Eene divisie in tÿd van oorlog bestaat gewoonlÿk uit:
Infanterie: 2 brigades; Cavalerie: 1 regiment; Yeld-Artillerie:
1 regiment; Genie: 1 bataljon; Pontonniers: 1 kolonne; Ammunitie:
1 bataljon; Intendance: 1 bataljon, en Geneeskundigen dienst te velde.
Het transport van manschappen en paarden en hun fourage, hetzt)
per trein of per stoomboot, geschiedt uitsluitend door militairen,
die de beste vervoermiddelen kiezen; slechts bjjzondere diensten,
zooals de rogeling der bewegingen van trein en en booten, worden
door de spoorwegbeambten en den officier van inspectie voor den
zeedienst in de schepen waarop de troepen vervoerd worden en
ook door de matrozen verricht.
Het regiments-transport van de paarden voor de troepen is in
twee deelen verdeeld: ¡Reserve-rijpaarden voor personen.
Ammunitie.
Geneesmiddelen.
( Bagage.
2 Tweede sectie voor liet kamp j
Buiten de bovengenoemde zijn er divisie-kolonnes, als volgt
samengesteld :
Ammunitie-bataljon, Intendance, Draagdienst, Yeld-ambulance,
Pontonniers-kolonne.
De leeftocht voor menschen en paarden van de troepen te velde
is aldus verdeeld:
Yoor de troepen die in den slag gaan en het korps der dragers,
zeven dagen — dat is:
Rantsoenen in geval van nood voor manschappen: 2 dagen; de
tweede leeftocht-sectie: 1 dag; divisie-leeftocht-kolonne 4 dagen.
De manschappen van de divisie-leeftocht-kolonne hebben rantsoenen
van drie dagen — dat is:
Rantsoenen in geval van nood: 2 dagen; de tweede sectie 1 dag.
Alle Japansche onderdanen tusschen 17 en 40 jaar zjjn dienst-
pliehtig bij land- of zeemacht; de dienst is verdeeld in vier tÿdperken :
Staande leger (actief en reserve), Landweer, Depot, Landstorm.
De Actieve en Depot-troepen worden jaarlÿks bij loting in de
vereischte hoeveelheid aangeworven.
Soldaten voor den actieven dienst worden genomen uit mannen
die den leeftijd van twintig jaar hebben bereikt; een man kan zieh,
wanneer hÿ verkiest, ook op zeventienjarigen leefttjd laten inschrÿven.
De loting wordt geregeld door den staf van het Hoofdkwartier
van het regiments-district ; en de Bevelvoerende officier van dien
staf Staat onder den Generaal-Offieier, die commandant is van de
divisie in dat district.
De duur van den dienst bangt af van den aard der verpliehtingen.
Yaandel 3 jaar; Reserve 4 jaar en 4 maanden; Landweer 5 ja a r ;
Depot 1 jaar en- 4 maanden; Landstorm, van den leefttjd van
17 af tot 40 (uitgezonderd die voor bovengenoemde wapenen),
7 jaar en 4 maanden.
De soldij van Soldaten bedraagt:
Yoor de eerste klasse 18 jen per jaar, voor de tweede 14 jen
40 sen per jaar en voor de derde 10 jen 80 sen per jaar.
De pensioenen vap Soldaten zijn van vijfderlei aard:
a. Ontslagen na elfjarigen dienst.
ö. „ wegens verwonding in den oorlog, of bij het verrichten
van dienstwerk.
c. Indien men ernstig gewond is in den oorlog bij het verrichten
van dienstwerk, kan men een toelage krijgen buiten het
bovenbedoelde pensioen, tot een bedrag van 9 jen 32 sen
jaarlijks.
d. Ingeval van eene geringe verwonding bij het verrichten van
dienstwerk, krijgt men, bij vrijstelling van actieven dienst,
een pensioen voor het oogenblik tot een bedrag van 14 140 jen.
e. Ingeval iemand in den oorlog of terwfll hij dienst doet gedood
wordt, krijgen zijn weduwe en kinderen een jaargeld van
1 5 -3 0 jen.
De onkosten per jaar voor iederen soldaat bedragen gemid-
deld 106 jen.
Er is geen bepaald plan voor de toekomst van het leger.
Yan de operatie der Japansche troepen onder het Leger der
Geallieerden gedurende de expedities naar Noord-China, is reeds
genoeg openlijk gewag gemaakt; het is dus onnoodig dat ik die
hier behandel.
De Administratie van het leger.
In den tijd der stichting van het Japansche rijk waren de politieke
instellingen des lands zöö eenvoudig, dat burgerlijke en militaire
aangelegenheden 6dn waren. Alle volwassen mannen in het rijk
konden tot den krijgsdienst worden opgeroepen, met den Keizer
als opperbevelhebber. Vroeg in de Middeleeuwen echter beginnen
wij sporen te vinden van eene afscheiding tusschen burgerlijke en
militaire zaken en spoedig wordt deze grens duideüjk en heeft het
leger geregelde generaals en kapiteins, die onder de directie van
een centraal bureau dienen. Dit bureau stichtte vervolgens de
„Departementen van de Linker- en Rechter-Paarden” die de paarden
9