![](./pubData/source/images/pages/page161.jpg)
aspiranten, waarbij behoorlijk gewicht gelegd wordt op de verschil.
ende vakken. De aspiranten worden dan toegelaten tot de sckolen
van hunne eerste keuze, naar rangorde van Verdienste. Indien het
aantal aspiranten voor deze of gene school het bepaaide getal der
admissies bereikt, moeten zg die lagere cijfers behalen, naar de
school van hunne tweede keuze gaan, en zoo vervolgens. Dit stelsel
ward voor het eerst beproefd in Juli laatstleden en bleek ontwij-
felbaar het beste middel te wezen om de volledigst voorbereide
aspiranten Mit te kiezen. Yoor het vergelijkend examen leggen de
jongelieden zieh het meeste toe gedurende hun vgfde jaar in de
middelbare scholen en ook gedurende den tgd tusschen hunne
gradueenng in April en het examen in Juli. Het is intusschen te
vreezen dat veel jongelieden door overmatigen yver in de Studie
hunne gezondheid verliezen, en dit is een ander argument voor
degenen die het vermeerderen van de instellingen voor hooger
opleiding bepleiten. Dit vergelijkend examen is een van de oorzaken
die den gemiddelden leeftijd van gegradueerden der Universiteit tot
boven de zes-en-twintig, in plaats van drie- of vier-en-twintig, doen
stygen. G-ewoonlyk komt een kind op eene lagere school op zes-
jangen leeftyd; zes jaar later komt hij op eene middelbare school
als hij twaalf is); vgf jaar later komt hy op eene hoogere school
(als hg zeventien is); na drie jaren bezoekt hij eene Universiteit-
en na drie of vier jaren moet hij promoveeren (als hij drie- of
vier-en-twintig is).
De cursus der hoogere scholen is gesplitst in drie afdeelingen.
De eerste afdeeling is de voorbereidende cursus voor hen die in de
Colleges (Paculteiten) van Recht en Letteren aan de Universiteit
willen studeeren; de onderwysvakken zgn: Zedekunde, Japansche
en Chineesche taal, vreemde talen, geschiedenis, logica en psycho-
ogie, beginselen van het recht, beginselen van staathuishoudkunde
en gymnastiek. De vreemde talen zijn Engelsch, Duitsch en Fransch ’
waarvan men twee mag kiezen, doch voor hen die den cursus van
Duitsch recht of Duitsche letterkunde wenschen te volgen en die
alleen Engelsch in de middelbare scholen geleerd hebben, is Duitsch
met slechts verplichtend, maar wordt de daarvoor bestemde tyd
aanmerkelyk vermeerderd; dit is ook het geval met Fransch. Ook
zgn er eemge kleine verschillen in het curriculum naar gelang van
de cursussen die men aan de Universiteit zal volgen. In de tweede
afdeeling, waar degenen zitten die de Colleges van Ingenieurs-
wetensehap, Natuurwetenschap en Landbouwkunde zullen bezoeken
of den pharmaeeutischen cursus der Medische Faculteit volgen
omvat het curneulum zedekunde, de Japansche taal, Engelsch,’
Duitsch (of Fransch), wiskunde, natuurkunde, scheikunde, geologie
en mineralogie, teekenen en gymnastiek. Hier is Engelsch verplichtend
en heeft men de keuze tusschen Duitsch en Fransch;
er zgn eenige verschillen in het curriculum van het derde jaar voor
de verschillende cursussen. In de derde of medische afdeeling zgn
de leervakken: zedekunde, Japansch, Duitsch, Engelsch (of Fransch),
Latyn, wiskunde, natuurkunde, scheikunde, dierkunde en planten-
kunde en gymnastiek. Hier is aan het Duitsch de eerste plaats
ingeruimd, en kan Engelsch of Fransch gekozen worden als byko-
mende taal. Voor hen die op de hoogere school zgn gekomen na
een examen in het Engelsch, is de tgd die voor het Duitsch be-
stemd wordt veel langer dan voor anderen. In de eerste afdeeling
wordt meer dan 30 pct. van den geheelen tgd besteed aan de
Studie van iedere vreemde taal; in de tweede meer dan 20 pct.,
terwyl in de derde afdeeling de aan de Studie van het Duitsch
bestede tgd tot 40 pct. gaat, en voor Engelsch of Fransch tot
10 pct.; zoodat de percentages van het totaalbedrag der uren, door
Europeesche talen in beslag genomen, onderscheidenlijk zgn: 60 pct.,
40 pct. en 50 pct. voor de eerste, tweede en derde afdeeling.
Ondanks het feit dat zooveel tgd besteed wordt aan de Studie der
Europeesche talen, is de kennis welke de student aan de Universiteit
hiervan bezit, verre van voldoende, en, wat nog droeviger
is, dit gebrek vertoont teekenen dat het van jaar tot jaar toeneemt.
De oorzaak hiervan is volkomen duidelijk: de plotselinge vermeer-
dering van middelbare scholen in den laatsten tijd is niet gepaard
gegaan met eene vermeerdering in aantal van goede Engelsche
leeraren. Het gevolg is dat de leerlingen op de hoogere scholen te
worstelen hebben met twee vreemde talen. Indien zy goed onder-
richt in het Engelsch op de middelbare scholen gehad hadden, zou
ten minste eene taal niet zoo geducht zijn. Zooais het echter nu
gesteld is, zgn eenige opvoedkundigen voor den vreemde taal op
de hoogere scholen instede van twee. Maar een professioneel man,
die naar eene hooge positie taalt, kan toch waarlijk nooit zieh
tevreden stellen met ddn taal! Stellig zou het voor wien ook
onmogelyk wezen gelyken tred te houden met den snellen vooruit-
gang der wereld, die in alle hoogere takken van onderwijs plaats
heeft, zoo hg slechts bön Europeesche taal in zyne macht heeft.
Indien eene vreemde taal op de middelbare scholen goed onder-
wezen wordt, behoeft die taal zeer weinig tgd van den leerling op
de hoogere school in beslag te nemen. Blijkbaar is dus het siechte
onderwgs van vreemde talen op de middelbare scholen de oorzaak
van de treurige uitkomsten in de takken van hooger onderwgs.
Niet enkel by het onderwgs van vreemde talen, maar in alle vakken
die op de middelbare scholen onderwezen worden, schgnt er