De eerste reserve zal gebruikt worden om tekorten, welke
onvermydeiyk zpn in het Budget te dekken.
De tweede reserve zal gebruikt worden om noodzakebjke in het
Budget niet voorziene uitgaven te dekken.
Artikel VIII. De rekening en verantwoording der sommen,
bestreden uit de reserve, zal na afloop van het belastingjaar aan
den Keizeriyken Landdag voorgelegd worden, en de goedkeuring
van dezen zal verzocht worden.
Artikel IX. Het maximum bedrag aan uit te geven Schatkist-
biljetten in ieder belastingjaar zal vastgesteld worden met toe-
stemming van den Keizerljjken Landdag.
III. — Inkomsten.
Artikel X. Belastingen en andere inkomsten zullen geheven
worden overeenkomstig wetten en verordeningen.
Belastingen en andere inkomsten zullen uitsluitend geheven worden
door ambtenaren, welke daartoe door wet of verordening bevoegd zijn.
IV. — Uitgaven.
Artikel XI. Het bedrag, bestemd voor de uitgaven van den Staat
in ieder belastingjaar, zal bestreden worden uit de inkomsten van
datzelfde belastingjaar.
Artikel X n . De Staatsministers zullen de toegekende gelden
voor geen ander doeleinde gebruiken dan voor dat in het Budget
voorgeschreven; noch zijn zfl gerechtigd de bedragen van de voor
elke paragraaf toegekende som onderling te verwisselen.
De Staatsministers zullen aan de Schatkist alle ontvangsten
onder hunne eontröle overhandigen en er geen onmiddellijk gebruik
van maken.
Artikel XTTT. De Staatsministers zullen op de Schatkist trekken,
ten einde de onkosten, verbonden aan hunne onderscheidene admi-
nistraties, te bestrijden.
De macht om order van betaling af te geven kan echter aan
andere funetionnarissen toegekend worden volgens bepaaldeljjk voorgeschreven
regelen.
Artikel XIV. De Schatkist zal geene uitbetalingen doen op orders,
welke in strjjd zijn met de bepalingen van wetten en verordeningen.
Artikel XV. De Staatsministers zullen geen order van betaling
afgeven, tenzjj ten voordeele van een rechtmatigen schuldeischer
van de Regeering of zjjn agent.
Voor de hieronder opgesomde uitgaven mögen de Staatsministers
evenwel aan bevoegde beambten of aan speciaal door de Regeering
aangewezen banken order van betaling afgeven:
1. Betaling van hoofdsom en rente van nationale schulden.
2. Uitgaven voor troepen en vloot en Staats-schepen.
3. Uitgaven voor Regeerings-Bureau’s in het buitenland.
4. Alle in vreemde landen te betalen onkosten, benevens die in
de voorgaande clausule vermeld.
5. Onkosten, welke gemaakt moeten worden in die districten in
het binnenland, waar de middelen van vervoer en verkeer
gebrekkig zpn.
6. De verschillende gewone uitgaven in de onderscheidene Gou-
vernements-Bureau’s, waarvan het geheele jaarljjksche bedrag
onder de 500 jen is.
7. Uitgaven van bureau’s, welker ligging niet in ééne plaats kan
plaats vinden.
8. Uitgaven voor werken, ten uitvoer gebracht onder onmiddellijk
oppertoezicht der verschillende G-ouvernements-Bureau’s , mits
zoodanige uitgaven de 3000 jen voor ieder toeziend beambte
niet te boven gaan.
V. — Sloten van. rekening.
Artikel XVI. De algemeene sloten van rekening, welke door de
Regeering aan den Keizerljjken Landdag moeten voorgelegd worden,
nadat zjj de verificatie der Rekenkamer ontvangen hebben, zullen
in denzelfden vorm opgemaakt worden als het algemeene Budget
en duidetyke verklaringen der rekeningen bevatten aangaande de
volgendo bijzonderheden.
I n k o m s t e n .
Geraamd bedrag der inkomsten.
Geconstateerd bedrag der inkomsten.
Bedrag der ontvangen inkomsten.
Bedrag der nog niet ontvangen inkomsten.
U itg a v e n .
Geraamd bedrag der uitgaven.
Bedrag der uitgaven vermeerderd na de vaststelling van het Budget.
Bedrag der uitgaven, waarvoor order van betaling was afgegeven.
Bedrag, dat overgebracht moet worden op het volgendo
belastingjaar.
Artikel XVH. De volgendo documenten zullen gevoegd worden
bjj de algemeene rekeningen in het voorgaande artikel vermeld, te
zamen met het verificatie-rapport van de Rekenkamer:
1. Rapporten der sloten van rekening, voorgelegd door de verschillende
Staats-departementen.