tyd geen vast stelsel van belasting op alcoholische dranken bestond.
De aanneming van den tegenwoordigen grondslag van belasting -
het bedrag van gebrouwen saké in kokoe’s >) - dagteekent van
1878. De maatstaf der saké-belasting, die sinds dien allengs ver-
hoogd werd, stond op vier jen per kokoe vóór de tenuitvoerlegging
van het programma post -bel lum.
Na den oorlog van 1 8 9 4 - ’95 vermeerderden de staatsuitgaven
met sprongen, ten gevolge van de verschillende plannen om het
land toe te rüsten, opdat het den nieuwen toestand in het Yerre
Oosten onder de oogen zou kunnen zien. De buitengewone uitgavèn
zouden te dekken zyn door de oorlogs-schadevergoeding en staats-
leeningen, maar om den aanwas der gewone uitgaven te bestryden,
had men geen andere keuze dan de belastingen te verhoogen, tot
welk middel men driemaal zyn toevlucht genomen heeft - éerst
in 1896, toen in 1899, en eindelijk in 1901. De aanwas in de
jaarlijksche inkomsten, voortvloeiende uit de vermeerderingen van
belasting, wordt geschat op 95.000.000 jen.
Terwijl dan het programma pos t -bel lum het opleggen van
nieuwe belastingen en de verhooging van oude eenerzyds in zieh
sloot, zyn anderzyds zekere belastingen afgeschaft, met het doel
het belastingstelsel te vereenvoudigen.
Terugziende op de ontwikkeling van ons belastingstelsel, kunnen
wfl opmerken, dat de grondslag der staatsfinanciön ruimer is
geworden in evenredigheid met de vermeerdering der economische
werkzaamheid. Het is een verbindend feit dat, terwijl eerst de
grondbelasting de eenige ruime bron van inkomsten was, andere
belastingen, inzonderheid indirecte, gaandeweg aan belangrijkheid
gewonnen hebben, dermate dat een er van (de belasting op alcoholische
dranken) feiteljjk de grondbelasting achter zieh laat.
In de eerste jaren van het tegenwoordige tijdperk verkeerde de
fiscale administratie in een zeer gebrekkigen toestand, daar elk
Regeeringsdepartement zijne fiscale aangelegenheden met eene groote
mate van onafhankelykheid bij gebreke van vaste regelen beheerde.
In 1872, het jaar volgendo op de staatkundige unificatie des lands
door de invoering van het prefectuurstelsel, werd een eerste stap
gedaan in de richting van beheer der fiscale aangelegenheden door
den Minister van Financiön, en in 1873 werd een „regel voor de
wyze van ontvangsten en uitbetalingen” vastgesteld welke de kiem
van een budgetstelsel bevatte. De wet op het financieel beheer,
welke in 1881 werd uitgevaardigd, voorzag, onder andere zaken,
in de formatie van eene Rekenkamer onmiddellijk verantwoordelyk
’) Een kokoe is gelijk aan 397 gallons.
aan den Keizer. Op dat pas werd in beginsel vastgesteld, dat de
fiscale aangelegenheden der Regeering zouden beheerd worden door
het Departement van Financiön, onderworpen aan het onderzoek
van de Rekenkamer. Maar de practische uitvoering van het beginsel
ging met groote moeilijkheden gepaard, uit hoofde van de praktyk
dat men aan de verschillende departementen toestond de respectieve
hun toegewezen fondsen in handen te houden — eene praktyk welke
haar oorsprong vond in den financieelen chaos na de Restauratie
en langen tijd eene vruchtbare bron van misbruiken was. Het jaar
1883 is gedenkwaardig wegens de finale afschaffing van deze prak-
tijk. De ontvangst, bewaring en uitbetaling van ’s lands geld werd
geheel en effectief gecentraliseerd in het Departement van Financiön
in dat jaar, en later toevertrouwd aan de pas opgerichte Japansche
Bank. Eene grondige hervorming van vörstrekkende gevolgen werd
zoodoende in het stelsel van financieel beheer tot stand gebracht.
Een andere belangryke stap voorwaarts werd gedaan in 1886, van
welk jaar de praktyk dagteekent om de jaarlijksche budgetten en
vereffende rekeningen bekend te maken in Keizerlijke verordeningen.
By de afkondiging der Constitutie in 1889 werd de wet op het
financieel beheer herzien en kreeg het stelsel van financieel beheer
zijne tegenwoordige gedaante. Het Budget wordt thans opgemaakt
door den Minister van Financiön en moet jaarlijks gevoteerd worden
door den Landdag, waaraan de vereffende rekeningen, als bevestigd
door het getuigenis van de Rekenkamer, tevens worden voorgelegd.
Vöör de instelling van den Landdag, werden alle hervormingen in
het stelsel van financieel beheer ingezonden ter unificatie en regeling
in den boezem der Regeering, en toen dit behoorlijk totstandgebracht
was, voorzag de Constitutie in politieke beperkingen van buiten af
op het beheer der staatskas. Men zal dus ontwaren, dat ons tegen-
woordig stelsel, over het geheel, in overeenstemming is met beproefde
beginselen van financieel beheer die in Westersche landen gelden.
De hervorming van het muntstelsel vormt een der belangrijkste
hoofdstukken in de financieele geschiedenäs van het nieuwe Japan.
Eön jen in goud, die de nieuwe munteenheid is, werd ten
naastenby in waarde gelyk gemaakt aan de oude eenheid in zilver,
zoodat eene plotselinge verandering in den prijs van benoodigdheden
en eene stoornis in de betrekking tusschen crediteuren en debiteuren
vermeden werd.