54. Het is een belangrpke plicht van de Ministers van Staat om
gedurende de debatten in den Landdag verklaringen te geven. Het
recht der Ministers van Staat om in het Huis tegenwoordig te
wezen en daar te spreken is aan de keuze der Regeering over-
gelaten. De Ministers mögen daarom in persoon deelnemen aan de
debatten en verklaringen geven of ook aan gedelegeerden der
Regeering opdragen zulks te doen; zp mögen ook, wanneer zp het
noodig achten, naar eigen believen weigeren het een en het ander
te doen, hetzp in persoon of bij delegatie.
IV. De Ministers van Staat.
De Ministers van Staat zpn belast met de taak den Keizer van
raad te dienen; zpj moeten de tusschenpersonen wezen, waardoor
de Keizerlijke bevelen overgebracht worden, en het administratieve
werk uitvoeren. De Geheime Raden moeten hunne meeningen over
gewichtige Staatszaken te kennen geven in antwoord op de aan-
vraag des Keizers. Zp en de Ministers van Staat zpn de voor-
naamste raadgevers des Keizers.
55. Ieder Minister van Staat zal eenerzijds deelnemen aan de
beraadslagingen van het Kabinet, terwijl hp anderzpds belast zal
wezen met de aangelegenheden van een der departementen van
bestuur en de verantwoordelijkheid zal hebben te dragen in de
Staatszaken. Deze zullen verricht worden door het medium van het
Kabinet en van de verschillende departementen van bestuur, en
door geen ander. In onze Constitutie is men tot de volgende con-
clusies gekomen: t e n e e r s t e , dat de Ministers van Staat belast
zpn met de taak om raad te geven aan den Keizer, hetgeen hun
eigenlijke taak is, en dat zp niet voor hem verantwoordelpk zpn;
te n tw e e d e , dat Ministers rechtstreeks verantwoordelpk zpn
jegens den Keizer, en indirect verantwoordelpk jegens het volk;
te n derde, dat de Souverein, en niet het volk over de verant-
woordelijkheid van Ministers kan beslissen, omdat de Souverein de
rechten der Staatssouvereiniteit bezit; t e n vierde, dat de verantwoordelpkheid
van Ministers van Staat van staatkundigen aard is
en geen betrekking heeft op crimineele of civiele verantwoordelpk-
heid, evenmin daarmede in strpd kan komen en het eene het andere
niet kan raken. Behalve dat alle crimineele en civiele gevallen voor
de gewone rechtbanken moeten gebracht worden, en dat rechts-
vorderingen ten gevolge van administratieve zaken voor een hof
van administratieve rechtspraak moeten gebracht worden, worden
gevallen van staatkundige verantwoordeiykheid overgelaten ter
vervoeging van den Souverein om ze te onderwerpen aan discipli-
naire maatregelen.
De Minister-President heeft vertoogen te richten tot den Keizer
over staatszaken en, volgens goedvinden, de algemeene politiek van
den Staat aan te duiden, daar iedere tak der Administratie onder
de contröle van gezegden Minister Staat. Wat de overige Ministers
betreft, zp zpn ieder afzonderlpk verantwoordelpk voor de zaken
binnen hunne respectieve bevoegdheid: er is geen gezamenlpke verantwoordelpkheid
onder hen aangaande zulke zaken. Want ver-
mits de Minister-President en de overige Ministers gelpkelpk per-
soonlpk door den Keizer benoemd zijn, staan de handelingen van
iedev hunner, in elk opzicht, onder de contröle van den wil des
Keizers, en heeft de Minister-President zelve niet de macht van
contröle over de door andere Ministers bekleede posten, dewpl
dezen niet van hem afhankelpk behooren te zpn. Maar in gewichtige
binnen- en buitenlandsche Staatszaken is de geheele Regeering
betrokken, en daarom kan geen enkel departement op zieh zelf
met de leiding daarvan uitsluitend belast worden. Over de raad-
zaamheid van zulke zaken en de wpze om ze tot uitvoering te
brengen, zullen al de Ministers vereenigd raad houden en geen
hunner heeft vrpheid zijn aandeel van het werk als een last op de
schouders zpner ambtgenooten te leggen.. In zulke zaken is het
natuurlijk behoorlpk dat het Kabinet de gezamenlpke verantwoor-
delijkheid op zieh neemt.
Het contrasigne van een of meer Ministers van Staat heeft de
volgende twee effecten: T en e e r s t e , wetten, Keizerlijke verorde-
ningen en Keizerlpke bekendmakingen welke op staatszaken betrekking
hebben, kunnen alleen krachtens het contrasigne van een
of meer Ministers van Staat in uitvoering gebracht werden. Zonder
die handteekening kunnen ze niet van kracht zpn, en wanneer ze
door een ander dan een ministerieel kanaal zijn uitgevaardigd, mag
geen er van door de met uitvoering belaste ambtenaren uitgevoerd
worden. T e n t w ee d e, het contrasigne van een of meer Ministers
van Staat getuigt het recht van hem of hen om de wet, Keizerlpke
verordening of Keizerlpke bekendmaking ten uitvoer te
leggen, en ook zpne of hunne verantwoordelpkheid er voor.
De Ministers van Staat zpn de kanalen waardoor de orders
des souvereins moeten vloeien, zoowel binnen, als buiten ’s lands.
Dit wordt doör hunne handteekeningen kenbaar gemaakt. Maar
de staatkundige verantwoordelpkheid van Ministers kan niet
louter uit een legaal oogpunt beschouwd worden: ook zedelpke
overwegingen moeten in aanmerking komen, want de door de
wet afgebakende grenzen zpn niet de eenige waarbinnen Ministers