veel onttrokken, dat deze stelseis van pensioneering moesten her-
vormd worden. Ten lange leste besloot de Regeering de instelling
van een „pensioen in rjjst” te vervangen door een „pensioen in
geld , en later, in 1876, werd de „Wet van Vrjjwillig Gekapitali-
seerde Pensioen-schuldbewijzen” uitgevaardigd, bij welke Wet het
°ude pensioenstelsel werd afgeschaft, en Vry willig Gekapitaliseerde
Pensioen-schuldbewflzen werden afgegeven in plaats van pensioenen
in geld.
In het jaar 1878 werden, ter gemoetkoming aan Sjinto-priesters,
die door de hervorming van de instelling der Sjinto-heiligdommen
schade geleden hadden, de Pensioen-schuldbewjjzen voor Sjinto-
priesters uitgegeven.
2. Publieke leeningen uitgeschreven ter voortzetting van publieke
werken. Sedert de Restauratie heeft de Regeering versehillende
bestuursinstellingen erkend en staatsleeningen voor publieke werken
uitgeschreven. Het belangrjjkste van deze publieke werken was de
verbetering der verkeersmiddelen, inzonderheid de aanleg van spoor-
wegen. De eerste leening welke de Regeering voor dit doel uitgaf,
was de pubüeke leening rentende 9 pct. interest, in Londen aan de
markt gebracht in 1870, waarop reeds gedoeld is. Met het geld
door deze leening gerealiseerd, werden spoorwegen aangelegd tus-
schen Tokio en Jokohama, en Osaka en Robe. In verloop van tyd
werd het uitschrijven van staatsleeningen in toenemende mate
noodzakelijk; dientengevolge schreef de Regeering deze leeningen
uit in 1878. Dit was de eerste uitschrjjving van publieke leeningen
binnenslands. Met dit fonds werden de spoorwegen tusschen Kioto
en Otsoe, Tsoeroega en Ogaki, de nieuwe weg längs Sjimizoe, en
de waterweg der Nasoe-Ylakte aangelegd, en de methoden van
bewerking der metaal- en kolenmijnen verbeterd.
In het jaar 1884 — 1885 ondernam de Regeering de Naka-
sendo-spoorweg-obligaties uit te geven, ten einde de twee groote
steden des Rijks, Tokio en Kioto, door spoor längs de Naka-
sendo te verbinden. Men bevond echter, dat het zeer moeilyk
zou wezen het werk te voltooien, uit hoofde van de gesteldheid
van het land, dat bjj uitstek rotsig en bergachtig is, en dus
besloot de Regeering ten slotte in 1886 de constructie van den
voorgenomen spoorweg längs de Nakasendo op te geven en de
fondsen te bestemmen voor het maken van eene liin längs de
Tokaido.
Daar de fondsen door bovengemelde leening gerealiseerd onvol-
doende bleken om de uitgaven te dekken voor den aanleg van
zjjljjnen van de Tokaido-hoofdlfln, werden de Supplementaire Spoor-
weg-Obligaties uitgegeven in 1889.
De Regeering gaf de Publieke Spoorwegleening uit in 1893,
en legde spoorwegen aan tusschen versehillende plaatsen in het
Rflk. Om spoorwegen aan te leggen in Hokkaido, het noordelyjk
gebied van het Rjjk, schreef de Regeering eene andere publieke
leening uit, en deze heet de Hokkaido-Spoorwegleening. Geen
van deze beide leeningen is tot nog toe volledig uitgegeven
geworden.
3. Publieke leeningen uitgegeven ten behoeve der militaire uit-
breiding. De opstand in Kagosjima, het Zuidwesteljjk gebied van
het Rtjk, in 1877, veroorzaakte groote militaire- uitgaven, waarin
niet uit de gewone inkomsten kon voorzien worden. De Vijftiende
Volksbank, die pas opgericht was geworden, was bereid aan
de Regeering eenigen financieelen bjjstand te verleenen, mits de
Regeering de vereischte som van de Bank leende. In de jaren
1886 — 1889 gaf de Regeering eene Marine-leening uit om dokken
en forten te bouwen, wapens en ammunitie te fabriceeren, en
slagschepen en torpedo’s te bouwen. Bjj het uitbreken van den
oorlog tusschen Japan en China in 1894, waren de militaire uitgaven
zöö groot, dat de Regeering, met bewilliging van het Par-
lement, eene leening uitschreef van 250.000.000 jen voor de even-
tueele uitgaven. Dit heet de Oorlogs-uitgaren.
4. Publieke leeningen uitgegeven voor de betere regeling van
het financieel belieer. Tegelyk met de reorganisatie van het staatkundig
bestuur ten tjjde der Restauratie, zag de Regeering zieh
voor de dringende noodzakelykheid gesteld om het financiestelsel
in orde te brengen, en, als eersten stap in deze richting, stelde ze
eene nieuwe regeling vast in 1873, waarbg de Regeering met goed
gevolg de intrekking ondernam van de versehillende soorten van
munt die door de versehillende feodale Prinsen uitgegeven waren
geworden. De obligaties waarmede dit tot stand gebracht werd
heeten de „Kinsatoe Wissel-Obligaties”. Sinds dien zjjn versehillende
maatregelen van ünancieele hervorming ten uitvoer gebracht, en
als gevolg van deze maatregelen, alsook van de natuurljjke
economische ontwikkeling des lands, bereikte de ünancieele wereld
van Japan omstreeks 1886 een trap van vooruitgang die de
Regeering eene goede gelegenheid verschafte om de publieke
leeningen te consolideeren tegen een rentevoet veel lager dan
dien zjj tot nog toe betaald had. Het gevolg was de uitvaar-
diging in 1886 van de „Geconsolideerde-Leening-Wet”, die de
Regeering in Staat stelde niet alleen den last op de schatkist te
verlichten, maar ook het beheer der met de Staatsschulden in
verband staande zaken te vereenvoudigen. Door middel van de
Geconsolideerde Publieke Obligaties — ¡6 pct. interest — uitgegeven