II. G e v a n g e n is s e n ,
door den Minister van Justitie.
Het oppertoezicht der gevangenis-administratie. — De organisatie van
het gevangeniswezen. — Gouverneurs en ambtenaren. — Financieele
schikkingen. — Opleiding der beambten. — De bevolking der gevangenissen.
— Aanvragen om gratie en parool. — Disciplinaire straffen. jKi
Nieuwste hervormingen. — Gevangeniswerk. — Gevangenisstatistiek . 594
ZES-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Kunst en literatuur,
door Baron SOEJEMATSOE.
I. Kunst.
De Nara-periode. — Religieuse kunst. — De Heian-periode. — Tegenover-
elkaarstelling van schilderstukken. — Het Kamakoera-tijdperk. — Het
Asjikaga-tijdperk. — De Oda-Tojotomi-periode en de herleving der kunst. —
De Tokoegawa-periode. — Hokoesai en Korin. — Het Meidji-tijdperk. —
Het vernieten van alle oudheden. ><%- Langzame terugkeer tot de oude
voortreflfelijkheid. jp- De invloed van den vreemdeling. — Karakteristieke
eigenschappen van Japansche schilderstukken. — De prijzen der schilderstukken.
— De kunst van den tu in a a n le g ....................................................608
II. Literatuur.
Weinig literatuur uit de Nara-periode. — De literatuur zeer toegenomen
in de Heian-periode. — Lichte literatuur voornamelijk geschreven door
vrouwen. — Gendji Monogotari en Makoera-no-Sosji.E- Het zedelijkheids-
vraagstuk. — Letterkundig verval tijdens de militaire période. — De
herleving in het Tokoegawa-tijdperk. -— De „No”.^ H Chineesche invloe-
den. — ß akin’s werken en school. — H et volksdrama. Een vergelijking
tusschen het Japansche en het Westersche drama, f I let effect van het
volksdrama op het volk. — Shakespeare’s tekortkomingen. — De toestand
der letterkunde in den tegenwoordigen tijd .......................................................... 626
ZEVEN-EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
De Japansche Nieuwsbladen,
door den heer ZOEMOTÖ.
De pers als maatstaf van den vooruitgang.; — De pers eene groote
macht. — De oorsprong der nieuwsbladen in Japan. — De Jom io e ri-b la -
den. — De vroegere nieuwsbladen. — De Boekdrukkunst. — Regeerings-
bladen. — De Tsjoegai Sjimboen. —■ De uitgave eener courant door een
Engelschman Black genaamd. — Tokio gelijk Parijs. — Nieuws-agent-
schappen. — De pers als eene schrede tot politieke macht. — De toe-
komst der p e r s .......................................................................................................... 640
ACHT-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Post, Telegrafie en Telefoon,
door den Directeur-Generaal van het Post- en Telegraaf-bureau.
I. De Postdienst.
Het begin. — Postzegels. —. Briefkaarten. — Gelijke tarieven. De
Algemeene Postvereeniging. — Postkantoren en Post-agentschappen.
P ak e tp o st^B P o stwisse ls. — Postspaarbanken.................................................... 649
ü . Telegrafie.
De eerste oprichting. — De uitbreiding van het stelsel. Binnen- en
buitenlandsehe telegrammen. — De internationale telegraaf-conventie . b58
III. Telefoon.
Particulière of Staatsonderneming ? — Het succès van het Gouverne-
ments-systeem. — Wijze van werk en .^ -f^ -Jn strum en ten............................
NEGEN-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Het vraagstuk van het verre Oosten,
door Baron SOEJEMATSOE.
De Engelsch-Japansche betrekkingen zijn de sleutel. — Eerste aan-
raking tusschen de beide Mogendheden. — Russische aanrandmg. - - De
Tsoesjima-zaak. — De Port-Lazaref. — Port-Hamilton-zaak. — De Bokser-
onlusten. — De Mantsjoerijsche kwestie. — De Engelsche en Japansche
belangen zijn identiek. H j J a p a n en de W estersche beschaving. — Ver-
schillen van ras en godsdienst. — Godsdienstvrijheid.E§| Geene vrees
voor het Gele Gevaar van Japans zijde. — China is geen krijgshaftige
of zieh uitzettende natie. — Engeland, Amerika en Japan. Japans
nederlaag is Engelands n e d e r l a a g ........................................................................ 6®
DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Formosa.
I. Het Bestuur in den eersten tfjd van het Japansche Bewind,
door Graaf KATSOERA.
De ontwikkeling der administratieve organisatie. — Uitbreiding der
politiemacht. — Volksgezondheid en de opiumkwestie^BDe verbetering
van scheepvaartgemakken. ■— Aanleg van spoorwegen, wegen en haven-
werken. . . . . • • • • ......................................... 674