In 1902 was het aantal gewone kweekscholen 54; mannelpke
studeerenden 11.900; vrouwelijke 2000; mannelijke gegradueerden
2515; vrouweljjke 503. Het laat zieh voorzien, dat het jaarlijksche
gemiddelde van gegradueerden minstens 3600 zal wezen. In 1902
was het aantal leeraren 1032, van welke 216 geen akte hadden.
De totale uitgaven voor de gewone kweekscholen in hetzelfde jaar
bedroegen £ 302.104.
Hoogere kweekscholen zjjn bestemd om studeerenden op te
leiden voor leeraren aan gewone kweekscholen, middelbare scholen
en hoogere meisjesscholen. Er zijn twee hoogere kweekscholen in
Japan, een te Tokio, de andere te Hirosjima. De uitgaven voor
beide worden bestreden door de schatkist van den Staat.
Het plan der school bestaat in eene verdeeling der leergangen
in een voorbereidenden cursus, hoofdeursus, gegradueerden-cursus
en specialen cursus. De studietpd in den voorbereidenden cursus
strekt zieh uit over den jaar, in den hoofdeursus over drie jaren
en in den gegradueerden-cursus over öön jaar. De voorbereidende
cursus omvat de volgende vakken: zedekunde, de Japansche taal,
Chineesche letterkunde, Engelsch, wiskunde, logica, teekenen,
muziek, gymnastiek en exerceeren. De hoofdeursus is verdeeld
in vjjf secties: van Japansch en Chineesch; de Engelsche taal;
geschiedenis en aardrjjkskunde; wiskunde en natuurkunde, schei-
künde en natuurlijke historie; elke sectie sluit in zieh onderricht
in verwante vakken.
Candidaten voor toelating worden gekozen bij examineering uit
de gegradueerden van gewone kweekscholen en middelbare scholen.
De studiekosten worden gedragen door de respectieve scholen en
ter vergelding van dezen onderstand zijn de studeerenden verplicht
hunne diensten te wijden aan onderwijswerk gedurende zeven jaren,
te rekenen van den datum van hunne diplomeering.
Yerbonden met de hoogere kweekscholen zjjn eene middelbare
school en eene lagere school, ten einde den studeerenden eene
practische opleiding in de kunst van onderwjjzen te geven.
In 1903 waren er 807 studeerenden, 140 gegradueerden en
88 instructeurs; de uitgaven bedroegen & 58.844. De hoogere
kweekschool te Hirosjima werd geopend in 1902.
De hoogere kweekschool voor vrouwen leidt studeerenden op,
die onderwpzeressen wenschen te worden aan de vrouweljjke
afdeelingen van gewone kweekscholen en hoogere meisjesscholen.
Ze wordt onderhouden door de schatkist van den Staat; er is
slechts ddne instelling van dien aard in Japan.
Het plan der school is verdeeld in een letterkundigen cursus,
een natuurwetenschappeljjken cursus en een cursus over kunst;
de studietijd loopt over vier jaren. In elken cursus wordt van de
studeerenden gevorderd dat zjj verwante vakken mede opnemen.
Daarenboven zÿn een cursus voor gegradueerden en een spéciale
cursus ingericht. De studeerenden worden gekozen uit de candidaten
met diploma uit de vrouwelijke afdeelingen van gewone kweekscholen
of hoogere meisjesscholen. De studiekosten worden betaald
door de school, en ter vergelding zÿn de studeerenden verplicht
hare diensten te wijden aan onderwijswerk gedurende vjjf jaren,
te rekenen van den datum van hare diplomeering. Aan de hoofd-
school zÿn verbonden eene hoogere meisjesschool, eene lagere school
en een kindertuin, waar eene practische opleiding wordt gegeven
in de kunst van onderwÿzen.
In 1903 waren er 361 studeerenden, 100 gegradueerden,
52 leeraressen ’) ; de uitgaven bedroegen & 9782.
Het doel van hoogere scholen is voorbereidend onderwÿs te
verstrekken aan jongelieden die de Keizerlÿke Umversiteiten wenschen
te bezoeken. Er zijn acht hoogere scholen, die alle door den
Staat onderhouden worden. Deze school, kan men zeggen, is
uitsluitend eigen aan het onderwÿsstelsel van Japan, aangezien de
wedergade er van noch in Europa noch in Amerika aan getroffen
wordt. Onder de tegenwoordige omstandigheden, is het gebruik
der Japansche taal alleen niet voldoende voor het doeleinde van
het Universiteitsonderwjjs zonder hulp van vreemde talen, daar
sommige cursussen gegeven moeten worden in het Pransch, andere
in het Duitsch — bÿ gobreke van leerboeken in het Japansch
hetgeen de r a i son d ’ê t r e der hoogere school verklaart. Er wordt
zooveel nadruk gelegd op de vreemde talen in het leerplan, dat in
sommige klassen niet minder dan dertien uren in de week daaraan
besteed worden. De Studenten hebben de keus tusschen Engelsch
en Duitsch, Engelsch en Pransch, of Duitsch en Fransch. Het
hoofddoel is de Studenten te oefenen in het volledig verstaan van
vreemde literatuur, meer dan om hun vreemde talen vloeiend te
leeren spreken. .
De studiecursus loopt over drie jaren en is verdeeld m drie
afdeelingen. De eerste is bestemd om het noodige onderricht te
verstrekken aan degenen die voornemens z«n in de rechten of de
letteren aan de Keizerlÿke Universiteiten te studeeren; de tweede
afdeeling is voor candidaten voor het vak van ingénieur, natuur-
wetenschap en landbouwkunde ; en de derde afdeeling voor candidaten
voor geneeskunde. Zooais reeds gezegd, z«n de onderwjjsl)
D e E n g e ls o h e t e k s t h e e f t i n s t r u c t o r s , w a a r u it m e n n i e t z i e n k a n o f
„ l e e r a r e n e n l e e r a r e s s e n ” ,o f a l le e n „ l e e r a r e s s e n ” b e d o e ld z ijn . Vert,