wöl te overwegen. Rusland is geen industrieele
maar een landbouw-staat. Zyne nyverheid en handel verkeeren
nog in de kindsheid. Het heeft zyne krachten uitsluitend gebruikt
voor zyn leger en dientengevolge wordt het door de economische
landen van Europa niet als een mededinger beschouwd. Japan,
daarentegen, is een klein land met eene dichte bevolking en sleehts
weinig materiaal om te verwerken; vandaar dat zy materiaal
afhankelyk is van wat uit andere landen wordt ingevoerd. Wy
hebben steenkolen, maar niet genoeg yzer en by)na geen goud.
Daarom moet Japan, volgens myne meening, geacht worden een
industrieel land te zyn. Een landbouw-politiek is niet siecht. In het
feodale tydperk dat is , zoolang als wy niet door de nadering van
Russen, Engelschen en Amerikanen van alle zyden in het nauw gebrach!
werden — voldeed zy. Maar de toestanden zyn thans anders.
De Stille Zuidzee gaat het middelpunt worden van den strijd
in welken wy met veel sterkere vyanden zullen hebben te wedyveren.
Japan kan zieh als landbouwstaat niet meten met Rusland,
Oostenryk, Canada of Amerika. Daarom moeten wy andere
middelen te baat nemen — dat is, wy moeten onverwerkte stoffen
van hen betrokken en ze verwerken voor de Aziatische markten.
Zooais ik reeds gezegd heb, hebben onze staatslieden, militairen
en ambtenaren in het groote werk der Restauratie ongeveer dertig
jaar geleden veel getheoretiseerd; maar zy, die nauwkeurig de
geschiedenis van het Meiji-tydperk lezen, zullen zien dat onze
staatslieden de economische zyde van ons land grootendeels buiten
rekening hebben gelaten. Ons ontbreekt het practische gezichts-
punt. Wy bestudeerden de staatswysheid van het Gyosjioem-tijd-
perk en propten ons hoofd vol met de leerstellingen der Chineesche
klassieken. Doch heden moeten wy in Azi6 kampen tegen over-
machtige economische vyanden, als Engeland en Amerika, en zelfs
zulke landen als Duitschland, Italiö en Frankryk, met al hunne
theorien, ontbreekt het niet aan practischen en economischen
geest; en wy zien eene groote klove tusschen de denkbeeiden van
deze landen en die van Japan, welke gegrond zyn op de leeringen
van de Chineesche klassieken en voor het oogenblik kunnen wij
niet met hen wedyveren.
Toen ik in Amerika studeerde, vertelde de heer Holmes, nu
Associate Justice by het Hoog Gerechtshof in de Yereenigde
Staten, my eene geschiedenis die, dunkt my, geschikt is om
het verschil te toonen van economische beschouwingwyzen tusschen
de Westersche landen en Japan. Die geschiedenis luidde als volgt:
„Verscheiden eeuwen geleden ontstond in Europa eene beweging
welke men de kruistochten heet. Daaraan namen vele Europeesche
Yorsten deel, of zy zonden hunne Edelen om in hunne plaats op te
treden. Deze kruistochten werden ondernomen door de Christenen
om het graf van Christus te Jeruzalem uit de handen der
Mohammedanen te bevryden. Zy volvoerden hun plan. Maar de
zaak was nog niet geheel in orde, toen er onder de Cliristen-
vorsten oneenigheid ontstond over de verdediging van de plaats
tegen de terugkomst der Mohammedanen en ook over de her-
stelling van het heilige graf. Daar de Engelsche vertegenwoordigers
toen naar hun land teruggekeerd waren, verzochten de Vorsten
van het Europeesche vasteland dat de Engelschen zouden helpen
om de moeilykheid tot een goed einde te brengen, waarop Engeland
antwoordde: „Gy zyt welkom in Jeruzalem; ik heb het geld