Keizerlyk Huwelyk voltrokken is, naar den Tempel van Kworei
Den en dien van Sjin Den begeven.
Art. 12. De Keizer en de Keizerin zullen zieh, na de voltrekking
van het Huwelyk, naar Djingoe en de G-raven van Djimmoe Tenno,
van wylen des Keizers Yader en van wylen des Keizers Moeder
begeven.
Art. 15. De huwelijksplechtigheid van Kwo Taisji (den zoon des
Keizers die vermoedelyk Troonopvolger is), van Kwo Taison (des
Keizers kleinzoon, die vermoedelyk troonopvolger is), van Sjinno
(mannelyke afstammelingen des Keizers van Keizerlijke zonen tot
betachterkleinzonen toe) of van Wo (mannelyke afstammelingen
des Keizers tot aan het vyfde geslacht toe) zal plaats hebben voor
den Tempel van Kasjiko Dokoro, naar speciaal voorgeschreven
formaliteiten.
Art. 18. — De voorzieningen van Art. 3, 4, 5, 6, 9, 11 en 12
zullen overeenkomstige toepassing vinden op de huwelyken van
Kwo Taisji en Kwo Taison.
Art. 19. — De voorzieningen van Art. 5 en 9 zullen overeenkomstige
toepassing vinden op de huwelijken van Sjinno, en die
van Artikel 9 op het huwelyk van Wo.
Echtscheiding.
In de Huis-Wet (Ko-ryo) van het Taiho-Wetboek vindt men
eene opsomming van de bekende Zeven Redenen tot Echtscheiding.
Het Wetboek zegt: „om eene vrouw te mögen verlaten, moet er
een van de volgende zeven redenen tot echtscheiding zyn: Ten
eerste, onvruchtbaarheid; ten tweede, overspei; ten derde, onge-
hoorzaamheid aan den schoonvader of de schoonmoeder; ten vierde,
babbelzucht; ten vijfde, diefachtigheid; ten zesde, jaloerscheid; ten
zevende, eene hinderlyke kwaal.”
Indien een van deze gronden aanwezig is, mag de vrouw verlaten
worden, terwyl de echtgenoot de vereischte akte teekent,
die door de naaste afstammelingen moet mede-onderteekend worden.
Indien een van deze personen niet kan schry ven, kan hy in plaats
van zyne handteekening met den duim een merk maken. Uit de
opsomming der redenen tot echtscheiding blykt duidelyk dat h e t
doel va n h e t h uwe l y k de b e s t e n d i g i n g van den eere-
d i e n s t was.
Waarom de reden van onvruchtbaarheid het eerst genoemdwordt
als grond voor echtscheiding, behoeft nauwelyks toelichting. De
uitleggers van het Taiho-Wetboek zegg6n, dat onvruchtbaarheid
hier niet beteekent volstrekte onvruchtbaarheid, ma a r h e t ge-
mi s van ma n n e l y k kr oos t . Wyl het huwelyk gesloten was
voor een bepaald doel was het, indien dat doel faalde, te recht-
vaardigen dat de vereeniging ontbonden werd. Een man was,
inderdaad, tegenover zyne voorouders verplicht, aldus te handelen.
Overspei wordt door de meeste volken als een grond tot echt-
seheiding erkend, doch de redenen, waarom zy het als zoodanig
erkennen, zyn in de oude en nieuwe wetgevingen aanmerkelyk
versehillend. In de oogen van het Taiho-Wetboek, was het niet
de onzedelykheid van de daad zelve, maar veeleer het te duchten
gevaar van vermenging van bloed, waardoor een persoon die in
werkelykheid niet aan den voorvader verwant was, zou opvolgen
om den eeredienst in stand te houden.
De laatste gronden, in het Taiho-Wetboek vermeld, kunnen aan
eene dergelyke oorzaak toegeschreven worden. De erfelykheid van
sommige kwalen schijnt reeds vroeg bekend te zijn geweest en de
vrees, dat het bloed van de voorouders bezoedeld zou worden, was
de voornaamste oorzaak er van, dat eene ongeneeslyke kwaal als
een grond tot echtscheiding erkend werd.
Volgens het nieuwe Burgerlyk Wetboek onderscheidt men twee
soorten van echtscheiding, die met wederzydsch goedvinden en de
gerechtelyke; de eerste komt tot stand met goedvinden van beide
partijen, terwyl de laatste op verschillende gronden, welke in
Artikel 813 van het Wetboek gespeeificeerd zyn, door de rechtbank
wordt uitgesproken. De meeste van de gronden in het Taiho-
Wetboek vermeld zyn niet opgenomen in het nieuwe Wetboek,
en bigamie, overspei, verlating, wreedheid of grove beleediging,
veroordeeling tot straf voor zekere overtredingen, als vervalsching,
diefstal, bedrieglyke toeeigening, sexueele onzedelykheid, voort-
vluchtigheid enz. zyn de voornaamste gespecificeerde redenen tot
echtscheiding. Behalve de reeds vermelde gronden, is eene gerechte-
lijke echtscheiding geoorloofd in een geval als een aangenomen
zoon met de dochter van de personen die hem geadopteerd hebben,
getrouwd is en deze, om eene of andere reden, de aanneming
ongedaan maken. Onder zulke omstandigheden is de man gerechtigd
het huwelyk te entbinden.
Uit vergelyking van de gronden tot echtscheiding, vermeld
in het Taiho-Wetboek en die welke in het nieuwe Burgerlyk
Wetboek zyn opgesomd, zal gebleken zyn, dat de Wet
op de echtscheiding eene groote verandering ondergaan heeft,
behalve ten aanzien van den laatsten grond, en dat de tegen-
woordige wet sleehts weinig in verband Staat met voorouder-
vereering.,