omdat Wy Ons op u verlieten als Onze voornaamste steunpilaren.
Sedert dat tydstip heeft er rust geheerscht in het grondgebied
gedurende meer dan tien jaar. Toen echter verleden jaar de oorlog
met China uitbrak, reest gy op op ddn woord van Ons, en ver-
droegt de drukkende zomerhitte en trotseerdet de yskoude van den
winter. z y , die aohterbleven wydden zieh aan de verzekering der
veiligheid van het rijk zelf, terwyi zj], die buitenslands gezonden
werden de moeilyke taak ondernamen, tegen den vyand op te trekken
en hem aan te vallen. De uitslag is geweest dat ön te land ön
ter zee een roemvol succes is behaald, zooals nog nooit te voren;
daardoor het doel van den oorlog bereikend en den roem van het
ryk ten toon spreidend naar de vier zeeön.
Het bevredigt Ons hoogelyk te zien, dat het Keizeriyke leger en
de Keizeriyke vloot het tot zulk eenen staat van werkdadigheid
hebben gebracht, en Wy waardeeren tegelijkertyd dat gjj, steeds
de v()f bovengenoemde punten onthoudende, uw leven niet hebt
geacht, ten einde Ons bevel te volbrengen, en dat gü op bewonderens-
waardige wjjze u hebt gekweten van de plichten op u rüstende
als de voornaamste steunpilaren van Onzen Staat. Wat betreft
hen, die sneuvelden in het gevecht of stierven aan ziekten en hen
die invalide zyn geworden, Wy waardeeren ten zeerste hunne vader-
landsliefde en sympathiseeren met hun lot.
Wy hebben vrede gesloten met China, en staan op het punt de
gelukzaligheid van den vrede met u te deelen. Maar Wy meenen,
dat de verhoogde eer van land- en zeemacht en de roem van het
ryk uwe plichten en verantwoordeiykheden hebben verzwaard. Verlangend
als Wy zyn, nu de Keizeriyke glorie is vermeerderd, met
u den roem en de eer van het ryk te genieten en te deelen, kunnen
Wy niet anders dan ontwaren, dat de toekomstige bestemming
van den Staat vooralsnog niet blootgelegd is; en daarom gelasten
wy u, hetzy gy in dienst biyft, hetzy gy uit den krygsdienst wordt
ontslagen en huiswaarts keert, getrouweiyk aan Onze voorschriften
te gehoorzamen, de vyf artikelen steeds in het oog te houden, en
de plichten van krygslieden in acht te nemen, ten einde u met de
meest mogeiyke oprechtheid by elke toekomstige, noodzakeiyke
gelegenheid van de plichten, die gy aan het ryk verschuldigd zyt,
te kwyten.
Keizerlyjk reacript over de hersiene verdragen met vreemde
Mogendheden. (8 Juli 1899).
Ons gebied regeerende met de Ons bystaande hulp van de roem-
ryke daden Onzer voorouders, welke Ons in staat hebben gesteld
de binnenlandsche welyaart van Ons volk te verzekeren en nauwe
vriendschapsbetrekkingen te vestigen met de natie’s in het buiten-
land, is het voor Ons eene bron van in het hart gevoelde bevre-
diging, dat als uitslag van diepgaande plannen en herhaalde onder-
handelingen, met de Mogendheden tot overeenstemming is gekomen;
en de herziening der verdragen, Ons lang gekoesterd oogmerk, is
heden aan den vooravond een voldongen feit te worden, een
resultaat, hetwelk, terwyi het de verantwoordeiykheden van Ons
ryk in stoffeiyken zin vermeerdert, grooteiyks de basis Onzer
vriendschap met vreemde landen zal versterken.
Het is Onze ernstige wensch, dat Onze onderdanen, wier toe-
wyding en loyaliteit in het zieh kwyten van hunne plichten in het
oog vallend is, zieh ernstig in Onze gevoelens te dezer zake zullen
indenken, en zieh schikkende in de groote Staatkunde van het
openen des lands, zieh allen ddn van zin zullen aaneensluiten om
zieh met de lieden van verre landen op hartelyke wyze te ver-
eenigen, aldus den volksaard handhavende en het aanzien des ryks
verhoogende.
Met het oog op de verantwoordeiykheden, die zieh voor Ons
ontwikkelen door gevolg te geven aan de nieuwe verdragen, is het
Onze wil, dat de Ministers van Staat, handelende om Onzentwille, Onzen
ambtenaren van alle rangen zullen gelasten de uiterste omzichtig-
heid in acht te nemen in de behandeling van zaken, opdat onderdanen
zoowel als vreemdelingen dezelfde voorrechten en voordeelen
kunnen genieten, en opdat, iedere bron van ontevredenheid vermieden
zünde, betrekkingen van vrede en vriendschap met alle
naties kunnen worden versterkt en bevestigd in eeuwigheid.
Antwoord van dm Keiser van Japan aan de Besondere Zending
ter Verantwoording van den Käser van China ten gevolge
van de Bokser-onlusten (September 1901).
By de onlusten welke verleden jaar te Peking plaats hadden,
werd Soegijama Akira, de Kanselier van onze Legatie, het slacht-
offer van eenen wreeden moord, bedreven door de Soldaten van
uw land. Zyner Majesteit den Keizer van China, begaan met diep
leedwezen over het gebeurde, heeft het behaagd u naar ons hof af
te vaardigen in byzondere zending, met een Keizeriyk schryven
ter erkenning van de vergoeding welke Ons rechtmatig toekomt.
Terwyi Wy deze boodschap welke gy in last hebt ons over te
brengen in ontvangst nemen, wenschen Wy uitdrukking te geven
aan onze overtuiging dat de betrekkingen van vriendschap tusschen
beide landen in de toekomst steeds nauwer zullen worden. Het is