den vorm betreffc, munten sommige opstellen uit door helderheid,
terwyl andere niet van stroefheid en zelfs onduidelijkheid zyn vry
te pleiten, misschien een gevolg daarvan, dat ze uit het Japansch
vertaald zyn. Verreweg de best geschrevene en oordeelkundigste
bydragen zyn, onzes inziens, die van den eerwaardigen en wyzen
Markies Hiroboemi Ito, aan wien het hedendaagsche Japan voor
zyne wedergeboorte zoo ontzaglyk veel te danken heeft.
Sommige stukken zy 11 zuiver zakelijk, vol statistieke opgaven,
en dus uit den aard der zaak ietwat dor, maar daarom niet minder
belangryk, dewy 1 ze nuttige en betrouwbare gegevens bevatten. In
andere bydragen, waaronder enkele redevoeringen, komen de per-
soonlyke gevoelens en zienswyzen van de schryvers of sprekers
meer op den voorgrond. Er zyn in deze laatste stukken mannen
van verschillend karakter en van verschillende politieke kleur aan
het woord. Dit is van belang, wil men de verschillende stroomingen
in de denkwyzen der natie leeren kennen, en het is goed gezien
van den verzamelaar, dat hy in een der hoofdstukken, over „Arbeid”,
het woord laat aan een socialist, den Heer Katajama. Wat het
geheel dusdoende aan eenheid verliest, wint het in veelzydigheid.
Bfl de vertolking in het Nederlandseh, heeft men getracht den
Engelschen tekst zoo trouw te volgen als het verschil in taaleigen
het toelaat. Het is niet te ontkennen, dat men by het vertalen
meermalen op uitdrukkingen en geheele volzinnen stuit, die moei-
lijkheid baren. Hier en daar moet men naar de bedoeling raden,
hetzy ten gevolge van misstellingen in den druk of anderszins.
Jammer is het ook, dat er in de cyfers zooveel fouten voorkomen.
Slechts zelden kon men die stilzwygend verbeteren; meermalen
moest men zieh vergenoegen met den lezer in eene noot aan den
voet der bladzyde op eene fout in de cyfers opmerkzaam te maken,
doch dit is niet altyd geschied. Ook op onjuistheden van anderen
aard is dikwflls genoeg in de noten de aandacht gevestigd, maar
het behoeft niet gezegd te worden dat veel onopgemerkt is gebleven-
Het heeft een punt van beraad uitgemaakt of men de spelling
der Japansche eigennamen en uitdrukkingen, zooals die in den
Engelschen tekst gebruikt wordt, al dan niet zou volgen. Die
spelling is, wat de medeklinkers betreft, op Engelsche leest ge-
schoeid, terwyl de klinkers de Italiaansche en Duitsche uitspraak
vertegenwoordigen. Het is eene in wetenschappelyke werken aan-
genomen schryfwyze, die volstrekt niet alleen door Engelschspre-
kenden gevolgd wordt; ook in eenige Pransche werken houdt men
zieh daaraan. Er konden dus redenen aangevoerd worden, welke
voor het gebruiken van die schryfwyze ook in den Hollandschen
tekst pleitten. Doch aan den anderen kant woog daartegen het
bezwaar, dat in onze meestgelezen dagbladen eene andere spelling
in overeenstemming met de voor onze taal gebruikelyke, in zwang
is. Dit gaf den doorslag. Het scheen wenschelyk, den lezer door
eene hem ongewone spelling van vreemde woorden niet nog meer
in verwarring te brengen dan hy reeds gevoelt by het zien van al
die uitheemsche namen. De uitspraak der Japansche woorden is
dus in de vertaling, zoo goed en kwaad als het ging, in Neder-
landsche spelling weergegeven. Alleen zy opgemerkt, dat de ver-
binding dj gekozen is om een klank uit te drukken die ongeveer
als dzj luidt. By de omzetting van de eene spelling in de andere
zyn hier en daar inconsequenties begaan, die de lezer gelieve te
verontschuldigen. Trouwens ook in den Engelschen tekst ontbreekt
het niet aan inconsequenties; nu eens vindt men byv. E n om o to ,
een andermaal T e n om o to ; K o r e a wisselt af met C o re a ;
D a im iy o met D a im io ; enz.
Het zou de Hollandsche bewerking van „Japan by the Japanese”
zeker ten goede zyn gekomen, indien ze toevertrouwd wäre ge-
weest aan een kenner van het Japansch. Maar — het is spytig het
te moeten erkennen — ons land telt geen bekende beoefenaars dier
taal. Toch is het nog geen menschenleeftyd geleden, dat hier te
lande een der baanbrekers van de wetenschappelyke Studie van het
Japansch in Europa, wylen Professor Hoffmann, werkzaam was en
leerlingen vormde, die evenwel niet in zyne voetstappen getreden
zijn. Aan steun van de zyde der Regeering heeft het niet ontbro-
ken, maar wel aan lust en moed by ons geleerd publiek om op