zes-en-vyftigsten Keizer, Seiwa, in 859—876, bestaan had. Om deze
reden heet het de „Restauratie” .
Alle Daimio s van Japan, inzonderheid Matsoedaira van Jetsjizen,
Nabesjima van Hizen, Jamanoetsji van Tosa, Date en Sjimazoe
van Satsoema, werden opontboden naar Kioto om eenen Staats-
raad te vormen voor de organisatie van de nieuwe Regeering.
Mori van Kioesjioe werd in vryheid gesteld, en Sandjo en andere
hovelingen werden naar Kioto teruggeroepen. De troepen van
Satsoema, Aki en Kjusjioe, en later die van Tosa, Owari en
Jetsjizen trokken Kioto binnen om den regeeringszetel des Keizers
te bewaken.
Met het ontslag van de troepen van Aizoe en Koewana uit de
Keizerlijke escorte, werden het Sedji-Daisjogoenschap en alle overige
ambten van de oude Regeering dadelyk afgeschaft op 9 December
1867 (9de dag der 12de maand van het 3de jaar Keio). De nieuwe
ambten van Sosai (Minister-President), Gidji (Ministers van Staat)
en Senjo (Staatsraden) werden op denzelfden dag ingesteld. Zyne
Keizerlijke Hoogheid Prins Taroohito Arisagawa werd tot Sosai
benoemd. Het ambt van G-idjo werd ingenomen door den Prins van
de Keizerljjke familie, de hovelingen Sandjo, Iwakoera, enz.; en de
voornaamste Daimio’s: Sjimazoe, Tokoegawa van Owari, Asano,
Matsoedaira van Jetsjizen, Jamanoetsji en Date j het ambt van
Senjo door de bekwaamste staatkundigen van dien tijd: Iwakoera y
Saigo, Kibo, Goto en anderen. De grondslag van het nieuwe
Gouvernement werd zoodoende hechter gemaakt door eene fusie
van de oude anti-Sjogoen partyen. De Restauratie werd op dien
dag gebracht in een toestand dat ze werkdadig kon optreden. Een
van de meest kenmerkende trekken van den nieuwen regeerings-
vorm was het feit, dat de ambten der nieuwe Administratie niet
erfelyk gemaakt werden en niet beperkt bleven tot zekere geslachten,
zooals vroeger altoos het geval geweest was.
De vroegere aanhangers van den Sjogoen — d. i. de trouwe
volgelingen van den ouden Sjogoen, zooals de Matsoedaira’s van
Aizoe en Koewana — waren grootelyks misnoegd over deze besliste
hervorming, terwiil zy beweerden dat die beraamd was door de
eerzuchtige Sjimazoe en Mori. De onderlinge nay ver tusschen de
troepen van deze vier Daimio’s werd hoe langer hoe bitterder,
totdat de oorlog van 1868-69 als het onvermydelijk gevolg daar-
van uitbrak. Deze oorlog begon te Kioto, breidde zieh uit over het
Noordoostelijk deel van Japan en eindigde ten slotte met den Slag
van Hakodate in 1869 (2de jaar Meidji). Hadden de vörziende staats-
lieden van de oude Sjogoenregeering, als Katsoe en Okoebo, geen
voorzorgen genomen om tal van moeilijkheden die na Keiki’s
afstand van gezag ontstonden, te regelen, zoo zouden de rampen
des oorlogs nog veel grooter geweest zyn.
De nieuwe Regeering nam, nadat vrede en orde volkomen her-
steld waren, snelle en beslissende maatregelen om het welzijn en
de beschaving des lands te bevorderen.
De gang der ontwikkeling sedert de Restauratie is te goed
bekend om in eene zoo körte schets als deze eene besehrijving te
behoeven, doch alvorens te besluiten mögen wel de vollende
punten vermeld worden:
^ 1. Het feodaal-systeem van Japan eindigde niet terzelfdertijd
als het Sjogoenaat; overblyfselen er van bestonden nog bij het
begm der nieuwe Regeering. Evenwel waren alle Daimio’s inzonderheid
Sjimazoe, Mori, Jamanoetsji, Nabesjima, Tokoegawa
van Owari Hosokawa, Ikida en Hatsjisoeka van Awa, eenparig
tot de slotsom gekomen dat het bestaan van feodalisme de veer-
kracht der gansche natie verzwakte en haar vooruitgang belemmerde.
Derhalve deden zy eenparig een beroep op den Keizer om het feodaal-
systeem af te schaffen. Het Keizerljjk besluit te dien einde werd
uitgevaardigd in 1871 (4d* jaar Meidji) en maakte een einde aan den
voorrang der militaire klasse boven alle andere in denzelfden tijd
2. De buitenlandsche politiek der nieuwe Regeering werd bepaald
door het Keizerlyk besluit van 1868 (l-te jaar Meidji), en Japan
trad m internationale betrekkingen. De afschaffing van de extra-
terntonale rechtspraak in Japan, welke lang een voorwerp van
misnoegen voor de gansche natie geweest was, was een van de
16 d06l7 den der Regeering, daar de ongewenschte
misbrmken van zulk eene rechtspraak verscheiden fanatieke aan-
randmgen van de zijde des volks tegen vreemdelingen, zoowel
voor als na de Restauratie, veroorzaakt hadden. De onderhandelingen
om de oude tractaten met de Yereenigde Staten van Amerika te
herzien werden geopend in 1871 (4d« jaar Meidji), toen het den
naar anT t t*1 Keizer behaagde zyne eerste Byzondere Zending
naar alle tractaat-mogendheden van Europa en Amerika af te vaargen.
Deze onderhandelingen met de Mogendheden duurden eene
ä H ? n f rfn ’ totdat berziene tractaat op voet van
I ■ get6„ekend W6rd A sch en Japan en Groot-Brittanniö
| § g g (0p d6n 16den d^g der 7de maand van het 27ste jaar u
en a ere]envolSens tusschen Japan en de overige volken van Europa
t r a i - iT met uitzondering van Mexico, met welke land het
innr Ai VOet van gelübheid reeds bestond sedert 1888 (2 1 ste
het h f 6 J1)' DeZ6 handellng van het Engelsche Gouvernement was
wellr« gm, Va“ dle betrekkingen tusschen Japan en Groot-Brittanniö
zieh ontwikkeld hebben tot die van eene natie ami e e t a l l i ö e . /