openbare werken. Daar dit eene plotselinge vergrooting veroorzaakte,
namen de inkomsten in 1897 toe tot 187.019.423 jen en de uit-
gaven tot 168.856.508 jen. Sedert namen zjj jaarlgks toe; in het
jaar 1903 was er voor de inkomsten uitgetrokken de groote som
van 251.681.961 jen en 244.752.346 jen voor de uitgaven. Indien
wij de inkomsten en uitgaven van 1901 vergelpen met die, welke
wjj hadden vöör den Chineeseh-Japanschen oorlog, zien wtf dat in
slechts enkele jaren beide bjjna verdrievoudigd werden.
INKOMSTEN EN UITGAVEN.
JAAR.
INKOMSTEN. UITGAVEN.
Gewone. Buitengewone.
Totaal. Gewone. Buitengewone.
Totaal.
1890
1891
1892
1893
1894
1895
Jen.
78.996.399
76.264.852
80.728.019
85.883.080
89.748.454
95.444.652
Jen.
6.874.234
2.622.686
1.058.295
27.886.300
8.421.574
22.988.069
Jen.
85.870.633
78.887.538
81.786.314
113.769.380
98.170.028
118.432.721
Jen.
66.731.197
62.730.792
63.615.155
64.545.599
60.421.346
67.148.007
Jen.
15.394.206
20.825.099
13.119.585
20.036.273
17.707.297
18.169.173
Jen.
82.125.403
83.555.891
76.734.740
84.581.872
78.128.643
85.317.180
1896
1897
1898
1899
1900
1901
1902
1903
104.901.522
124.222.964
132.849.617
177.328.528
192.170.081
202.035.071
226.114.613
231.802.499
82.111.920
102.167.159
87.204.504
76.925.996
103.684.787
72.323.950
56.318.351
19,879.462
187.013.442
226.390.123
220.054.121
254.254.524
295.854.868
274.359.021
282.432.964
251.651.961 1
100.712.816
107.695.127
119.072.144
137.590.418
149.134.167
160.363.583
177.596.966
178.464.121
68.143.692
115.983.717
100.685.425
110.575.120
143.615.892
106.493.241
104.156.229
66.288.225
168.856.508
223.678.844
219.757.569
254.165.538
292.750.059
266.856.824
281.753.195
244.752.346
^ovenstaande tabel stellen de cijfers voor de belastingjaren van
o t,190ü de Tastgestelde rekeningen voor, die voor 1901 de rekening in November
1902 en die voor 1902 en 1903 de ramingen op de Begrooting.
Het belastingjaar begint 1 April en eindigt op 31 Maart.
De Openbare Schuld.
Gedurende het tijdperk tussehen 1874 en 1895 bedroeg het totaal
bedrag der openbare schuld tussehen de 230.000.000 ä 240.000.000
jen en 260.000.000 ä 270.000.000 jen en er was in het geheel
HANDEL EN NIJYEEHEID. 461
geene aanmerkelgke verandering in het bedrag der openbare schuld.
Inderdaad had sedert 1890 de nationale schuld eenigszins de neiging
te verminderen.
Maar in 1895 deed de Regeering een beroep voor de Oorlogs-
leening van 100.000.000 jen en in 1899 voor eene Buitenlandsche
Leening van 97.630.000 jen (£ 10.000.000). Daar aldus de openbare
schuld na den oorlog met China verbazend toenam, bereikte de
totale schuld in 1900 de groote som van 526.664.194 jen, hetgeen
het dubbele was van de schuld des Rgks vöör den oorlog.
NATIONALE SCHULD.
JAAR. Buitenlandsche
Schuld.
Binnenlandsche
Schuld.
Buitengewone
Schuld. Totaal.
Jen. Jen. Jen. Jen.
1890 5.180.120 238.050.535 32.000.000 275.230.655
1891 4.488.624 237.255.085 32.000.000 273.743.709
1892 3.748.816 231.877.456 32.000.000 267.126.272
1893 2.957.280 231.856.571 32.000.000 266.814.851
1894 2 .110.112 229.595.941 51.530.000 283.236.053
1895 1.203.408 319.420.487 71.500.000 392.123.895
1896 233.752 350.888.182 76.000.000 427.121.934
1897 382.953.128 28.831.132 411.784.260
1898 391.281.873 22.000.000 413.281.873
1899 97.630.000 381.070.649 24.500.000 503.200.649
1900
97.630.000 388.534.194 40.200.000 526.664.194
1901
Aanmerking. Onder het hoofd: Buitengewone Schuld is hoofd-
zakelijk begrepen bet door de Regeering van de Bank van Japan
geleende geld.
Yoor de jaren 1890—1892 zijn aangegeven de bedragen, bestaande aan
het einde van het belastingjaar. Voor de overige de bedragen, bestaande
einde December der respectieve jaren.
In omloop zijnd geld.
Het bedrag van het in omloop zjjnde geld is jaarljjks toegenomen
met de ontwikkeling van handelstransacties in den laatsten tgd
mede. Yooral is dit waar sedert April 1899, toen de grens der
inwisselbare bankbiljetten van de Bank van Japan, welke zouden
worden uitgegeven, een bedrag bereikte boven de reserve, welke
gestegen was van 85.000.000 jen tot 120.000.000 jen. In 1890