verdrag gesloten is , op eenen voet van gestadig toenemende vriend-
schap en innigheid.
Ten einde de binnenlandsche rust te bewaren en veilig te zyn
tegen bet buitenland, is het een eerste vereischte, dat de voltooiing
Onzer verdediging ter zee en te land tot een geleidelyk te bereiken
einddoel worde gemaakt. Wy zullen aan Onzen Staatsminister aan-
wyzingen goven om aan don Landdag dö Begrooting voor höt
24ste jaar Meidzji en eenige wetsontwerpen voor te leggen. Wy verwachten,
dat gy daarover met onpartydigheid en bescheidenheid
zult beraadslagen en advies uitbrengen, en Wy vertrouwen, dat
gl] zoodanige precedenten zult stellen, dat ze in den vervolge tot
leiddraad kunnen strekken.
Keizerlyjke boodschap betreffende de suppletoire begrooting voor den
bouw van oorlogsschepen. (10 Februari 1893).
In de allereerste tyden van het ryk nam de Souverein op zieh
zelf de Staatszaken te regelen, niet alleen binnen de grenzen,
maar ook over zee.
Gedurende de meer dan twintig jaren, welke verloopen zyn sinds
het tydstip, dat Wy de teugels van het bewind aanvaardden, is de
feodale Staatkunde afgeschaft en vervangen door eene regeering
van vooruitgang; en vol oplettendheid voor de elders in de wereld
bestaande toestanden, hebben Wy den weg der betrekkingen met
andere volken betreden; doch elk onderdeel van de taak der uit-
voerende macht, geen uitgezonderd, is ingericht volgens de regelen
Ons door Onze voorouders nagelaten, met geen ander doel voor
oogen dan de welvaart Onzer onderdandn te bevorderen en den
Staat in voorspoed vooruit te brengen.
Wij stelden den Landdag in, in het vertrouwen dat op die wyze
door veelvuldigen raad het hoofdwerk der natie zou worden
vergemakkeljjkt. De G-rondwet is thans in het eerste Stadium van
haar in werking zyn. Omzichtigheid is in den aanvang een eerste
vereischte, opdat hare verwezenly king ten slotte verzekerd zij.
Nu moeten de omtrekken worden vastgesteld, opdat later het
groote geheel kan worden voltooid. De kracht der vooruitstrevende
beweging neemt van dag tot dag in alle landen steeds sneller toe.
In een tydperk als het tegenwoordige bieden ook de geringste tyd,
verkwist met nutteloos gekrakeel en elke gelegenheid, die men
heeft laten voorbygaan om den voorspoed des lands uit te breiden
een schouwspel, dat Wy niet begeeren aan de geesten Onzer
voorouders aan te bieden, noch kan het gewenschte einddoel van
vertegenwoordigende instellingen op dergelyke wyzen worden bereikt.
Wy vertrouwen Onzen Ministers den plicht toe, orde te brengen
in deze belangryke aangelegenheden, en Wy vestigen met vertrouwen
den blik op de gekozen vertegenwoordigers van Ons volk, dat zij
met Ons de bezorgdheid zullen deelen, welke ons .te dezer zake dag
en nacht vervult.
De onderdeelen (artikelen) der begrooting van uitgaven, bedoeld
in artikel LXVII der Grondwet worden beschermd door den duide-
lyken tekst van dat artikel en kunnen eigenlyk geen onderwerp
van geschil uitmaken. Wy dragen by deze aan Onze Ministers in
het byzonder op, alle onderdeelen der Administratie goed in orde te
brengen, en, de hoofdzaken wöl in het oog boudende, zoodanig
omzichtig en zorgvuldig raad in te winnen, dat onder Onze leiding
de vryheid tegen dwaling beveiligd zy.
Met het oog op de zaken der nationale verdediging, kan edn
dag nalatigheid eene eeuw van verdriet ten gevolge hebben. Wij
zullen bezuinigen op de uitgaven voor het Keizerlyk huis, en
gedurende den tyd van zes jaar eene som van 300.000 jen jaarlyks
bydragen. Wy bevelen aan Onze militaire en burgerlyke ambtenaren,
behalve in geval van byzondere omstandigheden, gedurende dien
zelfden tyd een tiende van hunne salarissen by te dragen, welke
sommen zullen worden bestemd om aan het fonds voor den bouw
van oorlogsschepen te worden toegevoegd.
Wy beschouwen O n s 'Cabinet en Onzen Landdag als de werk-
tuigen eener constitutioneele regeering, en Wy vertrouwen dat
elk zorgvuldig de juiste grenzen zyner bevoegdheden in het oog
zal houden en Ons daardoor zal bijstaan in deze groote onder-
neming, en dat elk erop zal zinnen, de volvoering met goeden
uitslag te verzekeren.
Keizerlijke boodschap, betrekking hebbende op de ambteligke discipline
(24 December 1893).
Wij hebben het adres gelezen, welke het Huis van Volksvertegen-
woordigers Ons heeft aangeboden op den 4en der loopende maand,
evenals de memorie Ons voorgelegd door Graaf Hiroboemi Ito,
Onzen Minister-President en Graaf Goto Sjodzjiro, Onzen Minister
van Landbouw en Handel.
Het is onnoodig u te zeggen, dat de ambtenaren van het Departement
van Landbouw en Handel behoedzaam en bescheiden
behooren te zyn in hunne aanrakingen met het volk. Het dunkt
Ons goed, dat de Minister van dat Departement pogingen aan-
wende om onder zyne ondergeschikten eene strenge tucht te
handhaven.